Benito Raman flitst door de Bundesliga: ‘Ik moet niet te veel achterom kijken’

© BELGAIMAGE
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Benito Raman flitst dezer dagen door de Bundesliga. Fortuna Düsseldorf rekent erop dat de Belgische pocketspits aanstaande zondag ook tegen Bayern München zijn duivels ontbindt. ‘In België volgde steeds een maar achter mijn naam, hier niet.’

Een interview met Benito Raman regelen, dat gaat zo: een oud gsm-nummer blijkt niet langer actief, dus proberen we hem te bereiken via een gemeenschappelijke kennis. Twee keer krijgen we een verkeerd telefoonnummer door. De eerste keer van een onbekend ‘slachtoffer’, de tweede keer van een vriend die mee in het complot zit en ons vervolgens aan het lijntje houdt. ‘Ik vrees dat dat Benito zijn humor is’, laat onze gemeenschappelijke kennis lichtjes gegeneerd weten wanneer we de spaaklopende communicatie toelichten. Le nouveau Benito est arrivé? Neen dus.

Er wordt gezegd dat Lukebakio en ik in Duitsland kort aan de ketting worden gehouden. Wel, ik kan je verzekeren dat ik me hier vrijer voel dan in België.

Benito Raman

Twee weken later schuiven we dan toch aan tafel met Benito, met dank aan een tussenkomst van zijn club Fortuna Düsseldorf en het bureau Let’s Play van zijn begeleider Peter Smeets. Decor is de Stroopfabriek in Borgloon, gelegen in het hart van het idyllische landschapspareltje Haspengouw en de gemeente waar de 24-jarige spits het laatste gedomicilieerd was in België. Hij moet er een vernieuwd paspoort ophalen.

We zijn enkele dagen na zijn drie assists tegen Borussia Mönchengladbach, hij zit nu in totaal aan 10 goals en 4 assists in zijn eerste Bundesligaseizoen, maar van hautain gedrag geen sprake bij Benito Raman. Integendeel, wanneer we niet meteen de ingang van de bistro vinden, komt hij ons als een minzame gastheer uit ons knullige lijden verlossen. Zijn eerdere plagerijen zijn dan al meteen vergeten en vergeven.

‘Sorry voor dat voorval met die verkeerde telefoonnummers. Ik vond dat grappig, maar blijkbaar was niet iedereen het daar mee eens’, grinnikt hij enkele minuten later bij een koffie. ‘Neen, echt grappig was dat niet’, mompelen we terug. Waarna we dan maar meteen dé vraag opwerpen…

In welke mate zit hier nu een andere Benito Raman tegenover ons dan diegene die bijna twee jaar geleden België inruilde voor een avontuur in Duitsland?

Benito Raman: ‘Er is weinig verschil. Ik blijf grapjes uithalen, zoals je merkte. Misschien ben ik wel wat rustiger geworden, ik blijf meer en graag thuis. Maar men focust hier ook minder op mijn leven buiten het voetbalveld. Dat gevoel had ik op de duur wel in België: dat er altijd weer verwezen werd naar extrasportieve zaken. Er kwam steeds een maar achter mijn naam te staan. Hier gebeurt dat niet. Goed is gewoon goed en slecht is gewoon slecht.’

Benito Raman flitst door de Bundesliga: 'Ik moet niet te veel achterom kijken'
© BELGAIMAGE

In Extra Time werd onlangs kort gedebatteerd over de reden waarom twee als moeilijke karakters gecategoriseerde spelers – jij en Dodi Lukebakio – in de Bundesliga zo een hoog rendement halen. Heeft dat te maken met de typisch Duitse discipline, zoals Wesley Sonck vermoedde, of simpelweg omdat je uit je comfortzone getrokken werd, zoals Filip Joos argumenteerde?

