En God schiep Dieu: het levensverhaal van Mbokani

© BELGAIMAGE

Vijf jaar nadat hij België verliet voor Dynamo Kiev, en terloops ook twee seizoenen in Engeland uitzat, is Dieumerci Mbokani terug in het land. Zijn levensverhaal.

De Onze-Lieve-Vrouw van Vreugdekerk in Anderlecht houdt een paar keer de adem in tijdens de uitvaartplechtigheid van de vijf maanden oude David Mbokani. De sfeer is gelaten, bij momenten zelfs ondraaglijk. Familieleden schreeuwen het uit van de pijn. Mama Marlène is buiten zichzelf. Staf en spelers, die schuin tegenover Mbokani zitten, kunnen hun tranen amper bedwingen. Zelfs de taaiste jongens als Olivier Deschacht moeten hun vochtige ogen nu en dan opdrogen. Mbokani blijft er onbewogen bij. Hij is duidelijk in shock, maar gedurende de dienst staart hij stijf voor zich uit. Het beeld van een apathische Mbokani zittend op een kerkstoel zal bij een paar mensen nog een tijdje blijven hangen.

Mbokani moet zich geliefd, omringd en gewaardeerd voelen en dat is meestal niet het geval tijdens zijn buitenlandse avonturen.

De dagen voor en na de begrafenis cultiveert Anderlecht zijn imago van echte familieclub. Herman Van Holsbeeck geeft aan de sociale cel van de club de opdracht om de Afrikaanse wake en de uitvaart te organiseren. Anderlecht vindt het zijn plicht om de familie te begeleiden tijdens elke fase van het rouwproces. Een paar dagen later schiet de sociale cel opnieuw in actie om de terugkeer van Mbokani op het veld voor te bereiden. Bij zijn eerste bezoek treft Jean-François Lenvain een lusteloze Mbokani aan in de sofa. ‘Ik heb Dieumerci toen wat opgenaaid’, herinnert Lenvain zich. ‘Ik zei: ‘Luister Dieu. Ik heb je al een paar keer horen zeggen dat je je niets aantrekt van de Gouden Schoen en de Ebbenhouten Schoen. Ik geloof er niets van. Ik denk dat je er heimelijk naar verlangt, maar je durft er niet voor uit te komen. Als je mij volgt, zal je binnen de twee jaar die twee trofeeën winnen .‘ We hebben elkaar een hand gegeven en we zijn aan onze missie begonnen.’

Het is het begin van een buitengewone remonte op sentimenteel vlak. Mbokani en zijn zoon Jess zijn onafscheidelijk. Jess mag mee de kleedkamer in op Neerpede en volgt vanuit een van de bureaus de trainingen van zijn papa in een keeperstenue van zijn idool Silvio Proto. Lenvain van zijn kant komt in 2012 zijn belofte na: hij brengt de Congolese spits weer naar de Belgische top. Begin mei 2012 wint Mbokani de Ebbenhouten Schoen en negen maanden later volgt de Gouden Schoen. Zijn terugkeer naar Anderlecht is een groot succes en daar heeft Ariël Jacobs een groot aandeel in. Jacobs, meester-psycholoog en authentieke mensenliefhebber, weet vanaf de eerste dag de gevoelige snaar te raken. ‘Nog voor de transfer rond was, had ik Dieumerci uitgenodigd voor een verkennend gesprek’, aldus Jacobs. ‘Ik wilde hem aan de hand van een filmpje laten zien welk profiel van spits ik zocht. Toen ik hem dat zei, zag ik zijn gezicht verkrampen. Hij wist natuurlijk niet dat ik aan de videoanalist had gevraagd om een compilatie te maken van hem. Ik zag zijn blik veranderen toen hij zichzelf zag op het scherm. Ik zei: ‘Dat is de Mbokani die ik wil zien .

