Dennis Praet, geen sant in eigen land: ‘Ik ben trots om Belg te zijn’

© belgaimage - christophe ketels
Alain Eliasy Journalist bij Sport/Voetbalmagazine

Het gaat Dennis Praet voor de wind in Italië. Hij is dit seizoen uitgegroeid tot een absolute sterkhouder bij Sampdoria en wordt door La Gazzetta dello Sport beschouwd als een van de vijf beste middenvelders in de Serie A. Een ding ligt Praet een beetje op zijn maag: zijn lange afwezigheid bij de Rode Duivels.

Why always me?, liet Mario Balotelli enkele jaren geleden op zijn shirt graveren. In het geval van Dennis Praet moet het zijn: why never me? Ondanks een puike seizoensstart met Sampdoria werd Praet vorige vrijdag andermaal over het hoofd gezien door bondscoach Roberto Martínez. Een paar uur na de bekendmaking van de selectie zit Praet gekneld tussen acceptatie en berusting. Zijn eerste en enige cap dateert intussen al van half december 2014 onder Marc Wilmots. Daarnet was ik boos, maar bij mij gaat dat meestal snel over, zegt de 23-jarige Leuvenaar. Vergeten is nog iets anders…

Scotch, de voetballende keffer van Praet, zorgt voor de nodige afleiding. Het kader, een minipalazzo met uitzicht op de Ligurische Zee en de zon die tegen de azuurblauwe hemel plakt, leent zich ook gemakkelijk tot een snel verwerkingsproces.

Hoe hard is jouw zoveelste niet-selectie aangekomen?

DENNIS PRAET: Je mag het gerust een zware ontgoocheling noemen. Ik ben aan een goed seizoen bezig, met Sampdoria sta ik op een zesde plaats boven ploegen als Fiorentina, AC Milan en Torino én er zijn een paar spelers uit de kern van de Rode Duivels geblesseerd. Dan hoop je op een oproeping. Eigenlijk was het nu of nooit. De twee vriendschappelijke interlands zijn een van de laatste matchen waarin de coach spelers kan testen. Als je er dan niet bij bent, dan wordt het héél moeilijk om de uiteindelijke WK-selectie te halen.

Had je bepaalde signalen opgevangen dat je er deze keer wel bij zou zijn?

PRAET: Niet echt. Begin vorig seizoen is de bondscoach mij komen scouten. Dat had ik toch ergens gelezen – ik heb hem toen zelf niet ontmoet. Naar mijn weten is hij dit seizoen nog niet komen kijken. Spijtig. Ze zullen mij via via volgen zeker?

In een interview aan Sport/Voetbalmagazine gaf Martínez onlangs aan dat je in vergelijking met vorig seizoen geëvolueerd bent en dat hij rekening met jou moet houden.

PRAET: En nu is het wachten op het vervolg. Oké, Martínez kan uit veel namen kiezen voor zijn middenveld. De concurrentie is zelfs heel groot op mijn positie. Maar dan nog: als je bij een subtopper zit in Italië en daar elke week bij de beteren hoort dan zou je in aanmerking moeten komen voor de nationale ploeg. Bon, ik ben toch blij dat de bondscoach positief was over mij.

PEPTALK

Stel je je vragen bij de selectie van spelers die dit seizoen minder speelminuten maakten dan jou?

PRAET: Het is niet aan mij om commentaar te geven op de selectie van andere spelers. Ik hou mij enkel bezig met mijn eigen situatie.

Zou je niet meer op je strepen moeten staan zoals Radja Nainggolan?

PRAET: Wat bereik je door in de kranten te roepen: ik moet erbij zijn? Iedereen mag weten dat ik teleurgesteld ben, maar ik wil geen selectie afdwingen via de media. Mijn situatie is trouwens anders dan die van Radja – bij hem speelden andere zaken mee. Voor mij moet Radja altijd in de kern van de nationale ploeg zitten.

