Een ‘Belgische’ stichter en zelden rode cijfers: alles wat u moet weten over Lazio Roma

© Belga Image

Club Brugge ontvangt met Lazio een antivedettenteam en een club waarvan de stichter begraven ligt in België.

Wist u dat de stichter van Lazio Roma begraven ligt op een Brussels kerkhof? De locatie werd pas in 2011 onthuld en in ere hersteld: tot dan was het een anonieme plek op de weide van het kerkhof van Elsene, waar op 9 januari 2012 een witte grafsteen werd onthuld voor Luigi Bigiarelli, één van de negen stichters van Lazio.

In de nacht van 8 op 9 januari 1900 werd de club door negen jonge enthousiaste studenten gesticht op de Piazza della Libertà in Rome. Ze kozen de adelaar, als symbool voor de Romeinse heerschappij gedurende eeuwen in Europa, en de blauw-witte kleuren als ode aan Griekenland, de bakermat van de Olympische Spelen. De naam werd Lazio omdat men niet alleen in de stad Rome leden wilde, maar in heel de regio.

De stichters waren sporters: turners, zwemmers en atleten. De voetbalafdeling kwam er pas in 1902. De man die de club oprichtte, Luigi Bigiarelli, was op dat moment pas 25 jaar oud, oud-elitesoldaat en verwoed snelwandelaar. Omdat hij in absolute gelijkheid geloofde en niet in de term ‘primus inter pares’, wilde hij geen voorzitter zijn en bleef Lazio het eerste jaar van zijn bestaan zonder president.

In 1902 verliet hij Italië en volgde hij zijn broer Giacomo, die een handelszaak opende in Brussel aan het Sint-Katelijneplein (de vismarkt). Van daaruit bleef hij een topper in het snelwandelen, tot hij in Brussel overleed op amper 32-jarige leeftijd, en, zoals men in 2011 achterhaalde, in Elsene begraven werd.

Belgische Laziofans bezoeken het graf van Luigi Bigiarelli in Elsene.
Belgische Laziofans bezoeken het graf van Luigi Bigiarelli in Elsene.© Belga Image

Zelden rode cijfers

Vandaag is Lazio vooral bekend om zijn voetbalclub. Een club die door de huidige eigenaar Claudio Lotito van het failliet werd gered in 2004. Bij zijn komst bedroeg het jaarbudget 84 miljoen euro, maar werd er 86 miljoen uitgegeven, herhaalt hij vaak.

Met de fiscus trof hij een akkoord om in 23 jaar de schuldenlast van 140 miljoen euro weg te werken. Gevolg is dat Lotito altijd eerst de financiële zaken op orde wil hebben. Zelden beëindigt zijn club een jaar met rode cijfers.

Het maakt dat Lazio geen toppers koopt, maar ze zelf maakt. Het haalt jonge, onbekende of elders afgeschreven spelers, lapt ze op, maakt ze beter en verkoopt ze aan een flinke meerwaarde.

Vakman Inzaghi

Lotito steunt op zijn sportief directeur, de 47-jarige Albanees Igli Tare. Die stapte op zijn einde van zijn spelersloopbaan Lotito’s bureau binnen om een nieuw spelerscontract te tekenen en kwam buiten met de functie van sportief directeur. Hetzelfde deed de eigenaar met de trainer.

Toen Marcelo Bielsa in 2016 nee zei en het niet tot een akkoord kwam met Cesare Prandelli wendde Lotito zich tot een jeugdtrainer. Simone Inzaghi had ook al een verleden bij de club – als spits stond hij mee op de foto bij de laatste landstitel in 2000 (al was hij geen vaste waarde) – maar als trainer had hij nog nooit een eerste elftal getraind.

Inzaghi geldt als een vakman. Vorig jaar leek hij met Lazio bij het uitbreken van Covid-19 verrassend Juventus te kunnen bedreigen voor de landstitel, maar na de hervatting speelde de te kleine kern het team parten.

Simone Inzaghi leidt Lazio sinds 2016.
Simone Inzaghi leidt Lazio sinds 2016.© GETTY

Dit jaar is Lazio, met een spelerskern met een gemiddelde leeftijd van 28,7 jaar evenmin uitgesproken titelkandidaat, maar omdat het al zijn zelf gemaakte vedetten behield en amper nieuwe spelers bij haalde, is het een goed ingespeeld team dat teert op automatismen.

Een paar spelers hebben ook nog in de Jupiler Pro League gevoetbald. Adam Marusic deed dat bij KV Kortrijk en KV Oostende en is zo goed als een vaste waarde. Sergej Milinkovic-Savic is dat nog meer. Tare overtuigde hem om naar Lazio te komen terwijl Genk al een overeenkomst met Fiorentina had. De Serviër kostte 16 miljoen (in twee schijven betaald), maar voor minder dan 100 miljoen laat Lotito hem niet gaan.

Immobile

Voor de doelpunten rekent Lazio normaal gezien op Ciro Immobile, pas in de herfst van zijn loopbaan in zijn beste vorm. Tegen Club Brugge is hij er alvast niet bij door corona. Na omzwervingen bij Borussia Dortmund en FC Sevilla, waar hij amper scoorde, deed hij dat in Italië wél: eerst bij Torino, en nu bij Lazio.

Daar sprong hij vorige week over Giuseppe Signori in de topschutterslijst van Lazio aller tijden, met zijn 128e goal voor de Romeinse club. De man die hem nog voorgaat is de Italiaanse voetballegende Silvio Piola, die 159 doelpunten maakte voor Lazio en niet alleen topschutter van de club is, maar van het Italiaanse topvoetbal aller tijden tout court.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content