Een blik op de data: heeft Philippe Clement AS Monaco al veranderd?

© GETTY
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Na zes wedstrijden aan het hoofd van de Monegasken probeert de drievoudige kampioen van België zijn ideeën op te leggen bij onze zuiderburen.

Toen hij besloot om midden in de transferperiode Club Brugge te verlaten, ging Philippe Clement een fameuze uitdaging aan. Hoewel AS Monaco onder de hoede van Niko Kovac wel opnieuw in vorm was geraakt, verwachtte men in het prinsdom een heuse gedaanteverwisseling. Het bestuur van ASM was gecharmeerd door de durf die het Club van Clement aan de dag legde in de Champions League en besloot daarom hem de teugels van de jonge en beloftevolle kern in handen te geven. Acht wedstrijden later (met vier zeges en één nederlaag) is het tijd om de cijfers eens onder de loep te nemen. Tonen de data, ondanks de blessures en een kalender die verzwaard werd door wedstrijden om de Franse beker, dat het voetbal van Monaco echt veranderd is ?

Op het moment dat Kovac moest vertrekken, had Monaco het magerste doelpuntensaldo van alle clubs uit de top zeven van de Ligue 1. Het had dus maar weinig marge ten opzichte van zijn tegenstanders in een competitie waar veel wedstrijden in balans zijn. Clement mocht dat trouwens meteen ondervinden, hij begon aan zijn opdracht met een brilscore in het Stade La Beaujoire van Nantes.

Maar de Belgische coach is er in enkele wedstrijden tijd wel in geslaagd om het verschil tussen gecreëerde en toegestane kansen ruimer te maken, en dat ondanks een verdediging die iets meer wordt blootgegeven. De ploeg uit het prinsdom staat nu per wedstrijd gemiddeld 4,63 schoten binnen het kader toe, tegenover 3,50 onder Kovac, maar die defensieve verzwakking wordt ruimschoots gecompenseerd door meer aanvallende dreiging: van 3,75 naar 5,63 gekadreerde doelpogingen per match. En bovendien, meer kansen toestaan betekent daarom niet vaker de bal uit het net moeten vissen: van de acht wedstrijden onder de nieuwe trainer hielden Aurélien Tchouaméni en zijn maats vijf keer de nul.

Betere voorzetten

In balbezit is het Monaco van Clement minder zorgvuldig maar completer geworden: minder passes (van 434 naar 401 per match) en dus ook minder balbezit (van 55,8 naar 53,3 procent), maar meer aanwezigheid in de buurt van het vijandelijke doel. De Monegasken trappen in 2022 meer en preciezere voorzetten dan ze het jaar ervoor deden (in de heenronde 14 centers per match waarvan 30 procent geslaagd, sinds het begin van de terugronde 19 centers per match waarvan 34 procent geslaagd) en ze raken vaker de bal in de grote rechthoek van de tegenstander (van 19,7 naar 22,5 keer per wedstrijd).

Op het eerste gezicht is er dus ietsje meer aanvallend spektakel te beleven in het Stade Louis II, zonder dat het evenwel repercussies heeft aan de andere kant van het veld. Dat komt gewoon doordat de mannen van Clement een betere balans weten te vinden tussen kansen creëren en weggeven. Al zit Monaco offensief nog niet aan de cijfers die de Antwerpenaar bij zijn vorige clubs kon voorleggen. In Genk en in Brugge lag het aantal gecreëerde kansen gedurende drie seizoenen beduidend hoger, met een hoogste gemiddelde van 2,06 expected goals per match. De Monegasken zitten daar nog redelijk ver af, met 1,73 expected goals per match sinds zijn aanstelling. Al is dat op zich al heel wat meer dan de 1,48 expected goals per match uit de heenronde onder Kovac. Een teken dus dat de Belg op de goede weg is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content