De dubbel van FC Barcelona: het laatste feestje van Iniesta

© BELGA IMAGE
Steve Van Herpe
Steve Van Herpe Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Ondanks de excellente campagne in de Spaanse competitie en de beker blijft de uitschakeling in de Champions League door AS Roma nazinderen in Camp Nou.

We schrijven 10 januari 2011, Zürich. In het operahuis in de Zwitserse stad wordt de Gouden Bal 2010 uitgereikt. Op het podium staan niet alleen drie spelers van dezelfde club, FC Barcelona, ze komen ook nog eens uit dezelfde opleiding: La Masía. Dat is een unicum. De namen zijn: Lionel Messi, Andrés Iniesta en Xavi. In die volgorde. Nochtans had Barça in 2010 aan de hand van Pep Guardiola maar één échte hoofdvogel afgeschoten: de titel in Spanje. Oké, er was ook winst in het WK voor clubs en de Europese en Spaanse supercup, maar dat zijn silicone prijzen, opvulsels in een trofeeënkast waar alleen de rondingen van de échte bekers de blikken naar zich toe zuigen. In de Champions League werd Barcelona dat seizoen uitgeschakeld in de halve finales door het cynische Inter van José Mourinho. En in de Copa del Rey was bekerspecialist FC Sevilla te sterk in de achtste finales.

De enige ploeg die de ongeslagen reeks van Barça nog lijkt te kunnen verstoren, is Real Madrid. De aartsrivaal komt zondag op bezoek.

Van het trio dat in 2010 op het podium stond, blijft straks alleen Messi over. Vorige week kondigde Iniesta zijn afscheid aan van Camp Nou. Het is, na het vertrek van Xavi in de zomer van 2015, alweer het einde van een tijdperk. Iniesta maakte zijn debuut in het eerste elftal in het seizoen 2002/03, Messi een seizoen later. In hun vijftien seizoenen samen wonnen ze 32 prijzen, een hallucinant aantal. Het orgelpunt kwam er voor Iniesta in de bekerfinale tegen FC Sevilla. De 34-jarige grootmeester schitterde er als vanouds en nam de ploeg op sleeptouw. Na een ware demonstratie en zware 5-0-cijfers werd Iniesta verkozen tot man van de match. Pascal Ferré, de hoofdredacteur van France Football, presenteerde daarop zijn excuses: ‘Sorry, Andrés, eigenlijk had jij in 2010 de Gouden Bal moeten winnen.’ Want was het niet Iniesta die de WK-finale in 2010 had beslist tegen Nederland met een doelpunt in de 116e minuut?

Afgelopen weekend mocht het bleekgezicht uit Fuentealbilla ook nog een titel op zijn palmares bijschrijven. En het is er eentje die weleens de geschiedenis zou kunnen ingaan, want de mannen van coach Ernesto Valverde zijn nog ongeslagen in de competitie. Kunnen ze die lijn nog tot het einde van het seizoen doortrekken, dan is dat een primeur in de Primera División. De enige ploeg die, op drie speeldagen van het einde, nog roet in het eten lijkt te kunnen gooien, is Real Madrid, dat zondag op bezoek komt in Camp Nou.

Niemand die in het begin van het seizoen dacht dat dit mogelijk was. In augustus leek de ploeg niet te zullen herstellen van het vertrek van Neymar en de vernedering door Real Madrid in de Spaanse supercup. Toen ook een echt grote transfer uitbleef en het zoethoudertje Ousmane Dembélé nog eens geblesseerd uitviel, lag het hoofd van voorzitter Josep Bartomeu op het kapblok. Maar Valverde en Messi, de eeuwige Messi, hielden het schip drijvende. Dat gebeurde met realistischer voetbal dan voorgaande seizoenen, niet in de door de Hollandse School zo aanbeden 4-3-3 waar Barça zijn handelsmerk van gemaakt had, maar in een 4-4-2. Maar ook in dat systeem zal Messi straks waarschijnlijk topschutter worden, net als in 2010, 2012, 2013 en 2017.

