Flashback naar 25 juni 1988: Van Basten maakt een onmogelijke goal in de EK-finale

© BELGAIMAGE

Op het EK van 1988 staat Nederland in de finale tegen de Sovjet-Unie. In de 54e minuut gebeurt daar iets ‘dat eigenlijk niet kan’.

De feiten

Olympiastadion, München. Oranje leidt al met 1-0 als in de 54e minuut van de finale tussen Nederland en de Sovjet-Unie Arnold Mühren op links meeloopt met een aanval die wordt opgezet door Ruud Gullit. De aanvoerder geeft de bal aan Adri van Tiggelen, die perfect zijn kwaliteiten kent. Het sober houden. Hij geeft de bal door aan Mühren. Die staat vrij op zijn vaste stek aan de linkerkant en overziet het veld. Mühren wil snel zijn, om de tegenstander geen kans te geven zich goed te plaatsen en besluit direct een voorzet te trappen. De bal is lang onderweg en de linkermiddenvelder zucht al in zijn hoofd: ‘Helemaal geen goeie pass, als Marco die over schiet, zal iedereen de schouders ophalen.’

Maar dat gebeurt niet. Als de bal bij Van Basten arriveert, besluit die hem tot ieders verbazing ook direct op de slof te nemen. Uit de schijnbaar onmogelijke hoek verdwijnt hij achter de Russische doelman. De 2-0-voorsprong – eerder in de wedstrijd scoort Ruud Gullit al, met een kopbal op voorzet van Van Basten – zal niet meer uit handen worden gegeven.

Hans van Breukelen stopt bij 2-0 nog een strafschop om het feest compleet te maken. Mühren is sindsdien de man van dé pass, de voorzet waaruit het volgens velen mooiste doelpunt uit de geschiedenis van Oranje werd gemaakt.

Hoewel Van Basten de opvallendste speler was tijdens het toernooi, is Frank Rijkaard volgens Mühren in dat tornooi beter. ‘Die speelde werkelijk iedereen uit het toernooi’, zal hij later geregeld verklaren. ‘Jürgen Klinsmann, Gary Lineker,… Hij voetbalde fantastisch.’

Bekijk hieronder de samenvatting van de finale.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Making-of

Het had heel anders kunnen lopen. Vol twijfels meldt Van Basten zich in de voorbereiding op het EK bij Oranje. Hij heeft een teleurstellend eerste seizoen bij AC Milan achter de rug. Door langdurig blessureleed aan zijn enkel heeft hij amper gespeeld.

Bondscoach Rinus Michels geeft de voorkeur aan spelers met wedstrijdritme en ‘misbruikt’ Van Basten als buitenspeler. De spits vraagt zich af of hij op deze manier wel mee wil naar het EK. Hij meldt zich af, wordt omgepraat en gaat toch mee. Afgesproken wordt dat hij niet meer op de flanken wordt gezet. Maar eerste spits is hij ook niet.

Dat is Johnny Bosman, die in de zomer van 1988 Ajax inruilt voor KV Mechelen. Hij mag beginnen als titularis, maar als Nederland de openingswedstrijd verliest tegen de Sovjet-Inie (en Van Basten invalt als… flankaanvaller) verandert de pikorde voorin. Bosman degradeert van eerste naar derde spits, Van Basten wordt nummer één.

Op 15 juni mag hij starten tegen Engeland en hij grijpt zijn kans. Engeland is een half uur de betere, maar ballen van Lineker en Glenn Hoddle treffen de paal. Daarna is Oranje baas, met een hattrick voor Van Basten. De Nederlander zal zijn derde goal die avond in Düsseldorf de mooiste van het hele tornooi noemen, want technisch moeilijker.

Bekijk hieronder de drie goals van Van Basten tegen Engeland.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Van Basten put er veel vertrouwen uit. Hij wordt topscorer van het EK, maakt de beslissende treffer in de halve finale tegen de Duitsers en als kers op de taart de volley in de finale. ‘Dat was natuurlijk een schitterende goal, maar je moet er een beetje geluk bij hebben’, zegt hij achteraf tegenover de pers. ‘Ik dacht: laat ik maar uithalen, want als ik ga aannemen en draaien, daar word je alleen maar moe van. Dus ik schoot maar zo hard als ik kon. Maar in een EK-finale zo’n doelpunt maken, dat kan eigenlijk helemaal niet.’