Je papa zei al lachend: als Dennis er nu niet bij is dan moet hij zich tot Italiaan laten naturaliseren. Dat was vooral als boutade bedoeld. Om maar te zeggen: bij veel grote Europese voetballanden zou je tot de vaste kern behoren.

PRAET:Wellicht wel. (fel) Maar ik denk er niet aan om voor een ander land te spelen. Ik ben trots om Belg te zijn. Ik heb gewoon pech dat deze generatie Belgische voetballers bijna uitsluitend bij buitenlandse topclubs voetbalt. Ja, dat is soms balen. Tien jaar geleden had je als speler van een Italiaanse subtopper altijd een selectie te pakken.

‘Ik ben enorm geschrokken van het contrast met Anderlecht. Ik dacht af en toe: is de Serie A wel een competitie voor mij?’

Krijgen je prestaties niet genoeg weerklank omdat de Serie A nog altijd onderschat wordt?

PRAET: Ik weet niet hoe de bondscoach tegen de Serie A aankijkt, maar het is een van de drie beste competities in Europa. Je wandelt hier niet door de wedstrijden en dat hebben heel veel Belgische spelers ondervonden in het verleden. Aanvankelijk had ik het ook moeilijk. Voor het eerst in mijn carrière kon ik niet elke match op een basisplaats rekenen. Uiteindelijk kwam ik aan 33 matchen en dat is best oké. Ik weet van mezelf dat ik geen superseizoen gespeeld heb, maar het was ook niet barslecht. Er zijn spelers die het minder goed gedaan zouden hebben in hun debuutseizoen in Italië. Daarom heb ik nooit echt in de put gezeten.

Je had dus geen behoefte aan een dagelijkse peptalk van je pa via de telefoon?

PRAET: Ik hoefde mijn telefoon niet te nemen want mijn pa was altijd hier. (lacht) Kijk, ik ben enorm geschrokken van het contrast met Anderlecht. Ik dacht af en toe: is de Serie A wel een competitie voor mij? Nu gaat het veel beter. Ik weet wat de coach verwacht, ik kom meer aan de bal, ik neem meer initiatief en ik ben belangrijker voor de ploeg.

Maar je bent niet meer de Dennis Praet van bij Anderlecht.

PRAET: Een ander systeem, een andere filosofie en een andere trainer vergen een andere manier van spelen.

Je statistieken namen wel een forse duik in vergelijking met je periode bij Anderlecht. In 46 matchen scoorde je een doelpunt en gaf je drie assists. Dat moet toch knagen?

PRAET: (knikt) Bij Anderlecht kwam ik elk seizoen aan acht, negen doelpunten en ongeveer tien assists. Ik zal dit seizoen zeker niet aan tien doelpunten komen. Vijf doelpunten en vijf assists zou mooi zijn.

Ik zit bij een ploeg die minder scoort, de competitie is veel sterker en als mezzala kom ik minder in scoringspositie. In feite heb ik de knop moeten omdraaien.

‘Elke ploeg in de Serie A gebruikt een vast spelsysteem en voetbalt heel herkenbaar. Belgische teams voetballen vanuit hun buikgevoel.’

Vorig seizoen prentte ik mij constant in dat ik op positie tien wilde spelen. Daar moet ik nu niet meer mee afkomen bij de coach: hij zal mij niet meer van positie wisselen. Hij verwacht van de mezzale dat ze verdedigen, maar ook offensief meedenken en creatief zijn.

Je moet je inbeelden dat het percentage verdedigen en aanvallen ongeveer gelijk verdeeld is. Fiftyfifty. Ik moet dus goed mijn momenten kiezen om te infiltreren. In een intensief kampioenschap als de Serie A kan je geen negentig minuten op en af gaan.

Gaan de ballen op training nog lekker binnen?

