Het Franse onevenwicht: hoe Les Bleus zichzelf uitschakelden op dit EK

© GETTY
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Met een nog sterkere aanvallende tridente dan ooit tevoren had Frankrijk veel meer moeite om de verdediging op orde te krijgen. Een analyse van de Franse EK-exit.

Neem een ploeg die in een gekke Russische zomer 12 keer scoorde in zeven wedstrijden en zo wereldkampioen werd. Voeg daar een Karim Benzema aan toe die dé patron werd van Real Madrid en een Kylian Mbappé die nog sterker is geworden na zijn vier doelpunten in die wereldbeker. Op papier zorgde dat recept, ook nog aangevuld door de oude leider van de Franse aanval Antoine Griezmann, ervoor dat Frankrijk dé topfavoriet was op dit EK. Op het veld moeten de troepen van Didier Deschamp het toernooi al verlaten na de achtste finales, geklopt door een Zwitserse ploeg die zelfs geen outsider was.

Het is het verhaal van een fragiel evenwicht bij de Fransen. Een van die zaken die het voetbal altijd onvoorspelbaar maken. Een ploeg die individueel sterker is, zogenaamd complementair, maar die door de realiteit helemaal op zijn kop wordt gezet. In België had je ook het symfonische Gent van Hein Vanhaezebrouck dat door elkaar werd gehaald door de komst van Mbark Boussoufa begin 2016. Met Benzema verloor Frankrijk zijn stabiliteit. Zeker niet door de aanvaller van Real Madrid, die auteur was van vier goals op dit EK. Maar vooral omdat er al die andere zaken bijkomen.

Hoewel de connectie met Kylian Mbappé op papier erg in orde lijkt – het doet denken aan die tussen Benzema en Cristiano Ronaldo bij Real Madrid – heeft de jonge ster van PSG de laatste tijd liever de bal in de voet dan er steeds achter te moeten hollen in de diepte. In een tridente waarin iedereen altijd de bal wil hebben, veranderen de rollen en verdwijnt de complementariteit. Zo moet de aanvalslinie het meer hebben van de individuele flair dan van het geheel. In plaats van het systeem dan wat aan te passen, wacht Frankrijk op dat ene moment.

Waar was Griezmann?

In een ruit, in 3-5-2 of 4-3-3 waarin de vleugels steeds naar binnen komen, heeft Deschamps eigenlijk niemand die diep loopt. Erger nog, het brengt de ploeg helemaal uit balans, want het kost de verdediging veel meer moeite om de aanval te vinden. Dat is anders dan in 2018, toen Giroud meteen werd gezocht en het middenveld werd overgeslagen. En een gedesorganiseerde verdediging is er eentje die gaten laat. Die van Frankrijk durfde de bal niet deftig weg te werken, kon zichzelf niet verbeteren en verzwakte zelfs zijn sterke punten. Het resultaat: een tegendoelpunt tegen Hongarije, twee tegen Portugal en dan nog eens drie tegen Zwitserland in een wedstrijd die gered leek te zijn na de individuele flitsen van Mbappé, Benzema en Paul Pogba.

Bovendien verloren de Fransen in het hele avontuur ook Antoine Griezmann. De aanvaller was het grote uithangbord van de tactiek in 2018, maar verdronk paradoxaal in het nieuwe dichte spel met te veel talent in een te kleine ruimte. Nooit leek hij op de man die het mooie weer maakte naast Diego Costa of Giroud, hij was nooit het middelpunt van de Franse aanval. Hij is het symbool van een veranderd team, samen met een Benjamin Pavard die slechts een tweedehandsversie van zichzelf was en een Raphaël Varane die te ver verwijderd was van de zestien waar hij in Rusland nog regeerde.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content