Arnold Mühren, de assistgever, stond lang in de schaduw van zijn ruim vijf jaar oudere broer Gerrie. Bij Volendam draagt hij de oranje tenues die zijn grote broer een paar jaar eerder heeft gedragen, hij stroomt er door naar de A-ploeg als broer Gerrie de overgang naar Ajax al heeft gemaakt. Met Volendam wordt hij wel kampioen in de eerste divisie, waarna hij op zijn beurt naar Amsterdam trekt.

Hij sluit er aan bij een elftal met onder andere Johan Cruijff, Johan Neeskens, Piet Keizer, Ruud Krol, Wim Suurbier en Sjaak Swart. Die hebben net voor het eerst Europacup I, de voorloper van de Champions League, gewonnen. Bij Ajax zit Gerrie in de weg, de twee broers zijn linkermiddenvelder.

In 1974 vertrekt Arnold naar FC Twente, waar Ipswich Town hem weghaalt. Ajax denkt ook aan een terugkeer, maar de Engelsen hebben meer middelen. Bobby Robson is daar de drijvende kracht. Met de Engelse ploeg wint hij in 1981 de UEFA Cup. Na de finale stapt Mühren over naar Manchester United. Als die ploeg in 1985 de FA Cup wint, maar de Nederlander passeert, is het tijd voor een nieuw avontuur.

Johan Cruijff, net begonnen als technisch directeur en trainer van Ajax, haalt hem naar Amsterdam. Cruijff heeft er een talentvolle groep met jongens als Van Basten, Rijkaard, John van ’t Schip, Ronald Koeman, Gerald Vanenburg, Rob de Wit en Sonny Silooy.

Mühren, dan al 34, moet hen begeleiden. De middenvelder geldt dan als iemand die de kunst van het simpel voetballen beheerst. Volgens Cruijff is dat het moeilijkste wat er is.

Een paar jaar later neemt Rinus Michels hem om dezelfde redenen mee naar het EK, als cement van de ploeg. In de kwalificaties blijk dat Oranje een gebrek aan linkspoten heeft. Op een gegeven moment speelt Ronald Koeman tegen Polen zelfs linkshalf. ‘Daarom wordt die ouwe Mühren van stal gehaald’, zegt Arnold, die er zelf van staat te kijken. De finale wordt zijn 23e en laatste interland, de voorzet zijn kroon op het werk.

De Europese titel was in 1988 voor Nederland
De Europese titel was in 1988 voor Nederland© GETTY

En daarna

‘Het team van toen beschikte over de ideale mix’, zal Mühren decennia later altijd verklaren in interviews met dagbladen en het Nederlandse Voetbal International. ‘Alles klopte gewoon. We hadden wereldsterren als Ruud Gullit, Marco van Basten en Frank Rijkaard die het voetbal een heel stuk makkelijker maakten, maar er waren ook de zogenaamde waterdragers. Die jongens waren ook erg belangrijk.’

‘Bovendien zat die spelersgroep op de top van zijn kunnen. PSV had net Europacup I gewonnen en Ajax een jaar eerder Europacup II. Rinus Michels hield iedereen bij de les en de meeste spelers kenden het klappen van de zweep.’

‘Zelf had ik met Rijkaard een speciale band. Hij was ook mijn kamergenoot. De puzzel viel eigenlijk pas na de verloren openingswedstrijd tegen de Sovjet-Unie in elkaar. John van ’t Schip (op links) en John Bosman (in de spits) werden toen vervangen door Erwin Koeman en Marco van Basten. Met Jan Wouters hadden we een geweldige controleur in huis. Op links zochten Erwin en ik om de beurt de diepte.’

Mühren heeft het shirtje van die finale nooit willen wisselen met een van zijn tegenstanders. Bewust, hij heeft het bewaard. Ooit heeft het bij FC Volendam in een tentoonstelling gehangen, maar toen die voorbij was, heft hij de spullen snel teruggepakt. Dat tenue gaat nooit de deur uit, vanwege de emotionele waarde.

De terugkeer in Nederland verrast de spelers. Tijdens het toernooi hebben ze wel door wat ze hebben losgemaakt, maar pas als ze op het vliegveld van Eindhoven waar de delegatie landt, zien dat zelfs de politieagenten oranje shirtjes dragen, beseffen ze het. De bustocht naar Amsterdam, de grachtentocht… Er ontstaat spontaan een volksfeest.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content