Raman: ‘Een week eerder hoorde ik zelfs zeggen dat wij hier kort aan de ketting gehouden worden… Wel, ik kan je verzekeren dat we in Düsseldorf vrijer zijn dan in België. Er zijn natuurlijk richtlijnen waaraan we ons moeten houden, maar er wordt hier zeker niet om de vijf minuten aan de ketting getrokken. Ik mag zoveel doen als ik wil, zo lang ik maar presteer op training en in de wedstrijd. Nu, omdat je geen vrienden of familie in de buurt hebt, focus je je vanzelf meer op je job.’

Heb je op familiaal vlak ook meer stabiliteit gevonden?

Raman: ‘Ja. Het ging al beter toen ik op mijn achttiende alleen ging wonen, maar de laatste drie jaar gaat het echt goed rondom mij, ik moet niet langer bemiddelen tussen mijn ouders of na training bellen om te luisteren naar wat er nu weer gebeurd is. Ook dat helpt om vol op het voetbal te focussen. Mijn vader en mijn moeder komen elke twee weken naar mijn wedstrijd kijken.’

Hoe bevalt het leven in Düsseldorf je?

Raman: ‘Goed. Ik woon in een rustige buurt, niet ver van het stadion. Er zijn veel leuke restaurantjes in Düsseldorf. Maar eigenlijk kom ik enkel nog buiten voor praktische zaken zoals boodschappen. Na een training zit ik liever thuis. Beetje Fortnite spelen.’

Je vindt dat de Belgische media te veel berichtten over het extrasportieve. Zijn de Duitse sensatiebladen niet nog brutaler?

Raman: ‘Niets van gemerkt. Hier zijn nog geen oude verhalen opgerakeld. En dat is goed, ik moet niet te veel achterom kijken. Ik heb ondanks mijn jonge leeftijd al bijna alles meegemaakt, zowel hoogte- als dieptepunten. Van een landstitel en Champions League met Gent, Europa League met Standard en een titel met Düsseldorf tot een degradatie, die persoonlijke incidenten… Dat vergeet men nogal snel, vind ik. Ik ben best tevreden met wat ik al bereikte. Had er meer ingezeten? Dat kan, maar ik stel vast dat ik op mijn manier – ik ben niet iemand die altijd braafjes binnen de lijnen loopt – toch in de Bundesliga speel.’

Had je in de zomer van 2017 het gevoel dat je uit België weg moest?

Raman: ‘Ik had aanbiedingen van andere Belgische clubs, maar ik had er al enkele op mijn cv staan ( Gent, Kortrijk, Beerschot, Sint-Truiden en Standard, nvdr) en ik voelde dat ik door zo vaak te wisselen die reputatie van enfant terrible alleen maar versterkte. Ik koos voor de tweede klasse in Duitsland en dat liep van bij het begin perfect.’

Je had er nochtans geen slecht seizoen opzitten bij Standard. Was je verrast dat je weg mocht/moest?

Raman: ‘Mijn eerste zes maanden bij Standard speelde ik vaak, eerst onder Yannick Ferrera en nadien onder Aleksandar Jankovic. Tot ik geblesseerd raakte en er met Ricardo Sá Pinto weer een nieuwe trainer kwam. Hij moest me niet. Tijdens de voorbereiding op het nieuwe seizoen nam hij me mee voor de oefenwedstrijden zonder dat ik speelgelegenheid kreeg. Daar had ik weinig aan, liever had ik dan wat extra getraind. Op een bepaald moment heb ik de knop omgedraaid en ben ik puur voor mezelf gaan werken, met in het achterhoofd een mogelijke transfer.’

De volksjongen Benito Raman en de vurige aanhang van de Rouches, dat leek anders wel een goede match.

Raman: ‘Die vurige aanhang was plezant, ja. Behalve als het slecht liep, dan stonden ze met vijftig zware types op training om ons de levieten te lezen. Maar als je dan tijdens de wedstrijd je truitje nat maakte, gingen ze vol achter je staan. Ik kon dat wel waarderen. Op dat vlak was het in Gent veel braver.’ ( grijnst)

En in Düsseldorf?

Raman: ‘Hier spreek je van een andere grootorde. Zelfs in tweede klasse vorig seizoen zaten er soms veertigduizend mensen in het stadion. Het leeft enorm, altijd volle gas.’

