‘Het buikje van Hazard is zijn manier om onder extreme druk zichzelf te blijven’

Eden Hazard krijgt kritiek omdat hij sinds zijn overgang naar Real Madrid wat kilo’s is bijgekomen. “Maar”, zegt Thomas D’havé, “dat is zijn fysiologische strategie om zich in deze extreme omstandigheden te beschermen tegen de stress van grote veranderingen.”

Na een lange transfersoap werd Eden Hazard op 13 juni in Madrid onder een enorme belangstelling eindelijk voorgesteld als nieuwe speler van Real. In de schaduw daarvan viel er nog een ander bericht over hem te lezen: binnenkort wordt hij voor de vierde keer vader. Ik dacht toen: o my God, hoe slaagt hij erin om zijn eigenheid en speelsheid te behouden onder die extreme druk bij de grootste voetbalclub ter wereld én tegelijk ook nog zo’n groot gezin te runnen?! Ik voelde bewondering voor zijn brede schouders. Maar blijkbaar is hij de laatste weken wat in gewicht bijgekomen en krijgt hij daarvoor veel kritiek , ongetwijfeld ook door de mindere seizoensvoorbereiding van zijn nieuwe ploeg.

Iedereen die het kan weten, getuigt dat Eden Hazard op een indrukwekkende manier druk naast zich neer kan leggen, maar de omstandigheden zijn deze zomer echt wel uitzonderlijk. Zou het kunnen dat het voor een type zoals hij functioneel is om als hij dan toch eens druk ervaart tijdelijk wat kilo’s vast te houden? Dat het een natuurlijke strategie van zijn lichaam is om zich te beschermen tegen de chronische stress van zo’n grote verandering?

Het buikje van Hazard is zijn manier om onder extreme druk zichzelf te blijven.

Laten we daarvoor eens bekijken hoe een mens fysiologisch omgaat met stress. In de wetenschappelijke literatuur onderscheiden we twee verschillende fenotypes, die elk een andere strategie gebruiken om met chronische stress om te gaan.

Het fenotype zou je kunnen omschrijven als de som van iemand zijn genetische aanleg en de invloeden van buitenaf die hij of zij ondergaat. Het hangt namelijk van de externe omstandigheden af in welke mate een voorbestemdheid voor een bepaalde strategie zich zal manifesteren. Bijvoorbeeld: als ik aanleg heb om dik te worden, maar ik ben in een omgeving waar er alleen maar groenten en vis ter beschikking zijn, waar er een noodzaak is om te bewegen en waar ik blootgesteld wordt aan grote temperatuurverschillen, dan zal mijn voorbestemdheid wellicht minder tot uitdrukking komen dan wanneer ik een zittend beroep beoefen en onbeperkt hoogcalorische voeding ter beschikking heb.

De twee verschillende fenotypes zijn:

1) De ‘habituator’: het type dat een programma ontwikkelde om zich aan te passen, waardoor het minder gevoelig geworden is voor stress.

2) De ‘non-habituator’: het type dat voortdurend toxische stress ervaart en een lage eigenwaarde bezit.

En eigenlijk is er nog een derde type: het ‘only-good-stress-phenotype’. Dat is het type dat alleen goede stress ervaart, een gezonde eigenwaarde bezit, familiaal in balans is en de struikelblokken des levens als uitdagingen ervaart.

Een interessante vaststelling is dat de habituators en de non-habituators een andere lichaamssamenstelling en vetverdeling vertonen.

De non-habituators zijn eerder slank met alleen een klein buikje en vooral vervetting rond de organen (‘lean-but-wide-waisted-phenotype’). Wij noemen hen de ‘magere dikke’ mensen. Vaak denken we dat ze gezond zijn en alles mogen eten, maar ze lopen wel het grootste risico op hartfalen.

De habituators vertonen eerder algemeen wat meer overgewicht, hebben een hogere body-mass-index (BMI) en meer onderhuids vet (‘corpulent-but-narrow-waisted-phenotype’). Zij ontwikkelden een strategie om hun hersenen te beschermen tegen overmatige stress, maar betalen daar een prijs voor: alleen door frequente inname van hoogcalorische voeding kunnen ze hun normale cognitieve alertheid in stand houden. In de wetenschappelijke literatuur wordt dit fenomeen omschreven als een ’trade-off’: het opgeven van een voordeel ten gunste van een ander, groter voordeel.

Dit wordt bevestigd door epidemiologisch onderzoek dat een lage gevoeligheid voor stress in verband brengt met een gewichtstoename. Of anders gezegd: hoe corpulenter, hoe beter de reactie op mentale en psychosociale stress en hoe minder onrust ze vertonen. Dat is dus wat er deze zomer met de habituator Eden Hazard gebeurt.

Hoe corpulenter, hoe beter de reactie op mentale en psychosociale stress en hoe minder onrust.

Aangezien de reactie op stress bij habituators compleet anders is dan bij non-habituators, worden in de klinische psycho-neuro-immunologie beide fenotypes op een fundamenteel andere wijze benaderd.

Bij non-habituators, die dus het grootste risico op hartfalen lopen, zetten we in op mentale interventies die rust brengen in de stressassen zoals mindfulness en yoga.

Bij de habituators zetten we in op interventies die meer energie naar de hersenen brengen, zoals: hen cognitieve opdrachten onder tijdsdruk geven, hen nuchter laten bewegen (tot ze zwart voor de ogen zien), bij hen hypoxieoefeningen en de ketogene status introduceren.

We zouden de habituator Eden Hazard dus rustig de tijd geven om ‘aan te komen’ en hem dan geleidelijk aan deze ‘intermittent living’-interventies (4) aanbieden. ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content