PRAET: De pure afwerkingsoefeningen zoals ik die in België gewoon was – passen, afleggen en shotten – doen we niet bij Sampdoria. Wij zullen eens naar doel trappen maar dat zal altijd gecombineerd worden met het inoefenen van bepaalde looplijnen in een welbepaald spelsysteem. Nog een geluk dat ik nog geregeld scoor in de onderlinge partijtjes – mijn scorend vermogen zal niet meteen verdwijnen.

BELGISCH BUIKGEVOEL

Sampdoria doet het onverhoopt goed met een zesde plaats. Hoe ver reiken jullie ambities?

PRAET: We presteren momenteel boven de verwachtingen – ik schat dat we eigenlijk een tiende plek waard zijn. Onze zesde plaats is dus heel mooi. Misschien halen we daarmee zelfs Europees voetbal. Roma, Inter, Juventus, Napoli en Lazio bijhalen wordt ontzettend moeilijk.

Maar ik denk dat het een enorme prestatie zou zijn om voor AC Milan te eindigen, dat stevig had ingekocht in de zomer, en Fiorentina. Zeker met de jonge ploeg die we hebben en het gebrek aan grote namen. Fabio Quagliarella, een spits die in Italië heeft rondgezworven, is zowat de grote naam. Verder heb je Lucas Torreira en Duván Zapata, die we van Napoli gekocht hebben. Buiten Italië kent niemand hen. Maar dat zal niet meer lang duren. Mensen zien Sampdoria spelen en denken spontaan: wat een leuke ploeg om naar te kijken. Intussen hebben we al een record op zak: dat van de meeste thuisoverwinningen op rij. Voor het eerst in de clubgeschiedenis hebben we de eerste vijf matchen van het seizoen gewonnen.

‘Altijd volgens hetzelfde stramien. Een bal vooruit, een bal achteruit en de volgende bal opnieuw vooruit. Kruisballen zijn niet toegestaan.’

Uit enkele statistieken blijkt dat Sampdoria niet in de top tien staat wat betreft schoten op doel, voorzetten en afgelegde kilometers. Hoe zou je het voetbal van Sampdoria kunnen omschrijven?

PRAET: Het gebrek aan voorzetten is gemakkelijk te verklaren: we hebben geen flankspelers… Onze coach Marco Giampaolo heeft duidelijke principes: verzorgd, maar direct voetbal door het centrum. De twee centrale verdedigers hebben de verantwoordelijkheid over de opbouw en de drie centrale middenvelders zorgen voor de steun. En zo proberen we onder de druk uit te komen en op te schuiven.

Een type-aanval zou kunnen zijn: de centrale verdediger speelt op de mezzala, de mezzala legt terug op de verdedigende middenvelder, hij speelt de nummer tien aan, van daaruit gaat het terug naar de mezzala en dan naar de spits. Altijd volgens hetzelfde stramien. Een bal vooruit, een bal achteruit en de volgende bal opnieuw vooruit. Kruisballen zijn niet toegestaan. De enige bal die we in de lucht mogen spelen is die naar de diepe spits.

De coach vraagt ons altijd hoog druk te zetten. Ook tegen Juve, Inter en Napoli. Ook de doelman moet opgejaagd worden. We zullen nooit terugzakken op onze eigen helft. Het houdt risicos in: als onze pressing te laat op gang komt dan vallen er gaten. Je moet er dus constant het hoofd bij houden.

De vraag die heel Italië bezighoudt: is Juventus dit seizoen te pakken?

PRAET: Ik denk het wel. Na zes titels op rij is de honger naar een prijs wellicht een beetje weg en zie je meer tekenen van laksheid. Daar kunnen Napoli en Inter, dat met Luciano Spalletti een topcoach in huis haalde, van profiteren. Het zal tussen die drie gaan. Lazio zal iets tekortkomen om zich in de top drie te wringen.

Ben je na bijna anderhalf seizoen in Italië een liefhebber geworden van de Serie A?

