De gemiddelde houdbaarheid van een Belgische trainer bij een eersteklasser bedraagt twaalf maanden. Sport/Voetbalmagazine zocht uit hoe zich dat verhoudt tot de andere Europese competities.
Gemiddeld blijft een trainer in de Jupiler Pro League 321 dagen aan de slag bij een club. Dat is het resultaat van een onderzoek tijdens de afgelopen vijf jaar in de Jupiler Pro League. Omgerekend is dat 10,7 maanden. Dat is ook de gemiddelde tijd die een trainer het in een van de vijf Europese topcompetities uithoudt. Vergeleken met die topcompetities komt België op de vierde plaats. Het langst blijven trainers in dienst in de Franse Ligue 1 (gemiddeld 16 maanden), voor de Premier League (14,5 maanden) en de Bundesliga (13 maanden). Minder lang dan in de Jupiler Pro League blijven trainers in de Spaanse Liga (10 maanden) en de Italiaanse Serie A (9 maanden) overeind.
De langst zittende trainer in de zes competities samen is Arsène Wenger (233 maanden bij Arsenal, sinds oktober 1996). Na hem komen nog twee Fransen, Christophe Galthier (Saint Etienne, 75 maanden) en Jocelyn Gourvennec (Guingamp, 70 maanden), de Italiaan Giampiero Ventura (Torino, 57 maanden) en de Fransman Stéphane Moulin (Angers, 57 maanden).
De nummer zes is een Belg. Francky Dury is daarmee het langst in dienst in de Jupiler Pro League. Hij keerde naar Zulte Waregem terug in december 2011 en houdt het aan de Gaverbeek intussen alweer 52 maanden vol. In Spanje en Duitsland is er geen trainer die al zo lang aan de slag is op het hoogste niveau. Na Dury komt Diego Simeone, al 51 maanden bij Atlético Madrid.
De nummers twee en drie in België zijn Felice Mazzu (Charleroi, 33 maanden) en Michel Preud’homme (Club Brugge, 30 maanden). Slechts zes van de zestien eersteklassers werken op dit moment nog met de trainer die er het vorige seizoen afsloot: Anderlecht, Club, AA Gent, Charleroi, KV Mechelen en Zulte Waregem.
Geert Foutré en Johan Serkijn