INDOOR BARBECUE

Lang voor hij als een god over Sclessin en het Vanden Stockstadion waakt, heet Dieu gewoon Dieumerci. Na een hele rits dochters is Mbokani senior zo in de wolken met zijn zoon dat hij krijst van de pret: dieu merci! Een halfgod is geboren. Het duurt nog goed twintig jaar voor de Congolezen doorhebben dat de messias in hun land is neergestreken. Dieumerci Mbokani Bezua breekt eerst door bij Sporting Club New Bel’Or uit Kinshasa en verhuist in 2005 naar topclub TP Mazembe. ‘In die tijd speelde hij op de acht of als spelverdeler’, vertelt Jean-Paul Lutula, in België vooral bekend voor zijn periode bij FC Brussels en een vriend van het eerste uur van Mbokani. ‘We verhuisden ongeveer gelijktijdig naar Lubumbashi. Hij naar TP Mazembe en ik naar de grote rivaal FC Saint-Éloi Lupopo. Aangezien we af en toe dezelfde kamer deelden bij de nationale ploeg werden we vrienden. Mensen vonden het vreemd dat we zo goed met elkaar konden opschieten – tussen spitsen van twee rivaliserende clubs is er normaal een beetje achterdocht – maar wij trokken ons daar niets van aan.’

Veel waarnemers in Congo vragen zich af of Trésor Mputu, op dat moment de king van Congo, de aanwezigheid van een nieuwe kroonprins zal dulden. Maar de twee kunnen het verrassend genoeg goed met elkaar vinden en ze leiden TP Mazembe in 2006 naar een eerste titel in vijf jaar. Voor Mbokani staat het dan al vast dat hij geen jaren wil verkommeren in het totaal gedesorganiseerde Congolese clubvoetbal. Het is uiteindelijk makelaar Fabio Baglio die voor hem een test versiert bij Anderlecht. ‘Ik wilde Trésor Mputu aan het werk zien. Ze noemden hem toen de Pelé van Congo’, aldus Baglio, die later ook Chancel Mbemba bij Anderlecht zou parkeren. ‘Maar na afloop zei ik tegen iedereen: de ster van de ploeg is Dieumerci Mbokani. Ze verklaarden mij allemaal gek. Ik had een akkoord met Anderlecht om Mputu te halen, maar ik zei dat de deal enkel zou doorgaan indien ze ook Dieumerci op proef zouden nemen. Voor onze afreis naar België heb ik de vader van Dieumerci ontmoet. Hij nam mij bij de arm en zei: ‘Ik ken je niet, maar ik vertrouw jou mijn zoon toe.”

Mbokani traint met de A-kern, maar speelt met de U21. Nadat hij twee keer scoort tegen Standard wordt een huurconstructie uitgewerkt met een optie tot aankoop van 800.000 euro. Ook naast het veld laat Mbokani zich opmerken. Zo zou hij op een dag een barbecue aangestoken hebben in zijn appartement.

Daniël Renders, toen assistent van Frankie Vercauteren, herinnert zich vooral een introverte, in zichzelf gekeerde kerel, die met niemand praatte. ‘Hij had het bijzonder moeilijk met de groepsdiscipline en de mentaliteit in België’, aldus Renders. ‘En als er een ding was waar Vercauteren streng op toekeek, dan was het de naleving van de reglementen. Maar het gedrag van Mbokani was niet de reden waarom hij niet speelde. In de aanval hadden we Frutos, Akin, Mpenza en Tchité… Hij was ongeduldig en begreep niet waarom hij buiten de selectie viel. Ik legde hem uit dat we op hem rekenden op de lange termijn. Binnen een jaar of twee zou hij regelmatig spelen. Hij knikte ja, maar binnenin dacht hij wellicht het tegenovergestelde.’

En God schiep Dieu: het levensverhaal van Mbokani
© BELGAIMAGE

Vercauteren is geen uitgesproken fan van Mbokani, maar na zijn drie doelpunten tegen Waasland-Beveren maakt Anderlecht plots haast om hem langer vast te leggen. Paars-wit wil 400.000 euro betalen. TP Mazembe blijft vasthouden aan de afgesproken 800.000 euro. Te nemen of te laten. ‘Ik ben bij Herman Van Holsbeeck geweest om hem op de hoogte te brengen dat Standard ver wilde gaan voor Dieumerci’, klinkt het bij Baglio. ‘Uiteindelijk heeft Standard meer dan 1 miljoen euro betaald voor Dieumerci.’