Je werd snel aanvaard door de Fortunafans. Na enkele maanden had je al een eigen Kerstsong.

Raman: ‘Ik blijf negentig minuten lopen en vechten voor de bal, dat type zien ze graag. Ik versta Duits, maar spreken doe ik in het Engels. Ik ben te bang om fouten te maken of Duits te spreken met een Gents accent.’ ( lacht)

Andere speelstijl

Je trainer bij Düsseldorf, Friedhelm Funkel, is een ervaren rot. Hij wordt omschreven als sympathiek autoritair. Hoe is je band met hem?

Raman: ‘De trainingen laat hij meestal over aan zijn twee assistenten, soms maakt hij zich eens kwaad, maar hij weet perfect wanneer en hoe. Hij houdt de zaken simpel. Ook tactisch. We moeten niet zoals bij Hein Vanhaezebrouck 87 verschillende signalen instuderen voor een hoekschop. ( lachje) Die eenvoud werkt.’

Hein Vanhaezebrouck was een belangrijke figuur in je carrière.

Raman: ‘Bij Kortrijk en aanvankelijk ook bij Gent liep onze samenwerking vlot, daarna is het een beetje misgelopen. Ik neem hem niets kwalijk, het was deels mijn eigen schuld. Ik heb veel geleerd van hem en ik heb in ons kampioensjaar ook iets kunnen bijdragen aan de ploeg. Sommige principes van hem gebruik ik nog altijd. Bij STVV heb ik eens uit een vrije trap gescoord op een manier die hij me had geleerd en hier bij Düsseldorf heb ik in die aanvalslinie met drie de neiging om aan de lijn van de zestien te staan, zoals hij het aanleerde bij Gent.’

'Ik neem Hein Vanhaezebrouck niets kwalijk. Dat onze samenwerking wat misliep, was deels mijn eigen schuld.'
‘Ik neem Hein Vanhaezebrouck niets kwalijk. Dat onze samenwerking wat misliep, was deels mijn eigen schuld.’© BELGAIMAGE

Zou de Bundesliga iets voor Vanhaezebrouck zijn?

Raman: ‘Niet elke club. Enkel die waar alle spelers negentig minuten hard willen lopen en werken. Freiburg bijvoorbeeld. Niet alle spelers willen gebonden zijn aan al die opdrachten.’

Je speelstijl veranderde: nog steeds energiek, maar met meer overzicht. Getuige ook de knappe doelpunten en assists. Hoe verklaar je dat?

Raman: ‘In België was het aanvankelijk vooral lopen, zonder veel na te denken. Nadien ging ik dan weer net te veel nadenken bij bepaalde acties. Hier komt het vanzelf. Het heeft te maken met vertrouwen… en met herhaling op training.’

Geen enkele gele kaart ook dit seizoen. In België en zelfs vorig seizoen in de Duitse tweede klasse was dat even anders. Ben je daarop aangesproken door de trainer?

Raman: ‘Neen, eigenlijk niet. In België werden meer overtredingen op mij gemaakt, hier zelden. Enerzijds omdat er sneller gespeeld wordt en ze dus de kans niet krijgen, anderzijds omdat er minder gefloten wordt door de scheidsrechters. Bij conflicten houd ik me ook ver van de discussie. De VAR is hier ongelooflijk streng voor dat soort zaken, ze lachen niet met die boetes.’

Heb je dan voor jezelf een klik in je hoofd gemaakt op dat vlak?

Raman: ‘Niet bewust. Ik sta gewoon rustiger op een voetbalveld.’

Funkel had voor het seizoen al voorspeld dat je het makkelijker zou hebben in de Bundesliga dan in tweede klasse.

