Carl Hoefkens: ‘Je kan in Gibraltar goed je brood verdienen’

© Belga Image
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Carl Hoefkens sloot zijn carrière af bij FC Manchester en kent nog een aantal spelers van Gibraltar. ‘De clubelftallen zijn sterker dan de nationale ploeg.’

Als het een beetje meezit, kunnen de Rode Duivels zondag geplaatst zijn voor het WK. De Belgen hebben dan wel een zes op zes nodig tegen Gibraltar (vanavond) en Griekenland (zondagavond in Pireus, Athene), terwijl de Bosniërs dat niet mogen halen tegen Cyprus (vanavond in Nicosia) of zondag tegen Gibraltar, dat zijn thuiswedstrijden in Portugal afwerkt omdat het eigen nationaal stadion nog steeds niet beschikbaar is. In het andere geval valt een beslissing op 7 of 10 oktober. De Rode Duivels moeten dan naar Sarajevo, vooraleer ze thuis Cyprus ontvangen.

Carl Hoefkens sloot in Gibraltar zijn carrière af. Nadat hij stopte met topvoetbal bij Club Brugge vlak voor de komst van Michel Preud’homme, week hij met zijn familie uit naar Zuid-Spanje. Hij kocht er een huis in de buurt van Marbella en ging er fitnesstrainingen geven. Nu de kinderen wat groter zijn, en het bestaan onder de Zuid-Spaanse zon de familie begon te vervelen, keren ze naar huis terug. Over een dag of tien slaan ze weer hun tenten op aan de Belgische kust, in Knokke.

Dat we ons van Gibraltar niet al te veel moeten voorstellen, zagen we al in de heenwedstrijd. Toen werd het 0-6 voor de Belgen, met al een doelpunt in de eerste minuut van Christian Benteke. In zes matchen haalde Gibraltar nul punten. Het scoorde drie keer en slikte 24 goals.

Hoefkens: ‘Normaal voor een gemeenschap met 34.000 inwoners. Daarmee breng je geen derdeklasser op de been, laat staan een nationale ploeg. Die kan normaal gezien de eerste tien, vijftien minuten wel weerstand bieden, maar daarna is het over. Een paar van de jongens die vanavond tegen de Belgen spelen, ken ik nog uit mijn ploeg. De vijver is er niet zo groot en eens international, blijf je international tot je stopt met voetballen.’

Ruimte is er schaars, er is één veld, bij de ingang van de rots, vlak naast het vliegveld. Hoefkens: ‘Daar moeten alle ploegen op spelen en trainen. Twaalf eersteklassers, twaalf tweedeklassers en de jeugd. ‘En dat zal nog wel even duren, want ze spreken daar nu al zo lang van een nieuw stadion. Grond is er duur.’

Files

Het voetbal is Brits. Hoefkens: ‘Veel lopen en knokken. Niks voor mij, ik was toen bezig met crossfit en lopen, dat ging echt niet zo goed meer. (lacht). Op de duur zag ik ook op tegen het traject. Een half uur heen, een half uur terug en files aan de grens. Gibraltar binnen rijden viel nog mee, iemand van de club was hoofddouanier, en als die me zag staan, liet hij me direct door. Maar terugkeren en weer Spanje binnen rijden, was andere koek.’

Je verdient er immers goed je brood, op de rots met de apen, en dat lokte heel wat grensarbeiders, die elke dag in lange rijen stonden. Ook voetballers. Hoefkens: ‘Er liepen in de competitie best wel wat Spanjaarden rond. En eigenlijk betaalden ze niet slecht, als je het combineerde met werk. Veel intelligente gasten kwam ik tegen, advocaten en zo. Die werkten overdag en verdienden ’s avonds een mooie cent met hun hobby, voetballen.’

De clubs zijn er daarom sterker dan de nationale ploeg, zegt hij. Hoefkens: ‘En omdat het er warm is, slagen ze er wel eens in in de eerste Europese voorronde een andere zwakke ploeg uit te schakelen. Maar als daarna de groteren komen, gaan ze er toch uit.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content