De Charlton met het korte lontje

© belga
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Uitgerekend in de week dat zijn Leeds meer dan waarschijnlijk terug keert naar de Premier League – het heeft maar een paar punten meer nodig, verliest de club een legende: Jack Charlton. Broer van Bobby, het icoon van Manchester United. Wereldkampioen met Engeland, gewezen bondscoach van Ierland.

Op vijf september 1994 speelt Club Brugge Europees tegen de Sligo Rovers, een ploegje uit het noordwesten van Ierland. Tegenwoordig overleven dat soort teams de eerste voorrondes niet en zijn duels met Belgische topploegen schaars, maar in die tijd raken dat soort teams nog in de eerste ronde van Europese bekers. In dit geval ECII. Club heeft dan al Champions League gespeeld, tegen Marseille en Milan, en het contrast met deze tegenstander is groot. In die tijd is het de gewoonte om pins uit te wisselen met het bestuur van de opponent, maar Sligo heeft er geen. De oude zijn op en geld om nieuwe te maken, is er niet.

Ook de accommodatie is abominabel. Om te voldoen aan de criteria van UEFA worden alle voorzieningen voor bezoekers _ douches, kleedkamers’, wc’s.. ondergebracht in inderhaast neergepote containers. De tribunes zijn niet meer dan wat betonnen muren, waarop simpele houten bankjes zijn geplaatst. Op één van die bankjes zit tot grote verrassing van de Brugse delegatie een bekende uit het wereldvoetbal: naast de oude wijzen van het dorp, die rustig hun pijp roken, herkent men Jack Charlton. Op dat moment bondscoach van Ierland en speurend naar talent.

Vissen

In 2012, tijdens het EK in Polen en Oekraïne, brengt Koen Meulenaere, op dat moment columnist voor Sport/Voetbal Magazine, een eigengereid eerbetoon aan de periode van Jack als bondscoach. Ierland is net uitgeschakeld op het EK, ondanks een coach als Giovanni Trappatoni, en dat biedt Meulenaere, nog ex-hoofdredacteur, de kans om het over Charlton en diens successen met het land te hebben.

‘Eenieder herinnert zich de ideale Ierse bondscoach: Jack Charlton. Kwalificeerde Ierland zowel voor de wereldbeker in Italië als in de Verenigde Staten. Wij hebben ooit een persconferentie van hem bijgewoond waarbij hij zich weliswaar bereid verklaarde eventuele vragen te beantwoorden, maar onderstreepte dat de eigenlijke bedoeling van de bijeenkomst was om met zijn allen een paar bekers Guinness te nuttigen. Een Ierse journalist vroeg toen: ‘Wie speelt er morgen op het middenveld?’ Waarna Jack Charlton gevat antwoordde: ‘Niemand.’

‘Charlton voetbalde zijn hele carrière bij Leeds. Daar was het simpel. Een paar rouwdouwen zoals hij namen de tegenstander de bal af, gaven hem aan Billy Bremner, die dribbelde vier man en schoof dan door naar Peter Lorimer of Allan Clarke en die schoten hem binnen. Alleen tegen Lierse lukte dat niet.

‘Aangezien de Ieren na het afscheid van Liam Brady niemand hadden als de Schot Bremner, beschouwde de Engelsman Charlton het middenveld als een voor Ierland volstrekt nutteloos gebied. ‘Niemand scoort van op het middenveld, en al zeker geen Ier, dus we slaan dat over’, was zijn filosofie. Twee eindrondes van de wereldbeker gehaald, één meer dan Georges Leekens.

‘In 1995 hield Charlton het voor bekeken bij de Ierse ploeg en trok zich terug. Hij is nu al zeventien jaar met pensioen, tot spijt van alle vissen die hun leven niet meer zeker zijn. Geen idee wat Jack denkt over de tactiek van Trapattoni. Het is zeker de zijne niet, maar de Ieren geraakten er wel mee op dit EK, en zonder de handsgoal van Thierry Henry waren ze er ook in Zuid-Afrika bij geweest.

Twee jaar geleden ontmoetten beide coaches elkaar kortstondig in een hotel in Dublin, waar de nationale ploeg toen verbleef en Charlton acte de présence gaf voor een paar sponsors. Bij die gelegenheid gaf Saint-Jack Saint-Trap zijn autobiografie cadeau, én een gesigneerd exemplaar van het hilarische boek ‘ Go fishing with Jack Charlton’ , waarin Jack op de cover poseert met een pas gevangen zalm die even groot is als hijzelf. Heeft ook nog Salmon Run geschreven, vol nuttige tips voor gevorderde zalmvissers, maar dat is niet meer te verkrijgen. Tenzij bij antiquairs tegen woekerprijzen.’

Leeds

Een rouwdouw in de verdediging dus, anders dan zijn broer Bobby, die naam en faam maakte in de spits bij Manchester United. Beiden bleven hun club nagenoeg hun hele leven trouw: Bobby speelde 758 wedstrijden voor United, Jack 773 voor Leeds, in eerste én tweede klasse. Voor Don Revie er met de ploeg successen haalde, omschreven zijn voorgangers als manager bij Leeds Jack Charlton nog als ‘nors en ongedisciplineerd’, maar onder Revie vaart de rijzige Engelsman blindelings op het kompas van de manager en wordt hij een betrouwbare centrale verdediger die in 1966 de wereldtitel pakt met Engeland.