Raman: ‘Er wordt meer gevoetbald en je krijgt in bepaalde wedstrijden meer ruimte. Ik profiteer natuurlijk van het feit dat ze mij nog niet goed kennen. Omgekeerd hetzelfde: ik houd me niet bezig met mijn rechtstreekse tegenstanders. Hoogstens kijk ik voor de wedstrijd even op het tactische bord wat er over hem geschreven staat, maar verder doe ik gewoon mijn ding en zoek ik tijdens de wedstrijd uit waar de mogelijkheden liggen. In België kende ik bijna elke speler, dan ga je op voorhand al nadenken over bepaalde scenario’s of bewegingen. Onze tactische besprekingen hier duren amper een kwartiertje. Ik heb het in het verleden al geweten dat je bijna anderhalf uur tactische bespreking krijgt en op het einde niet meer weet wat in dat eerste kwartier gezegd werd. Dan is deze manier effectiever.’

In een volle Allianz Arena, voor 75.000 man, flitste het even door mijn hoofd: wauw, hier sta ik nu. Wie had dat gedacht?’ Benito Raman

Waar ligt volgens jou je grootste progressiemarge?

Raman: ‘Op alle vlakken. Nog betere keuzes maken en momenten uitkiezen bijvoorbeeld. Tegen Mönchengladbach geef ik wel drie assists in tien minuten, maar er waren in de tweede helft nog situaties genoeg om uit te buiten en zelf te scoren.’

Zijn er al spelers of ploegen die jou geïmponeerd hebben in de Bundesliga?

Raman: ‘Vroeger was ik op tv altijd onder de indruk van Bayern München. Als je er dan tegen speelt, merk je nog meer hoe mannen als FranckRibéry en ArjenRobben al hun acties op snelheid doen. Ze krijgen de bal en zijn je meteen voorbij, alles aan honderd procent. Bij ons zit er vaker een rustmoment in.’

Benito Raman met Dodi Lukebakio en Niko Giesselman. 'In het begin stelde Dodi zich vragen bij het vele lopen, maar ik heb hem duidelijk gemaakt dat hij daarin mee moest gaan.'
Benito Raman met Dodi Lukebakio en Niko Giesselman. ‘In het begin stelde Dodi zich vragen bij het vele lopen, maar ik heb hem duidelijk gemaakt dat hij daarin mee moest gaan.’© BELGAIMAGE

Was die match op Bayern, waar jullie dankzij drie goals van Lukebakio 3-3 spelen, je voorlopige hoogtepunt in Duitsland?

Raman: ‘Neen. De thuiszege tegen Borussia Dortmund en winnen op Schalke 04 schat ik even hoog in. Maar toen ik in een volle Allianz Arena stond, voor 75.000 man, flitste het even door mijn hoofd: wauw, hier sta ik nu. Wie had dat gedacht? Vijf minuten na de match ben je dat echter vergeten en denk je weer vooruit. Je mag ook niet te veel onder de indruk zijn, anders kun je niet presteren.’

Ook Dodi Lukebakio maakt bij Düsseldorf een stormachtige evolutie door.

Raman ( knikt): ‘Eén tegen één is hij niet te houden. Zeker als hij op zijn eentje op de keeper kan afgaan, is het negen op de tien een doelpunt. In het begin stelde hij zich wel vragen bij het vele lopen, maar ik heb hem toen meteen duidelijk gemaakt dat hij daarin mee moest gaan. Dat het de enige manier is om in de gunst van de trainer te komen. Je mag nog twee keer scoren, als je niet loopt, start je de volgende wedstrijd op de bank. Dodi heeft al veel geleerd en zal nog veel leren.’

Nog niet aan plafond

In een eerder interview verklaarde je eens dat je vaak te eerlijk geweest bent in het verleden. Zowel naar pers als naar trainers toe. Ben je daarin veranderd?

Raman: ‘Ik probeer nog steeds eerlijk te zijn. Bij de ene coach pakt dat beter dan bij de andere. Met Jankovic bijvoorbeeld had ik in Standard een heel goede band. Als ik vertelde dat ik door familiale omstandigheden niet kon komen trainen, toonde hij daar begrip voor. Andere trainers geven je ongeacht de uitleg een boete. Met onze coach hier kan ik ook eerlijk zijn.’

