Onze collega’s van Voetbal International spraken met Ryan Donk, momenteel tweede in de Turkse competitie met zijn ploeg Kasimpasa.
VI: Kasimpasa doet het goed, als tweede na leider Fenerbahçe. Hoe kwam jij daar eigenlijk terecht?
“Eerst dacht ik: Turkije, wat moet ik daar? Kasimpasa? Nooit van gehoord! Ik dacht dat in Turkije maar drie clubs waren die konden voetballen. Ik had het goed in België, maar was na vier seizoenen toe aan een nieuwe uitdaging. Sjota Arveladze, de trainer, had eerder al geprobeerd me naar zijn oude club Kayserispor te halen. Istanbul klonk beter en daarom ging ik kijken. Ik was onder de indruk. Toen ook Ryan Babel getekend had, was voor mij duidelijk dat dit een mooi avontuur kon worden.”
VI: Kasimpasa is de enige privéclub in Turkije, geleid door een eigenaar die bevriend is met premier Erdogan. De Turkse bond heeft al een trainingsabonnement genomen voor wanneer de ploeg in Istanbul speelt. Zo goed zijn de accommodaties.
“Ik heb eerder zo’n opbouw naar een topclub meegemaakt bij AZ. Bij Club Brugge heb ik een vergelijkbaar omslagpunt meegemaakt. Hier hebben ze ook enorme ambities. Ik ben echt benieuwd waar we eind volgend jaar staan. Veel druk is er niet op ons. In deze stad gaat het om Galatasaray, Besiktas en Fenerbahçe. Als zij spelen, zie je overal in de stad shirtjes. Ik zie nooit iemand met een shirtje van Kasimpasa lopen.”
VI: Het is je derde buitenlandse avontuur. Is dit nog te vergelijken met Nederland?
“Als ik iets in het buitenland heb geleerd, is dat het allemaal om het resultaat draait. Nederland is het enige land waar ze zeggen dat de manier waarop je speelt ook belangrijk is.”
(TS)
