Flashback naar 9 juli 2006: Zinédine Zidane neemt met een kopstoot afscheid als voetballer

© BELGAIMAGE

Op 9 juli 2006 schrokken we allemaal van Zinédine Zidane bij zijn afscheid als voetballer. Een kopstoot in de verloren finale zette een domper op een tornooi waarin hij een onverwachte comeback bekroonde met de trofee als speler van het WK.

De feiten

De eindstrijd in Berlijn tussen Frankrijk en Italië is amper vijf minuten oud wanneer Florent Malouda zich in de backlijn tussen Fabio Cannavaro en Marco Materazzi gooit. Penalty, oordeelt de Argentijnse ref.

Zinédine Zidane zet zich achter de bal. Het is zijn afscheid als voetballer en hij heeft iets gedurfds in het hoofd: een panenka. De boogbal strandt evenwel tegen de onderkant van de lat, stuit op het gras omhoog, opnieuw tegen de lat en in de armen van Gianluigi Buffon. Gelukkig tonen de beelden aan dat de bal duidelijk achter de lijn is gebotst. Het lijkt dan alsof de voetbalgoden voor Zizou een glorieuze apotheose hebben voorbereid.

Nog eer er twintig minuten zijn weggetikt, hangen de bordjes weer in evenwicht. De getatoeëerde reus Materazzi is vastbesloten om zijn plaats in de geschiedenis ook op te eisen. Hij klimt bij een corner naar de wolken en kopt de bal voorbij Fabien Barthez (1-1).

In blessuretijd wordt de Franse nummer 10 nog ei zo na matchwinnaar. Vanop het penaltypunt kopt hij een voorzet keihard naar doel, maar Buffon tikt het leer met een geweldige reflex van onder de lat. Er komen verlengingen.

Plots begint het publiek daarin te joelen. Er is iets gebeurd. Materazzi ligt op de grond, halverwege tussen de backlijn en de middencirkel. Velen hebben niks gemerkt, het spel was al aan de andere kant. Buffon heeft het wel gezien, loopt het veld over naar de scheidsrechter en duidt de schuldige aan: Zidane.

De herhaling toont hoe die langs Materazzi richting middencirkel loopt. De Italiaan roept hem nog wat na. De kapitein van de Fransen draait zich om, laat het hoofd zakken als een hert in de paartijd en ramt het tegen de borstkas van Materazzi.

Scheidsrechter Horacio Elizondo pleegt even overleg met zijn assistenten en loopt dan naar Zidane, wapperend met de rode kaart. Er wordt niet meer gescoord en de finale wordt beslist met de strafschoppen. Italië wordt wereldkampioen.

Making-of

Een rampzalig WK 2002 en een ook al heel mager EK 2004 dwingt het grootste deel van de Franse wereldkampioenen van 1998 om afscheid te nemen als international. Alleen in zijn witte villa in Madrid knaagt het echter bij Zinédine Zidane. Hij weet dat hij nog veel in zijn mars heeft en zijn land nog kan dienen, maar hij beseft ook dat mirakels niet eeuwig blijven duren. Daarom kondigt de Messias een jaar voor het drama zijn terugkeer aan.

Samen met Claude Makelele, Lilian Thuram en Patrick Vieira trekt hij op 17 augustus 2005 voor de wedstrijd tegen Ivoorkust opnieuw het shirt van les Bleus aan. Heel symbolisch gebeurt dit dag op dag elf jaar na zijn eerste wedstrijd voor Frankrijk, waarin hij meteen twee keer scoorde. De Fransen verslaan Ivoorkust met 3-0, onder meer dankzij een doelpunt van het nummer 10.

Voor bondscoach Raymond Domenech is de comeback van enkele oud-wereldkampioenen een zegen. Hij bombardeert Zidane tot kapitein. Die keuze doet hier en daar de wenkbrauwen fronsen, want Zizou is niet meteen een grote prater. Desondanks heeft hij een geweldige uitstraling, het charisma van de stille.

Na wisselvallige kwalificaties komt Frankrijk in Duitsland aan met meer twijfels dan zekerheden. Op vraag van Zidane posteert Domenech Fabien Barthez opnieuw in doel, ten nadele van Grégory Coupet. De doelman van Olympique Lyon voelt zich bedrogen en verlaat eerst de stage maar bedenkt zich dan toch. De Franse pers smult. Het scepticisme is groot en de prestaties van de nationale ploeg en van Zidane worden met argusogen bekeken.

De eerste wedstrijden op het WK versterken dat klimaat van achterdocht. Frankrijk blijft steken op twee gelijke spelen, 0-0 tegen Zwitserland, 1-1 tegen Zuid-Korea. Zidane is matig, pakt twee keer geel en wordt geschorst voor de derde match. Frankrijk moet daarin Togo verslaan met twee doelpunten verschil om zich voor de knock-outfase te kwalificeren. De spelers zijn bang voor een uitschakeling.

Ook Zidane. Die wordt 34 op de dag van de match tegen Togo en spreekt zijn troepen toe. De stille vervelt plots tot een aanwezige in de groep. Hij spreekt met zijn ploegmaats, motiveert hen, opvallend meer dan anders. Zidane wil niet dat daar zijn carrière al eindigt. Het gebeurt ook niet. Frankrijk verslaat Togo met 2-0 en plaatst zich voor de achtste finales, tegen Spanje.