Je begeleider Peter Smeets zegt: je moet Benito niet in een keurslijf steken want dan neem je een deel van zijn kwaliteiten af. Vind je het lastig om een evenwicht te vinden tussen helemaal jezelf zijn en toch in de pas lopen om je carrière niet te hinderen?

Raman: ‘Ik zie niet in waarom men mij zou moeten beteugelen op wat ik zeg. Ik ga mij niet anders voordoen om anderen gelukkig te maken. Je leert natuurlijk wel bij. Vroeger zei ik gewoon wat in mij opkwam, nu zal ik meer aandacht besteden aan hoe ik iets zeg. Laatst vroeg een Duitse journalist of Düsseldorf al zeker is van behoud, vroeger zou ik meteen gezegd hebben: Natuurlijk, want Schalke of Stuttgart gaan heus niet meer over ons springen.’ Terwijl ik nu antwoordde dat we rustig moeten blijven en enkel naar onszelf moeten kijken.’ ( glimlacht)

Je hebt in Düsseldorf nog een contract tot 2022. Heb je een planning voor ogen?

Raman: ‘Het is leuk dat je die zekerheid al hebt, maar wie weet komt er deze zomer al een interessante aanbieding. Sommigen dachten dat Düsseldorf mijn plafond is, maar ik denk dat ik dit seizoen bewezen heb dat ik misschien hoger mag mikken.’

Doet KAA Gent jou nog iets?

Raman: ‘Natuurlijk, de topmatchen volg ik via livestream. Met de club heb ik nog maar weinig contact, tenzij soms met de mensen van de ticketing om een kaartje te regelen.’

Denk je soms aan de Rode Duivels? De gouden generatie is stilaan aan verjonging toe.

‘Uiteraard denk ik daar wel eens aan. Als ik op deze manier blijf presteren, wordt de kans groter dat de bondscoach eens naar Düsseldorf afzakt. Maar het is geen obsessie. Wat komt, dat komt.’

Koning van de sprint(s)

In de Bundesliga zijn ze dol op statistieken. In een bijzondere categorie komt Benito Raman als primus naar boven: de sprints. Vijf keer al dit seizoen was hij de man met de meeste sprints in een wedstrijd. ‘Tegen Wolfsburg (op de 9e speeldag, nvdr) en Frankfurt (25e speeldag, nvdr) haalde ik respectievelijk 52 en 53 sprints in een wedstrijd. Dat zijn sprintjes waarbij je minimaal twee seconden 24 km/u of meer haalt,’ weet hij. ‘Ik kan er wel van genieten om de supporters op mijn hand te krijgen met die versnellingen.’

Met die 53 sprints in één wedstrijd heeft Raman voorlopig het Bundesligarecord op zijn naam staan. ‘Als je er de intensive runs bijtelt – tussen 18 en 24 kilometer per uur – haal ik doorgaans tussen de negentig en de honderd sprints per match. In het begin moest ik soms na vijftig minuten met krampen gewisseld worden, nu kan ik de inspanningen negentig minuten volhouden. Een logische vooruitgang: hoe meer je speelt, hoe beter je conditie. We trainen ook korter, maar intensiever. Ik voel me frisser bij aanvang van een wedstrijd. In België trainen ze soms te lang, tot een uur en drie kwartier, dat kan ten koste gaan van frisheid.’

Dortmund of toch weer Bayern kampioen?

Wie maakt volgens Benito Raman het meest aanspraak op de Duitse landstitel? ‘Het zijn twee verschillende spelopvattingen’, stelt de Belgische aanvaller. ‘Bayern speelt met een grote targetspits, Borussia eerder met kleine en wendbare spitsen. Ik vind dat Borussia de titel het meest verdient. Al was het maar om die hegemonie van Bayern eens te doorbreken, het zou goed zijn voor het Duitse voetbal. Wij moeten nog naar Dortmund, dat wordt de lastigste klus die ons nog rest. Als we tegen dan zeker zijn van behoud, kunnen we daar wel met een vrije geest naartoe en genieten van de beleving.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content