Familievete

Dat de beide Charltons topvoetballers zouden worden, staat in de sterren geschreven. Vier van hun ooms (allemaal met de achternaam Milburn ) schoppen het tot profvoetballer. De meest bekende Milburn is Jackie, geen oom maar een neef van hun moeder. Een icoon uit de geschiedenis van Newcastle. Net zoals één van de tribunes van Old Trafford genoemd is naar Bobby Charlton, draagt er eentje in St James’ Park de naam van Jackie: de Milburn Stand. Die Jackie is eigenlijk een schuchter man die open bloeit op het veld. Bobby is dat ook, veel meer dan Jack, twee jaar ouder en cassanter.

Als Jack in 1996 zijn biografie publiceert, gooit hij een grote familievete bloot op straat. In dat boek bekritiseert Jack zijn jongere broer Bobby. Dat hij hun moeder Cissie in haar nadagen nauwelijks nog komt bezoeken en dat zijn vrouw Norma een moeilijk mens is, die het wat hoog in de bol heeft. Bobby, die na zijn carrière in de buurt van Manchester blijft wonen en niet terugkeert naar Ashington, ten noorden van Newcastle waar de familie vandaan komt, heeft het daar heel moeilijk mee. Pas een decennium later, in 2007, publiceert hij op zijn beurt het relaas van zijn leven. In een interview naar aanleiding van dat boek zegt Bobby over Jack ‘dat ze al een tijdje gestopt zijn elkaar te zien. Ik wil hem gewoon niet meer kennen.’ Later zouden de plooien weer wat gladder worden gestreken.

Té sterke vrouwen in de familie liggen aan de basis van de vete. Als journalisten in 1996 wat beginnen graven, blijkt die al heel oud te zijn. Als Bobby en Norma trouwen, in 1961, vergroot de afstand met de familie. Letterlijk, tussen Ashington en Manchester ligt 260 kilometer, maar ook figuurlijk. Norma, sociaal ambitieus, voelt zich nooit thuis binnen de arbeidersfamilie Charlton-Milburn en houdt Bobby er zoveel mogelijk weg. Als vader Bob Charlton, een mijnwerker van weinig woorden, in 1982 strijdt tegen kanker en uiteindelijk ook zal overlijden, zegt die op een gegeven moment zelfs tegen Cissie: ‘Als Bobby voor de begrafenis bloemen zendt, gooi ze dan maar in het vuur.’

Jack heeft altijd veel meer contact met het thuisfront gehouden. Hij en Bobby hebben, ondanks de vete, veel gemeen. In hun jeugd delen ze het bed, breed heeft pa het niet. En beiden raken heel snel gebeten door de voetbalmicrobe. Hun vader achterna gaan en mijnwerker worden, mogen ze van de man niet. Bobby daarover ooit in een interview: ‘Hij maakte ons zeer snel duidelijk dat we wat anders moesten doen als we een andere job konden vinden. Gelukkig kwamen we uit een voetbalfamilie en inspireerden onze ooms ons. Soms ging ik met dad mee naar de mijnen, op zaterdag, als hij zijn loon ging halen. Het viel me toen op dat iedereen die afdaalde er miserabel uitzag. Een lach zag je alleen op de gezichten van zij die terug naar boven kwamen.’

Jack en Bobby hebben gelijkaardige carrières. Beiden worden profvoetballers in 1953, beiden stoppen twintig jaar later, na recordprestaties bij hun club: Jack in Leeds, Bobby in Manchester. De ene als verdediger, de ander als aanvaller. Geregeld staan ze dan ook tegenover elkaar op een veld. Hoe dat was? Bobby, tijdens een interview naar aanleiding van zijn zestigste verjaardag: ‘We hadden op zo’n moment nooit contact met elkaar, tenzij na het laatste fluitsignaal. De eerste keer dat we tegenover mekaar stonden, was Jack vrij hard en aarzelde hij niet om me een stevige trap te verkopen. Maar gelukkig was mijn broer geen vuile speler en kon ik trots zijn op hem, zeker toen hij ook bij de nationale ploeg kwam. Eigenlijk zijn we zoals veel broers. Elk gaat zijn eigen richting uit en soms zie je elkaar daarbij niet zoveel. Er is de gebruikelijke familieruzie geweest, maar inmiddels gaat dat beter.’

Johnny Giles was een Ier die met beiden de kleedkamer deelde. Hij vergeleek ooit in interviews de twee karakters als volgt: ‘Had je ruzie met Bobby, dan kon dat blijven hangen en kreeg je soms de hele week geen woord uit hem. Jack daarentegen had een zeer kort lontje. Met hem kon je op zaterdag ongelooflijk ruzie maken, soms zelfs naar de keel worden gegrepen. Maar als hij maandag in de kleedkamer kwam, was hij alles vergeten.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content