AFRIKAANSE KANARIES

In Luik is Mbokani goed voor twee titels, maar hij voert er ook een strijd tegen zijn oude demonen. Volgens technisch directeur Dominique D’Onofrio waren zijn vrienden de nagels op zijn doodskist. Lenvain: ‘Bij Standard was hij zeker top. Maar het waren one shots. Soms leek hij op water te kunnen lopen en dan verdween hij plots gedurende een maand van de radar.’

In Monaco, Wolfsburg, Kiev en Kingston upon Hull wordt hij door zijn eigen trainers getackeld. Die vinden het niet de moeite om de ploeg zo te modelleren dat de kwaliteiten van Mbokani tot uiting kunnen komen. De Congolees moet zich geliefd, omringd en gewaardeerd voelen en dat is meestal niet het geval tijdens zijn buitenlandse avonturen. Mbokani haakt af van zodra hij de indruk heeft dat hij inwisselbaar is. Daarom klikte het bij Monaco niet met trainer Guy Lacombe. ‘Die man had moeite om een team te bouwen’, zegt Baglio. ‘Hij kreeg zelfs Pierre-Emerick Aubameyang niet aan de praat…. Eén voorval vat alles perfect samen. In november speelt Dieumerci een goede match tegen Bordeaux en geeft hij een assist. De week erna ziet hij zijn naam staan bij de afvallers die met de B-ploeg moeten spelen. Ik ben met de sportief directeur Marc Keller gaan praten en hij begreep het ook niet. Lacombe wilde Dieumerci blijkbaar prikkelen. In Kiev was er in het eerste seizoen weinig aan de hand. Tot de trainer, Serhij Rebrov, de Oekraïense spelers begon voor te trekken. Dieumerci verloor zijn focus en dan kan het snel gaan. De voorzitter had hem doodgraag – hij beschouwde hem als zijn eigen zoon – maar hij kon niet ingaan tegen de trainer.’

Baglio geeft wel toe dat de uitleenbeurt aan Hull City in het seizoen 2016/17 niet de meest doordachte beslissing was. Mbokani was persoonlijk rond met Besiktas en de Turken waren bereid 4,5 miljoen euro te betalen aan Dinamo Kiev. Het was enkel wachten op de handtekening van Dinamovoorzitter Ihor Soerkis. De twee clubs ontmoeten elkaar tijdens de Champions Leagueloting in Monaco, maar het bestuur van Besiktas is het getalm zo beu dat ze alles afblazen. ‘We stonden met de rug tegen de muur’, aldus Baglio. ‘Hull City was dus een lastminutekeuze. Maar het draaide compleet verkeerd uit.’

Hull City eindigt op de achttiende plaats en degradeert uit de Premier League. In veertien matchen kan Dieu geen enkele keer scoren. Het seizoen daarvoor had hij het bij Norwich City nochtans niet onaardig gedaan met zeven doelpunten. Het was niet voldoende om de val naar de Championship te vermijden , maar het is wellicht het buitenlandse uitstapje waar hij de beste herinneringen aan overhoudt. Sportief en op privévlak. ‘In eerste instantie wilde manager Alex Neil een andere Congolees hebben: Benik Afobe‘, vertelt Youssouf Mulumbu, ex-ploegmaat bij The Canaries en Congo. ‘Ik heb hem in de richting van Dieumerci geduwd. Ze apprecieerden elkaar, maar in het begin verliep de communicatie stroef. Op een dag zat ik door een blessure niet in de selectie en iemand van de staf heeft mij tijdens de match van de tribune moeten plukken om de richtlijnen van Neil aan Dieumerci te vertalen. Hij was ook populair bij de supporters. Ik zal niet zeggen dat er rellen uitbraken wanneer hij in Norwich rondliep, maar hij werd vaker herkend dan de gemiddelde speler. Vooral door zijn lengte, vlechten en zijn blingblingoutfits. Ik had mijn Engelse ploegmaat verwittigd: jullie gaan kennismaken met een echte Congolees en die hebben een speciale kledingstijl. Niemand van de Britten heeft de stijl van Dieumerci overgenomen…’

