Flashback naar 29 juni 1958: een 17-jarige zet Brazilië op de voetbalkaart

© GETTY

Dat we vandaag Brazilië identificeren als de bakermat van het sambavoetbal, heeft met twee opeenvolgende WK-zeges te maken: in 1958 en 1962. En met Pelé. In tijden van Black Lives Matter staan we ook even stil bij zijn impact op het Braziliaanse racismedebat van de jaren vijftig.

De feiten

29 juni 1958, Rasunda Stadion Sola, Stockholm, Zweden. Dat is de plaats en de datum waar het WK voetbal dat jaar wordt beslecht. Het gastland, dat in de halve finale wereldkampioen West-Duitsland uitschakelt, staat tegenover Brazilië. Een primeur.

Het is de eerste keer dat een Europees land een Zuid-Amerikaans treft in de finale van een WK. Brazilië heeft indruk gemaakt op het tornooi, pas in de halve finales tegen Frankrijk krijgt het zijn eerste doelpunten binnen.

Als de toss achter de rug is, is er even een oponthoud. Brazilië verliest die en moet van truitje wisselen: geen geel, maar blauw wordt hun finale-uitrusting. Tweede tegenslag: een snelle tegengoal.

Aanvoerder Nils Liedholm zorgt voor 1-0 na vier minuten. Dat is nog steeds goed voor een record, Liedholm is op dat moment 35 jaar en 264 dagen oud en daarmee de oudste doelpuntenmaker in een finale.

Vijf minuten later staat het evenwel al 1-1 en de rust wordt gehaald met een 2-1 voor Brazilië: twee identieke goals van Vava.

En dan komt het moment van Pelé, op dat moment 17 jaar en 249 dagen. Hij krijgt in de 55e minuut een bal, lobt Bengt Gustavsson en volleyt de bal voorbij Kalle Svensson. Daarmee is (en blijft) Pelé de jongste doelpuntenmaker in de eindstrijd van een WK. 3-1, een beslissende kloof.

Zagallo maakt er later nog 4-1 van, Simonsson 4-2 en in blessuretijd kopt Pelé de 5-2 in doel. Brazilië is voor het eerst wereldkampioen.

De Fransman Just Fontaine sluit het tornooi af met 13 goals, ook dat is nog steeds een record. Met gemiddeld 3,6 goals per wedstrijd is Zweden ’58 op dat vlak een van de meest aantrekkelijke WK’s uit de geschiedenis.

Een blank WK, want als Pelé op de velden rond zich kijkt, is zijn vaststelling: ‘Waarom zijn wij de enige ploeg met donkere spelers?’

Making-of

Toen de Brazilianen in 2012 op zoek gingen naar O Maior Brasileiro de Todos os Tempos (de grootste Braziliaan aller tijden) moet Pelé het in de laatste fase opnemen tegen Juscelino Kubitschek.

JK, president van 1956 tot 1961, wordt in het land gezien als de vader van het moderne Brazilië en wint overtuigend, met meer dan 70 procent van de stemmen.

Wij kunnen dat, gezien de verdienste van de voetballer, vreemd vinden, maar op zich is dat het niet. Want misschien was er zonder JK en de politieke veranderingen in het Brazilië van de jaren veertig en vijftig niet eens sprake geweest van Pelé.

Dat zit zo: Pelé, geboren in 1940, is de vrucht van Dondinho, een militair die goed kan voetballen, en Celeste. Als de grote stevige targetspits die Dondinho is op het punt staat door te breken, slaat het noodlot toe: hij wordt zwaar aan de knie geraakt. In die tijd fataal voor topniveau.

Vier jaar na de geboorte van zijn zoon verhuist de familie. Van Três Corações, in de staat Minais Gerais, naar Bauru, in de staat São Paulo. Daar hoopt de familie op betere levensomstandigheden. Pa kan er verder voetballen, weliswaar op lager niveau, maar krijgt er ook een job als ambtenaar.

In het Brazilië van de jaren vijftig – het land is de laatste staat ter wereld dat de slavernij officieel afschaft – heerst nog veel rassenongelijkheid. Zwarten worden er gediscrimineerd en leven vaak in armoede, al groeit na Wereldoorlog II en de snel veranderende wereld het bewustzijn dat er wat moet worden aan gedaan.

In 1951 worden de eerste wetten gemaakt om de kloof te verkleinen. Wil Brazilië mee in de industriële revolutie, dan moet de hele bevolking worden geïntegreerd, is de achterliggende gedachte. De VN steunt die, en creëert commissies die zich moeten buigen over de economie in Latijns-Amerika.

Bauru, de nieuwe verblijfplaats van Pelé, ligt aan een spoorlijn, die het land moet openen. Op het moment dat de jonge Pelé er zijn eerste stappen zet als voetballer, ontstaat een heuse binnenlandse migratiegolf. Mensen uit het westen migreren naar het oosten, waar meer industrie is en meer werk zorgt voor een betere levenskwaliteit.

In de ogen van Pelé groeit zijn stad uit tot het ‘centrum van de wereld’, zal hij later in zijn biografie zeggen: ‘Ze wordt steeds groter, krijgt een cinemazaal, hotels. De spoorweg wordt een knooppunt van bedrijvigheid. Een plaats waar je fortuin kan vergaren.’

