Dani Alves: de man die al z’n Europese finales wint

© AFP
Jarno Bertho
Jarno Bertho Freelancejournalist

Na een wonderbaarlijk snel herstel van een kuitbeenbreuk is Dani Alves terug van (eigenlijk nooit) weggeweest. Illustratief voor de bloedvorm waarin de Braziliaanse vleugelback verkeert waren de halve finales van de Champions League en de finale van de Coppa Italia. Met nog één wedstrijd dit seizoen – de finale van het kampioenenbal – is tegenstander Real Madrid gewaarschuwd, want Alves verloor geen van zijn vijf Europese finales.

Eind november, vijf maanden nadat hij Catalonië voor Turijn had ingeruild, kronkelde en kermde Dani Alves in het Stadio Luigi Ferraris van de pijn. Juventus stond na dertig minuten met drie goals in het krijt tegen Genoa, maar de nakende nederlaag werd een kwartier voor tijd ondergeschikt aan de blessure die de rechtsback van de Oude Dame opliep. Lucas Ocampos – vleugelaanvaller bij de tegenstander – trapte volledig naast de bal en trof niet geheel onzacht het kuitbeen van Alves. Onschuldig en onvrijwillig, maar de Braziliaan moest wel met een brancard van het veld. Vlak na affluiten deelde Juventus via haar sociale kanalen mee dat de speler een gecompliceerde breuk in het linkerkuitbeen had opgelopen. Een maandenlange revalidatie werd meteen op de agenda gezet. De geruchtenmolen draaide plots aan 130 kilometer per uur: de op dat moment 33-jarige Dani Alves zou nooit meer voetballen.

Juventus ontdeed zich in de weken nadien van verdere communicatie over de ernst van de blessure. Nog geen drie maanden later stond Alves alweer op het veld. De breuk bleek niet zo zwaar als vooraf werd gediagnosticeerd. Begin februari kozen speler en trainer Max Allegri in de thuiswedstrijd tegen Internazionale voor een kijkoperatie. Alves zou tien minuten voor tijd invallen en kortstondig voluit gaan. De operatie lukte: in de volgende zeven competitiewedstrijden stond de Braziliaan zes keer op het veld waarvan vijf keer de volle negentig minuten.

Plotse uitblinker

Drie maanden na z’n probleemloze comeback speelt Alves in en tegen AS Monaco z’n beste wedstrijd voor de Bianconeri. In de heenwedstrijd van de halve finales van de Champions League gaat Juventus met 0-2 winnen in het Stade Louis II. Het scoort twee doelpunten uit het boekje. Gonzalo Higuaín is tweemaal de afwerker, maar mooier dan de goals zijn de assists van Alves. Bij het eerste doelpunt had hij twee balcontacten – één op de eigen helft en één in het vijandige strafschopgebied – waarvan het tweede de geschiedenis zal ingaan als een van de meest verfijnde assists van de Europese voetbaljaargang.

Na een lange run bood hij Higuaín met een fraaie hakpass het doelpunt aan. Na de pauze zou hij de Argentijn nog van een tweede treffer assisteren. Ook in de terugwedstrijd eist Alves een hoofdrol op. Met een schitterende volley zwaait hij de Monegaskische droom van een stunt definitief vaarwel. Juventus scoort over twee wedstrijden vier keer tegen de club uit het prinsdom. Bij drie van die doelpunten was Alves betrokken. Op z’n 34ste is hij z’n fysieke piek al voorbij, maar de motor draait wel nog steeds. Zonder al te veel problemen. Met gebruikelijke rushes met en zonder bal, vinnig offensief stoorwerk, verfijning in de passing en degelijk defensief werk is Alves terug van nooit weggeweest. Net zoals in de gouden jaren van Barcelona is hij de aloude timer die aangeeft wanneer de ploeg over de flanken omschakelt en aanvalt. Aan snelheid heeft ie in Turijn niet ingeboet.

De man die Lionel Messi het vaakst van een doelpunt voorzag – met 38 assists – zit intussen aan vier stuks op het kampioenenbal. Enkel Neymar (9), Cristiano Ronaldo (6) en Ousmane Dembélé (6) doen beter. De ex-souschef van Messi pakt met de titel en de bekerwinst – waar hij opnieuw met een volleydoelpunt zijn cruciaal aandeel in had – meteen twee prijzen in zijn eerste seizoen in Italië. Het moet in Catalonië pijn aan de ogen doen. Het ontbreekt hen net aan dat soort onorthodoxe vleugelback. Sergi Roberto functioneert naar behoren op die positie, maar heeft duidelijk noch de vista noch het rendement van Alves. Roberto is bovendien al 25 en allerminst een coming man. Alves coverde zoveel aspecten van het spel van Barcelona, dat een evenwaardige vervanger haast onmogelijk te vinden was.

Serial winner

Hoe dan ook, Dani Alves blijft net als in Sevilla en Barcelona prijzen pakken. Op 3 juni kan hij in Cardiff voor de zesde keer in zijn carrière een Europese beker winnen. Met Sevilla won hij tweemaal de UEFA Cup (2006 en 2007) en met Barcelona veroverde hij drie keer de Champions League (2009, 2011 en 2015). In de Welshe hoofdstad wordt hij mogelijk de eerste speler ooit die drie trebles wint en na ex-ploegmaat Samuel Eto’o de tweede die dat met verschillende clubs doet.

Spelers met meeste prijzen:

36 – Maxwell (1 bij Cruzeiro, 6 bij Ajax, 5 bij Internazionale, 10 bij Barcelona en 14 bij Paris Saint-Germain)

35 – Ryan Giggs (Manchester United)

33 – Dani Alves (5 bij Sevilla, 23 bij Barcelona, 2 bij Juventus, 3 bij Brazilië)

33 – Vítor Baía (27 bij Porto, 6 bij Barcelona)

32 – Zlatan Ibrahimovic (4 bij Ajax, 2 bij Juventus, 5 bij Internazionale, 5 bij Barcelona, 2 bij AC Milan, 12 bij Paris Saint-Germain, 2 bij Manchester United)

Op de ranglijst van spelers met meeste trofeeën op het hoogste niveau klom Alves afgelopen maand naar de derde plek. De Champions League kan al het 34ste exemplaar in z’n kast zijn. Winst zou een opvallende prestatie zijn en aantonen dat Alves een seizoen met serieuze tegenslag zelfs op z’n 34ste met onaangetast talent en kracht kan ombuigen in een succesvol jaar. En bovendien dat hij weer hip en happening is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content