Met Alexander Tettey, Vadis Odjidja, Youssouf Mulumbu en Sébastien Bassong vormt Mbokani een select groepje binnen de kleedkamer. Afrikanen onder elkaar. Ze eten samen buiten de club, komen bij elkaar over de vloer en leren elkaars families kennen. ‘Dieumerci had geluk dat hij niet in Newcastle terecht is gekomen – daar hebben ze pas echt een onverstaanbaar accent’, lacht Bassong. ‘We moesten alles vertalen want zijn Engels was echt beroerd. In zekere zin waren we zijn oppassers. Hij belde mij in het begin zelfs wanneer hij in de winkel stond. Dan zei ik: ‘Je bent ouder dan ik, je bent verondersteld zelf je plan te kunnen trekken.’ We mochten hem niet de kans geven om het zichzelf té gemakkelijk te maken. Met Mulumbu sprak hij vooral Lingala. De Britse spelers vonden dat taaltje en de geluidjes die ze daarbij maakten zo grappig dat ze hen zijn beginnen na te apen. Op het veld was hij zeker een belangrijke schakel. Hij hield de bal bij, creëerde openingen en beulde de verdediging af. Hij had de kwaliteiten om te slagen in de Premier League, maar hij heeft uiteindelijk niet de sprong kunnen maken in Engeland.’

APPARTEMENT IN ANTWERPEN

Dat Mbokani in Frankrijk, Duitsland, Engeland en Oekraïne niet kon aarden omdat hij verteerd werd door heimwee, is volgens zijn entourage een kwakkel. Hij kwam in België aan zonder familie en is het leven van een nomade al lang gewoon. Het was zelfs een bewuste keuze om zijn gezin in België achter te laten. De kinderen lopen school aan het Frans lyceum in Brussel en hij wilde hun leven niet overhoop gooien. Zijn vrouw Marlène kwam wel geregeld over, net als zijn boezemvrienden Lutula en de broer van ex-Standardspeler Landry Mulemo.

Zijn eeuwige nonchalance en verrassende streken zijn geen mythes. Jacobs noemt het eerder onvoorspelbaarheid. ‘Van een onvoorspelbare spits kan je niet verwachten dat hij zich naast het veld anders gaat gedragen. Zijn fratsen op het veld, zijn gebrek aan stiptheid, … Het is volgens mij niet slecht bedoeld, het zit in zijn DNA. Zolang het niet storend is voor de groep is dat leefbaar. Ik moest er niet elke dag mee bezig zijn, maar toch twee tot drie keer in de week. De band die je hebt opgebouwd moet je onderhouden.’

In zijn laatste seizoen op Anderlecht is Mbokani Jacobs te snel af. De voorlaatste training voor de kampioenenmatch tegen Club Brugge loopt op zijn einde wanneer Mbokani naar binnen stuift. ‘Hij was onvindbaar en we kregen hem ook niet te pakken op zijn gsm. De dag erna meldde hij zich op afzondering alsof er niets was gebeurd. Ik heb hem apart genomen om te begrijpen wat er aan de hand is. Het kwam erop neer dat hij een scoringskans was ontnomen door een ploegmaat. Had hij toen de bal gekregen, dan had hij zeker gescoord en hadden ze dat matchke gewonnen… Dat was voor mij een hoogst vervelende situatie. Ik heb mijn verantwoordelijkheid genomen en hem toch laten starten.’

