In de halve finales van de Europa en Champions League zitten drie Italiaanse ploegen. Belgisch international Jean-François Gillet, kenner van de Serie A, legt uit waarom.
Met Juventus in de Champions League en Napoli en Fiorentina in de Europa League boert het Italiaanse voetbal dit seizoen goed op Europees vlak. Jean-François Gillet, al nagenoeg een hele carrière actief in Italië ziet een tendens: “De Italianen waren een beetje achterop geraakt, en dat prikkelde hen om terug op het hoogste niveau te komen. Na enkele moeilijke jaren heeft de hele voetbalwereld in dit land zich aan een gewetensonderzoek onderworpen en op basis daarvan heeft men veel werk verricht.”
“Het voetbal blijft hier een cultuur. Op het vlak van infrastructuur hebben landen als Duitsland, Spanje en Engeland ongetwijfeld een streepje voor, maar op tactisch vlak blijft Italië een referentie. Er zijn ook een aantal grote namen gekomen of teruggekomen, wat pleit voor de evolutie van het voetbal hier. Balotelli heeft het calcio als springplank gebruikt om terug te keren naar Engeland, ook Tévez, Podolski, Shaqiri, Gomez, Morata,… spelen hier intussen.”
Malinwa
In ruilde Gillet Torino, waar hij einde contract was, in voor de Italiaanse tweedeklasser Catania. Wat brengt de toekomst nog voor de 35-jarige doelman? “Mijn carrière in België beëindigen zou ik wel mooi vinden”, bekent hij aan Sport/Voetbalmagazine. “En ik heb niet de pretentie om te zeggen dat ik alleen maar bij Club Brugge, Anderlecht of Standard wil spelen. Een club zoals KV Mechelen, dat zou me wel interesseren.”