PRAET: Ik ben nooit de grote voetbalkijker geweest, maar ik hou wel van de Serie A. Elke ploeg gebruikt een vast spelsysteem en voetbalt heel herkenbaar. Dat mis ik in België. Belgische teams voetballen vanuit hun buikgevoel, genre het zal wel loslopen. Het is geen toeval dat de Italiaanse teams weer meetellen in Europa. Zelfs Atalanta, dat maar net tiende staat, voert zijn poule aan in de Europa League. Napoli, samen met Manchester City nochtans de best voetballende ploeg in Europa, is de enige die minder presteert.

Nu nog de infrastructuur aanpakken. Net als in België zien veel stadions er afgeleefd uit.

PRAET: San Siro en het Olympisch Stadion in Rome zijn verouderd, maar de sfeer is geweldig, en dat maakt het plezant om in te spelen. In België heb je oude stadions en word je in kleedkamers geperst waar er geen ruimte is om je allemaal tegelijk om te kleden. Maar mij maakt het comfort van een kleedkamer niet uit. Geef mij een stoel en ik ben content.

SCANDINAVISCHE STIJL

Je draait al sinds je zeventiende mee in het profvoetbal en je speelde al meer dan tweehonderd wedstrijden op het hoogste niveau. Word je het soms niet beu?

PRAET: Ik ben nog niet uit bed gestapt met de gedachte om iets anders te doen. Zeker niet. Van jongs af was het mijn wens om profvoetballer te worden. Daarom ben ik op jonge leeftijd – ik moest toen een jaar of negen zijn – naar Genk getrokken. Tot mijn zestiende het busje op naar school. Een tijdlang was dat om zeven uur s morgens vertrekken en om half tien s avonds afgezet worden. Relativeren is de boodschap. Anders hou je het geen jaren vol. Ik lees niet veel kranten – mijn vader wel, die is daar heel fel mee bezig – maar ik sluit mij ook niet af van wat er over mij geschreven wordt op de sociale media.

‘Ik betrap er mij op dat ik het interieur van mensen bestudeer als ik ergens kom. In Italië valt het een beetje tegen: je vindt hier geen moderne huizen.’

Je hebt een ASO-diploma op zak, je hebt je eigen label, je kijkt amper naar voetbal op televisie. Mogen we jou omschrijven als een atypische voetballer?

PRAET: (grijnst) Wil je mij nu laten zeggen dat ik mij de slimste voel tussen de andere voetballers? Het is inderdaad zo dat veel voetballers geen diploma hebben omdat ze vroeg met school gestopt zijn. Op zich is dat een moedige keuze, daar is niets mis mee. Als je kan doorbreken in het voetbal, dan heb je daar ook verdienste aan.

Nog zoiets: ik zie in jou geen fervente FIFA-speler.

PRAET: In dat opzicht ben ik misschien geen normale voetballer. Ik heb het meer voor het schietspel Counter-Strike. Voor een stuk zit daar ook tactiek achter. Als we op afzondering zijn op hotel dan stellen we een team samen van vijf spelers en zoeken we at random een tegenstander die het tegen ons wil opnemen. Die weten niet dat ze een bende voetballers aan het neerschieten zijn.Maar goed ook, want tijdens een spelletje worden er serieus wat scheldwoorden gebruikt.

Blijkbaar gebruik je je vrije tijd om gespecialiseerde bladen over architectuur te lezen.

PRAET: Ik zou wellicht binnenhuisarchitectuur gestudeerd hebben, mocht ik geen voetballer geworden zijn. Ik betrap er mij op dat ik het interieur van mensen bestudeer als ik ergens kom. In Italië valt het een beetje tegen: je vindt hier geen moderne huizen. De woningen zien er van binnen en van buiten oud uit. In tegenstelling tot Spanje, waar hedendaagse, chique, witte villas uit de grond rijzen, heeft Italië niets van zijn authenticiteit weggegeven. Het is niet mijn ding, ik hou meer van een strak design, maar het heeft wel zijn charmes. Een Scandinavisch interieur zou bijvoorbeeld niet passen in mijn huis. Je moet de inrichting kiezen naargelang de stijl van het huis.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content