Door sommige trainers wordt hij al eens gespaard en overbeschermd. Omdat ze redeneren dat spelers die op hun eentje de bankrekening van hun ploegmaats spijzen recht hebben op privileges. Onder John van den Brom mag hij vaak het verplichte ontbijt skippen. Maar Mbokani is, zo zeggen de mensen die hem echt kennen, vooral slachtoffer van zijn imago. Het is geen dommerik zoals veel mensen denken. ‘Hij is ziekelijk verlegen’, geeft Lenvain aan. ‘Als hij niet op zijn gemak is, dan zwijgt hij. Of hij trekt zijn capuchon over zijn hoofd.’

Zonder een reeks blessures en met een iets betere carrièreplanning had hij de Europese top bereikt, denkt Mulumbu. ‘Hij had het potentieel om bij Chelsea of Manchester United te voetballen. Bepaalde factoren hebben hem belet een grote carrière te maken als Eto’o of Drogba.’

Mbokani wordt in november 33, maar hij heeft geen twintig trainingen nodig om er te staan. Hij woont opnieuw in Schepdaal – al kreeg hij van de club een appartement ter beschikking in Antwerpen – en met László Bölöni heeft hij een trainer die hem door en door kent. De Roemeen weet hoe hij hem moet begeesteren. Tegen Anderlecht kreeg Mbokani de keuze om al dan niet op de bank te zitten. Met dat soort toegevingen krijgt Bölöni de Congolees mee in zijn verhaal. Het is wachten tot Dieu de smeekbedes van de Bosuil inwilligt.

De paradox van Mbokani

Het parcours van Dieumerci Mbokani bij de nationale ploeg is zowaar nog grilliger dan zijn clubcarrière. Hij heeft Les Léopards een paar keer verlaten, om enkele maanden later terug te komen op zijn beslissing. Tussendoor gaat hij in de clinch met de voetbalbond en enkele bondscoaches. Met als absoluut dieptepunt een forse ruzie met bondscoach Robert Nouzaret die in de media werd uitgevochten. Volgens de Fransman was de verwijdering van Mbokani uit de nationale ploeg noodzakelijk na een reeks incidenten. ‘Ik roep Dieumerci niet op. Het is over en uit’, laat Nouzaret optekenen op 13 januari 2011. ‘Ik wilde hem in november een nieuwe kans geven, maar hij is niet komen opdagen. Terwijl hij aan de mensen van Monaco heeft gezegd dat hij zich bij de Congolese selectie zou voegen. Hij heeft mij als een idioot behandeld! Zelfs als hij vijftig doelpunten zou scoren, hoef ik hem niet meer.’

Een paar maanden later en na het zoveelste incident tussen de twee kemphanen volgt er een stevig repliek van Mbokani in een Franstalige krant. ‘De bondscoach beweert dat ik het shirt van Congo op de grond heb gegooid. Wel, hij liegt. Ik hou van mijn land. De coach is excentriek. Hij komt met teenslippers het veld opgelopen en hij laat de trainingen over aan de keeperstrainer. Ik wil met een vakmens werken. Ik ben bereid mij opnieuw beschikbaar te stellen mocht een nieuwe selectieheer mij nodig hebben.’

Zijn afscheid aan de nationale ploeg lijkt nu definitief. Zijn laatste wedstrijd was de kwartfinale tegen Ghana op de Afrika Cup eind januari 2017. Met zijn aftreden wilde hij naar eigen zeggen een signaal geven: nu is het de beurt aan de jeugd. Mbokani is een icoon in Congo – straten worden afgezet wanneer hij met de wagen passeert – maar hij vond het tijd om de fakkel door te geven. Youssouf Mulumba hoopt stiekem dat zijn ex-ploegmaat een comeback maakt. ‘Na de Afrika Cup van vorig jaar was er wat kritiek op Dieumerci, maar dat was niet fair. Hij heeft alles gedaan voor zijn land. Hij verdiende niet om zo behandeld te worden. Het is een beetje de paradox van Mbokani: bij zijn clubs schitterde hij, maar met de nationale ploeg is het nooit verlopen zoals hij had gehoopt. Dat maakt het best triestig. Ik hoop hem nog terug te zien bij Congo. En ik niet alleen. Hij wordt nog steeds verafgood door de fans.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content