De dubbel van FC Barcelona: het laatste feestje van Iniesta

Respect voor de trainer

Een titel en een beker pakken in je eerste seizoen, daar zouden veel trainers een arm voor geven. Ook Ernesto Valverde. Maar naarmate het seizoen vorderde, werd bij Barcelona stilletjes op meer gehoopt. De laatste CL-winst dateert al van 2015. En dat terwijl de beste speler ter wereld in Catalonië voetbalt en op het toppunt van zijn kunnen is. Dat Real Madrid de laatste jaren de dans leidt op het kampioenenbal, is een extra doorn in het oog.

Valverde heeft ook af te rekenen met de statistieken van een aantal van zijn voorgangers. Pep Guardiola tekende in zijn eerste seizoen, 2008/09, meteen voor de treble. En Luis Enrique deed hem dat na in 2014/15. Ook de man uit Viandar de la Vera, een onooglijk dorpje in Extremadura, leek dit seizoen die weg op te gaan. Tot die smadelijke 3-0-nederlaag in het Olympisch Stadion van AS Roma, die de 4-1 in Camp Nou uitwiste.

Hoewel hij na de match ootmoedig alle verantwoordelijkheid op zich nam, sijpelden berichten door in de pers dat hij het verkorven had bij het bestuur. Waarom had hij gewacht tot de 81e minuut om zijn eerste vervanging door te voeren ( André Gomes voor Iniesta)? Waarom had hij Paulinho niet in de basiself gezet? Na de uitschakeling in Rome liet Bartomeu zich hier en daar ontvallen dat Valverde na dit seizoen mocht opkrassen. Dat was niet naar de zin van de spelers. In de bekerfinale tegen Sevilla wilden ze een en ander rechtzetten, ter ere van Valverde én van de afscheidnemende Iniesta. Na de 5-0 vatte linksachter Jordi Alba het zo samen: ‘De coach heeft de ploeg heropgebouwd na het vertrek van Ney. Hij verdient alle respect. Hij is een heel grote trainer.’

Leegloop van La Masía

Dit seizoen gaat ook om een heel andere reden de geschiedenis in. En wel om wat er op dinsdag 17 april gebeurde. In de wedstrijd tegen Celta de Vigo bracht Valverde een elftal op het veld zonder één enkele speler die opgeleid was in La Masía. Dat was al zestien (!) seizoenen geleden. Een en ander had ook te maken met de bekerfinale van een paar dagen later, maar toch. Het vreemde is dat niemand eraan twijfelt dat er veel talent rondloopt in het opleidingscentrum van Barça, alleen lijkt de kloof met de A-kern groter dan ooit. Het maakt dat tal van jongeren andere oorden gingen opzoeken: Eric García (Manchester City), Sergio Gómez (Borussia Dortmund) en Jordi Mboula (AS Monaco) vertrokken tijdens het afgelopen jaar. De zestienjarige middenvelder Adrià Bernabé is de laatste in het rijtje, ook hij kiest ervoor om zijn carrière bij Manchester City voort te zetten.

Een lichtpuntje is alvast dat de beloften van FC Barcelona vorige week maandag de finale van de Youth League wonnen met 3-0 tegen Chelsea. Hopelijk voor Barça zien we een paar van die jeugdtalenten, zoals Carles Pérez, Abel Ruiz en Alejandro Marqués, volgend seizoen al terug in de A-kern. Veelzeggend is in ieder geval dat van de vorige lichting die de ‘Baby Champions League’ won, in 2014, voorlopig niemand kon doorbreken. Alleen de nu 22-jarige winger Munir El Haddadi, die de afgelopen seizoenen met succes uitgeleend werd aan Valencia en Deportivo Alavés, lijkt het ooit te kunnen maken in Camp Nou.

Neen, een podium van drie spelers uit La Masía op de Gouden Bal, dat zit er niet meteen meer in.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content