De Franse pers vraagt zich in de aanloop naar dat duel af of Domenech zijn kapitein wel moet opstellen. De Spaanse sportkrant Marca titelt: ‘Jubilarémos a Zidane’ (we sturen Zidane met pensioen).

Een zware vergissing. Zizou schittert tegen Spanje, zet Carles Puyol met een dribbel voor schut en maakt de derde Franse goal. Eindstand 3-1. Geprikkeld door de Spaanse media danst hij na de wedstrijd op tafel. Zijn ploegmaats schrikken, zoiets hebben ze zelden van hem gezien.

Brazilië is de volgende tegenstander. Rustig bereidt Zidane de match voor. In de meest fascinerende wedstrijd van zijn carrière legt hij pure magie op de grasmat. Ze geeft hem definitief de eretitel die hem het best omschrijft: fuoriclasse, een speler buiten categorie.

Na Brazilië moet ook Portugal eraan geloven. Het nummer tien zit op een wolk: hij kan zijn legende voltooien in de finale tegen eeuwige rivaal Italië, het land waar hij bij Juventus naam maakte in het begin van zijn carrière. De cirkel is rond.

En daarna

Op de tribunes en thuis wordt wild gespeculeerd over een smerige opmerking over Zidanes geloof of etnische afkomst. Het blijkt anders te zijn. Als Zidane Materazzi kruist, neemt die hem even vast bij zijn truitje. De Fransman draait zich om en zegt: ‘Als je écht mijn truitje wil, geef ik je dat wel na de wedstrijd.’ Een plagerij waarop de Italiaanse verdediger riposteert. ‘Ik verkies jouw zuster, de hoer.’

De provocatie te veel voor een eergevoelig man, die voor de finale nog zijn ploegmaats waarschuwt voor provocaties: ‘Laten we rustig blijven en daar niet op ingaan.’

Dezelfde ploegmaats moeten in de kleedkamer en later in het hotel van hun entourage horen wat er juist is gebeurd, weinigen hebben het op het veld gezien. Laat staan dat ze iets hebben gehoord. In de mixed zone verdedigen ze hem tegenover nieuwsgierige media. ‘De uitsluiting heeft niet veel veranderd’, zegt Willy Sagnol . ‘Zijn carrière eindigt met de finale van een WK en dit voorval neemt niets van zijn verdienste weg. We moeten hem zelfs bedanken dat hij terugkeerde bij de nationale ploeg, want zonder hem zouden we die finale nooit bereikt hebben.’

Het is een uitspraak die niet overeenstemt met wat Raymond Domenech schrijft in zijn autobiografie Tout Seul. ‘Langzaam begon ik in mijn handen te klappen […] Mijn applaus werd niet spontaan gevolgd. De spelers konden het niet. Ik moest aandringen. Sommigen waren echt kwaad op hun kapitein, ook al gaf niemand die boosheid openlijk toe.’

Tijdens de terugvlucht naar Parijs zit Zidane helemaal achteraan in het vliegtuig. Volledig teruggetrokken in zichzelf. Hij slaapt, maar het is geen diepe slaap. Over het hele voorval rept hij met geen woord, met niemand.

Rust wordt hem niet gegund, in Parijs gaat het linea recta naar het centrum. Op de Place de la Concorde staan de fans te wachten. Een schuwe groet, het hoofd naar beneden, een ontwijkende blik, het zegt alles: het gemoed blijft zwaar. De finalisten zijn dan net ontvangen door Jacques Chirac op het Elysée. De president heeft daar het woord tot hem gericht: ‘Beste Zinédine Zidane,’ klinkt het, ‘wat ik u wil zeggen op dit heel intense moment, misschien een bijzonder moeilijk moment in uw carrière, is dat de hele natie u steunt, u respecteert, u bewondert.’

In naam van Frankrijk verwoordt Chirac een gevoel dat algemeen heerst: een gevoel van onverhoopt begrip en vergiffenis voor een dwaze daad, een gevoel dat, zelfs al is het gericht tot de meest controversiële man van het ogenblik, alleen maar met voorzichtigheid, tact en zachtheid uitgesproken kan worden.

De last is zo zwaar om dragen dat het vier dagen duurt voor Zidane zich publiekelijk over het incident uitspreekt, waarna hij weer een jaar zwijgt. ‘Hij heeft me heel persoonlijk beledigd,’ klinkt het voor de micro’s van TF1 en Canal+, ‘mijn moeder en mijn zuster beledigd. Ik had liever een klap in mijn gezicht gekregen dan dat te moeten horen. Het waren woorden die me raakten in het diepst van mijn bestaan.’ De held excuseert zich, maar heeft geen spijt.

Eind 2010 wordt de spons geveegd over het incident, de twee betrokkenen ontmoeten mekaar in het geheim. In 2012 wordt aan het Centre Pompidou in Parijs een standbeeld onthuld dat de kopstoot voorstelt. In tegenstelling tot de gewoonte om overwinningen te vereeuwigen, is dit een ode aan de nederlaag, is de verklaring.

Als Zidane in 2016 als trainer vanuit de beloften promoveert naar de A-ploeg van Real Madrid, is Johan Cruijff niet overtuigd. Volgens de Nederlander mist hij karakter om een kleedkamer vol ego’s te leiden. Vier jaar (en een korte break) later moet iedereen weer toegeven dat men zich heeft verkeken op die eeuwige mysterieuze glimlach die niks verraadt: Zidane toont zich een peoplemanager bij uitstek, wint drie keer op rij de Champions League en is goed op weg om voor de tweede keer kampioen van Spanje te worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content