Het Braziliaanse team in 1958 met centraal onderaan Pelé.
Het Braziliaanse team in 1958 met centraal onderaan Pelé.© GETTY

Met de meisjes gedraagt hij zich als een echte womaniser. Hij trekt naar de cinema, houdt nauwlettend in het oog wie zonder jongen komt, en probeert het meisje dan te verleiden. Eén keer wordt hij geconfronteerd met racisme, als hij met een meisje wordt betrapt door haar vader. ‘Wat doe je met die negrinho?’, zegt de man. Pelé kijkt toe hoe ze door haar vader over de knie wordt gelegd. Hij reageert niet.

Hij heeft dan al wel één ding door: je kan iets bereiken in het leven, maar alleen onder voorwaarden. Veel heeft te maken met discipline: op tijd uit bed, op tijd in bed, zorg voor je lichaam, oog voor school en ontwikkeling. Met dat laatste zit het bij Pelé niet goed, school is zijn ding niet. Voetbal kan een uitweg bieden, maar alleen als je serieus aan je lichaam werkt. De knie van zijn pa leert hem hoe broos een en ander kan zijn.

In die context groeit Pelé op. Hij ontmoet beslissende mensen voor zijn carrière, zijn vader brengt hem ernst bij, zijn trainers ook. Eens tiener gaat het snel, niet richting São Paulo – de grootstad ziet zijn ma niet zitten – wel richting Santos.

Daar slaapt en verblijft hij in Vila Belmiro, het stadion, in de kleine betonnen kamertjes die er nog steeds zijn en waar plaats is voor acht man. Kaal en koud is het er (al is dat laatste relatief in de havenstad), maar wie met de profs mag meetrainen, klaagt niet.

Op 7 september 1956 debuteert hij bij de profs. Pelé, geboren op 23 oktober, is dan net geen zestien. Twee jaar later is hij al international. Zijn deelname aan het WK in Zweden hangt uiteindelijk nog aan een zijden draadje. In de laatste oefenwedstrijd tegen de Corinthians wordt hij zwaar onderuit getrapt. Met een knieblessure mist hij de hele voorbereiding, maar hij blijft wel bij de ploeg.

Het gaat er in die tijd heel anders aan toe dan nu. Ontspannen leven de spelers naar het evenement toe. Ze geven mekaar zelfs een bijnaam, voor de fun. Pelé krijgt die van El Alemão, de Duitser, omdat hij zo gedisciplineerd is. Heel anders dan Garrincha, de dribbelkont die zijn lichaam veel minder verzorgt. Pelé is een atleet en dat valt op.

De selectie geniet in 1958 van Europa. Ze vliegen naar Italië en zien de Paus, maken in Zweden uitstapjes in Göteborg, waar het team logeert. Op eentje ervan ontmoet Pelé Ilena, een Zweedse blonde die gefascineerd is door zijn donkere huid. Ze wordt zijn ’toernooiliefje’.

De eerste twee matchen haalt hij niet, de derde wél. De bondscoach verjongt tegen de Sovjet-Unie met Pelé en Garrincha, in de eerste twee wedstrijden ook bankzitter, tégen het advies van de teampsycholoog. Die heeft – voor die tijd zeer revolutionair – tests van alle spelers afgenomen en daar komt Pelé (17) uit als ‘zeer kinderlijk’ en ‘iemand die de noodzakelijke fightingspirit mist.’

Maar de 17-jarige groeit in het tornooi. Bij zijn debuut mist hij van de zenuwen nog open kansen, in de halve finale tegen Frankrijk maakt hij na de rust een hattrick. In de finale maakt hij er twee.

En daarna

Pélé profiteert in die dagen als speerpunt van de nationale ploeg van de mentaliteitswijziging die JK, de president, in het land probeert te slijpen. Brazilië zet als maatschappij grote stappen.

In het voetbal uit zich dat in een toenemende impact van de wetenschap, in meer ernst. Niet iedereen is trouwens even ernstig, Garrincha en zijn onvoorspelbaarheid zijn in Zweden ook een bepalende factor in het succes. Het verschil: Garrincha is een amateurproduct, ontwikkeld op straat. Pelé is een product van een eerste professionalisering, dankzij de ontwikkeling van Bauru als stad, én vooral dankzij zijn pa, die de frustraties van de blessure kende.

Voor de zwarten in Brazilië wordt hij een rolmodel. Ze hebben het lastig, worden gediscrimineerd, maar dat hij, als 17jarige hun land een eerste wereldtitel kon bezorgen, is een opsteker na het drama van 1950, toen een zwarte doelman de schuld kreeg voor het naast de wereldbeker in eigen huis grabbelen.

Vier jaar later verlengt Brazilië in Chili zijn wereldtitel. Opnieuw een boost voor het zelfvertrouwen, het land wordt plots gezien als ‘de bakermat van het voetbal’. Ook al is het ook daar geïntroduceerd door Engelsen. Dit keer is het wel geen mooi tornooi, te veel oorlog op het veld, en is er voor Pelé geen glansrol. Hij raakt al in de tweede wedstrijd geblesseerd en mist de rest van het tornooi. Maar aan zijn status als vedette of rolmodel verandert dat niks.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content