Flashback naar 22 april 2013: de laatste titel van Man U
Op maandag 22 april 2013 won Manchester United met 3-0 van Aston Villa en werd het voor de 20e keer landskampioen. Wat de fans toen niet wisten, was dat dit het begin van een donkere periode zou zijn.
De feiten
Luid gejuich stijgt op in Unitedkringen als op zondagnamiddag 21 april de titelverdediger en stadsrivaal Manchester City met 3-1 onderuit gaat bij Tottenham, met Jan Vertonghen en Mousa Dembélé in de basis.
Een paar weken eerder is eerste achtervolger City nog met 1-2 komen winnen bij leider United, waardoor er weer even spanning leek te komen bovenin, maar dit nieuwe verlies, het vijfde van het seizoen, geeft de definitieve klap. In een dol kwartier vellen Gareth Bale en co het vonnis.
Voor United volstaat winst ’s anderendaags tegen het Aston Villa van Christian Benteke (die dat seizoen 19 keer zal scoren) om voor de 20e keer kampioen te worden. De ploeg maakt een dag later snel spaanders van de degradatiekandidaat. Robin van Persie wordt de man van de match met drie goals in de eerste helft.
Making-of
Kampioen in 2009, kampioen in 2011, kampioen in 2013: er is voor de fans van Manchester United niks aan de hand, alles loopt op wieltjes, ondanks de Russische inbreng bij Chelsea, het nieuwe stadion van Arsenal, de doldrums bij Liverpool dat zijn stabiliteit maar niet vindt, en de investeringen bij City vanuit de Golfregio.
De stadsgenoot wordt in 2012 wel kampioen, maar een jaar later herstelt Manchester United, onder de leiding van good old Alex Ferguson weer de rangorde. Tenminste nationaal, want Europees loopt het al snel fout tegen Real Madrid.
Robin van Persie drijft op wolkjes, hij sluit het seizoen af met 26 competitiedoelpunten. Zijn hattrick tegen Villa is de tweede van het seizoen.
In België gaat veel aandacht naar de steeds groter wordende invloed van onze landgenoten. Bij City heb je Vincent Kompany, en Romelu Lukaku loodst met zijn doelpunten West Bromwich Albion naar een achtste plaats. Christian Benteke is de best scorende Belg, en de derde plaats van Chelsea wordt bereikt met Eden Hazard als nieuwkomer.
En er is nog iemand die van zich doet spreken, inmiddels hier zeer goed bekend. Wigan zakt, maar wint wel de FA Cup. De manager daar: Roberto Martínez, onze huidige bondscoach.
En daarna
De val. Manchester United is op alle financiële lijstjes de rijkste voetbalclub ter wereld, maar tuimelt sportief naar beneden. Reden: de opvolging van Sir Alex Ferguson, die na het opstappen van directeur David Gill in februari steeds meer geïsoleerd komt te staan in zijn strijd tegen de Amerikaanse eigenaars van de ploeg, blijkt slecht voorbereid.
Op 8 mei 2013, een kleine veertien dagen na het behalen van de titel, kondigt hij na 26 jaar bewind zijn afscheid aan. Hij blijft wel nog ambassadeur van de club én directeur, maar de keuze van zijn opvolger blijkt geen goeie. Een dag later, op 9 mei, kondigt United aan dat David Moyes (Everton) de opvolger wordt.
Moyes mag meteen tekenen voor zes jaar, een enorme blijk van vertrouwen. Helaas, geen tien maanden later moet Ryan Giggs als speler-trainer de zaak al overnemen. Het seizoen van Moyes verloopt dramatisch: Europees haalt hij nog wel de kwartfinales van de Champions League, maar nationaal is het een ramp. Zijn transferperiode mislukt helemaal, Marouane Fellaini is dé blikvanger maar die komt pas vlak voor het sluiten van de markt begin september.
Moyes heeft dan al naast een pak andere targets gegrepen en dat zorgt voor veel frustratie bij de fans. Eind september staat United twaalfde, het seizoen sluit de ploeg af op de zevende plaats. Zevende (!). Zelfs Everton, inmiddels in handen van Roberto Martínez, eindigt acht punten boven United. Tot overmaat van ramp wordt City opnieuw kampioen.
Louis van Gaal moet het schip komen redden. Op 19 mei 2014 wordt hij voorgesteld. Rio Ferdinand, Nemanja Vidic en Patrice Evra worden prompt bedankt, Van Gaal wil verjongen. Giggs stopt ermee als voetballer en gaat door in de staf.
Van Gaal, die zeer gesmaakte Engelse teksten debiteert tijdens persontmoetingen, tekent voor drie jaar, maar twee jaar later is het voor hem ook voorbij. Te veel cultuurshock. Hij probeert United voetbal op balbezit op te leggen, maar met kampioen worden van de terugspeelballen – in zijn tweede jaar noteerde United het hoogste aantal van alle eersteklassers – win je op Old Trafford geen harten. En evenmin prijzen.
De Nederlander blijkt ook behoorlijk dictatoriaal in zijn manier van werken en krijgt al snel wat belangrijke spelers tegen zich. Zijn kern wordt bewust smal gehouden, maar de doorbraak van jongeren als Anthony Martial en Marcus Rashford verloopt met horten en stoten. Dat hij na winst in de FA cup loopt te pronken als ‘de eerste manager sinds Sir Alex die hier een prijs won’, helpt evenmin.
Vanaf 2016 mag José Mourinho het proberen. Aanvankelijk met meer succes, hij haalt met Zlatan (transfervrij weggehaald bij PSG) en Paul Pogba terug mannen met karakter en naam naar Old Trafford en wint de League Cup en de Europa League. Het seizoen erop, met een losgeslagen Romelu Lukaku, wordt de ploeg opnieuw tweede.
Maar uiteindelijk blijkt ook de aanpak van Mourinho niet te werken. Een stijlbreuk op het veld, amper thuiszeges en veel te veel conflicten ernaast. Exit Mourinho, enter Ole Gunnar Solskjaer, maar na initieel succes blijft United in hetzelfde bedje ziek. Geen regelmaat in de transfers, geen uitbouw van een nieuwe sterke ploeg, wisselvallige resultaten.
De eindstanden sinds het vertrek van Ferguson zeggen alles: op dat ene seizoen na, in 2017/18, eindigde de ploeg nooit meer in de top drie, en werd het zelfs maar één keer vierde. Hoe rijk ook, sinds 2013 is Manchester United in de Premier League nog slechts een subtopper.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier