Hoe Michel Sablon (ex-KBVB) Singapore op de voetbalkaart probeert te zetten

© Belga Image

Michel Sablon, voormalig technisch directeur van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB), bekleedt sinds een tweetal jaar dezelfde functie bij de voetbalbond van Singapore. Een gesprek over het strategisch plan van de stadstaat, voetbal in Azië en de Rode Duivels. ‘Het lijkt hier een beetje op wat we in België gedaan hebben, want na Euro 2000 bevond ook België zich in de periferie van het voetbal.

De Football Association of Singapore heeft een nieuw strategisch plan, nadat de implementatie van het vorige ‘five year strategic plan’ faalde. Sablon: Singapore is geen wereldkampioen in het voetbal, maar wel in het uitschrijven van strategische plannen. Het maken, opstellen en publiceren van strategische plannen is allemaal mooi gedaan, maar je moet het ook toepassen.

‘In het eerste jaar heb ik niet zo veel kunnen realiseren, maar in het tweede jaar zijn enkele van de elf projecten die ik voorstelde, ontwikkeld. Mijn project maakt voor een groot stuk deel uit van het nieuwe strategische plan. Het verschil met het vorige plan is dat het Ministerie van Onderwijs en het Ministerie van Sport erin geloven. We hebben een nieuwe schwung gevonden.’

Kan u uw strategisch plan voor het voetbal in Singapore beknopt toelichten?

Sablon: Het plan bevat drie grote pijlers: de grassroots of de basis van 6-9 jaar, de ontwikkeling van de elite youth, de golden age van 10-13 jaar en de nationale jeugdploegen van 14-18 jaar en als derde gedeelte de opleiding van de coaches. Die is veranderd met de c-, b-en a-cursussen. De theorie ligt nu dichter bij het spel zelf. Een ander punt zijn de stakeholders en het management. Als je niet de volle honderd procent steun van de voorzitter (Zainudin Nordin) en de secretaris-generaal (Winston Lee) geniet, en ook van de lokale competitie S. League, dan kan je niets doen. Er zijn zaken die nog beter moeten, maar Rome en Parijs zijn ook niet in een dag gebouwd.’

De schoolcompetities zijn een heikel punt.

In Singapore moet alles in competitieverband gebeuren

Michel Sablon
Michel Sablon© Belga Image

‘In de scholencompetities moet het kick & rush plaats maken voor opbouwend voetbal. De lagere scholen zijn al mee, de middelbare scholen nog niet. De scholen hebben een vastgeroeste structuur waar je moeilijk verandering in kan brengen. Het Ministerie van Onderwijs is een mastodont. Het vergt heel veel tijd, je wordt er niet vrolijk van. Ik moet mij aanpassen aan de cultuur. De ouders en het hele systeem zijn gericht op prestatie. In de krant stond eindelijk een artikel dat de gemeenschap eens moet gaan nadenken over het feit dat ze kinderen alsmaar in de richting van prestatie en competitie duwen. In Singapore zou je zelfs een competitie tussen kinderen kunnen hebben om om ter snelst iets op te eten. Dat is een dwaas voorbeeld, maar alles moet in competitieverband gebeuren.

‘In november vertelde ik aan 400 ouders dat ze de volgende generatie aan het verstikken zijn. De druk op de kinderen is zo groot dat er een zeer hoge prijs zal voor betaald worden. Dat werd mij niet in dank afgenomen. Kinderen worden enkel beoordeeld op hun cijfers. De ouders zien ook geen toekomst in het voetbal, het professionele voetbal staat nog maar in zijn kinderschoenen hier. Een voetballer heeft niet de wedde van een ingenieur of professor. De hele maatschappij, van de school tot de muziekles, is gericht op prestaties. Een voetballer heeft geen vier of negen op tien, tenzij je het aan kenners overlaat en die oordelen dat er nog tijd nodig is om tot de top door te groeien. Dat geduld is er niet in Singapore en dat maakt het moeilijk om over te stappen naar een professionele structuur.’

Bij een prestatiegerichte maatschappij denkt men aan Japan. Een gidsland in Azië, ook wat voetbal betreft.

‘Japan is inderdaad ook een prestatiegerichte maatschappij, maar hun voetbal is te georganiseerd. Als je ze laat spelen, dan spelen ze je van het kastje naar de muur. Deze week won Japan met 4-0 tegen Thailand. Maar als hun systeem ontwricht wordt, is het gedaan. Japan zou iets inventiever moeten zijn om de wereldtop te halen. Zij moeten uit hun rigoureuze systeem stappen en meer creativiteit toelaten. Wij spelen tegen jonge Japanse ploegen en het stramien is altijd hetzelfde, maar je hebt er geen Cristiano Ronaldo, Lionel Messi of Eden Hazard. Dat zijn de individuele talenten die het verschil kunnen maken. Dries Mertens is ook klein, maar we hebben hem laten ontwikkelen. Dat kent Japan niet. In Singapore proberen we die creativiteit in de programma’s te steken: spelers laten nadenken over het spel. Zij moeten het spel lezen en keuzes maken in balbezit. Dat heeft Japan nog onvoldoende.’

Die creativiteit en techniek kan je toch alleen maar uitvoeren op basis van een uitstekende fysieke conditie, iets wat ontbreekt in Singapore?

‘Fitness is een thema. Een voetballer moet kunnen afzien. Dat is een ouderwetse instelling, maar dat is de enige manier om beter te worden. Ronaldo staat ’s ochtends op en het eerste wat hij denkt is hoe hij een betere voetballer kan worden. Hij gaat naar de fitness en het doet pijn. Dat moet elke voetballer doen. Die mentaliteit is er niet en hoe komt dat? Ze leven hier in een comfortzone. Ze hebben het niet moeilijk. De afstanden zijn niet groot. Je gaat met de metro in uniform naar school, waar je wordt opgevangen in goede klaslokalen, met een goede schoollunch en een flesje water elk uur. Alles is geregeld. Dat is ook hoe er wordt gevoetbald. De comfortzone is één ding, maar de warmte wordt ook vaak als excuus aangehaald.’

Je kan natuurlijk een strategisch plan hebben, maar welke accenten uit het voetbal leg je? Het Belgische model, met 4-3-3 en individuele talentontwikkeling, kan je niet zomaar kopiëren.

Geduld is er niet in Singapore en dat maakt het moeilijk om over te stappen naar een professionele structuur

‘Copy en paste heeft geen zin in het voetbal. Alles is anders in Singapore: de omgeving, het klimaat, de coaches, de ouders. Singapores ranking was niet goed en zij wilden van nul opnieuw beginnen. Dat sprak mij aan. Het lijkt een beetje op wat we in België gedaan hebben, want na Euro 2000 bevond ook België zich in de periferie van het voetbal. Er zijn wel enkele basiselementen: de ontwikkeling van een ‘fast passing game.’ Vanaf de grassroots begin je met kleine zaken, vanaf 10 jaar focus je op techniek en dan bouw je op. Bij de veertienjarigen spelen we al 4-3-3. In 2016 speelden we nog geen 4-3-3 omdat de spelers eenvoudigweg niet goed genoeg waren. Hun techniek, fysiek en mentale sterkte waren niet toereikend om het voetbal te spelen dat we beogen. De nationale ploeg speelt zeer defensief, het is bijna een ‘catenaccio’ uit de jaren 80. Met de volgende lichting gaan we aanvallend proberen voetballen, maar dat zal nog wel een paar jaar duren. De volgende generatie traint erop, gaat dat meedragen en bekwaam zijn om zo te spelen.’

Vanaf 2019 nemen 24 landen deel aan de Asian Cup. Dat maakt kwalificatie makkelijker, maar is de uitbreiding goed voor het voetbal?

‘Voor Singapore is het goed, omdat er te veel Aziatische landen van hetzelfde niveau zijn. Het aantal deelnemende landen is op het EK ook verhoogd naar 24 landen en vanaf 2026 zullen 48 landen deelnemen aan het WK. Azië krijgt minstens twee plaatsen meer op dat WK. Je kan dan denken aan China en India. Dat gaat over tv-rechten, commerciële rechten en heel veel geld. Dat is een bedenking die heeft meegespeeld. Deelname aan het WK is voor Singapore natuurlijk wishful thinking, maar de eindronde in Azië moet haalbaar zijn. Het wordt een grote groep met 24 landen en als we verbeteren zou kwalificatie moeten kunnen, misschien niet in 2019, maar dan toch in 2021.’

‘Singapore is al uitgeschakeld voor het WK in Rusland, maar de derde geplaatsten gaan naar een tweede poule als kwalificatieronde voor de Asian Cup in 2019. Singapore zit in de groep met Turkmenistan, Bahrein, Taipei. Het is een goede loting en met de 0-0 in Bahrein kunnen we proberen ons te plaatsen. In 2018 willen we de nationale ploeg verjongen. De huidige ploeg heeft een gemiddelde leeftijd van 29 jaar, dat is te oud.

EURO 2016 had 24 deelnemers, maar was geen hoogstaand toernooi.

De Singaporezen wilden van nul opnieuw beginnen. Het lijkt een beetje op wat we in België gedaan hebben, want na Euro 2000 bevond ook België zich in de periferie van het voetbal

Yannick Carrasco (R), Eden Hazard (M) en Michy Batshuayi
Yannick Carrasco (R), Eden Hazard (M) en Michy Batshuayi© Belga Image

‘Dat is waar. Nederland was er bijvoorbeeld niet bij. Zij hebben het moderne en aanvallend voetbal veel bijgebracht. België heeft ooit tegen Irak gespeeld op een WK. Je hebt altijd mindere landen, die een ander voetbal spelen. In het algemeen zijn de meeste Europese landen aan elkaar gewaagd. Dat is in Azië iets minder. Dat Azië meer afgevaardigden op het WK zal hebben, is goed voor de progressie van het Aziatische voetbal, maar misschien niet voor het mondiale voetbal.’

Ten slotte de Rode Duivels. België kon de afwezigheid van De Bruyne en Hazard niet opvangen tegen Griekenland en Rusland.

‘Zij doen de onverwachte dingen in een wedstrijd en zij zijn moeilijk op te vangen. Het zijn de talenten die met een individuele flits het verschil maken in de opbouw en zo de hele ploeg door elkaar doen lopen of andere acties laten uitvoeren. De Bruyne en Hazard creëren de openingen. Zij maken het verschil. Youri Tielemans heeft nu kunnen proeven van het hoogste niveau, maar de volgende wedstrijd in Estland moet gewonnen worden. Dat is niet zo’n gemakkelijke wedstrijd. Thomas Vermaelen is aan het terugkomen. Die bepalende spelers moeten erbij zijn. Dat zie je vaak in de geschiedenis. Dat was ook zo met Maradona bij Argentinië, Cruijff bij Nederland en Ronaldo bij Portugal. Elke ploeg zou een Hazard missen.’

De trage opbouw, zelfs met Hazard en De Bruyne in de ploeg, blijft een pijnpunt, ook onder de nieuwe bondscoach Roberto Martinez.

‘Zolang die trage opbouw wordt afgewisseld met snelle flitsen is dat goed. Daarvoor heb je die spelers nodig, anders stokt het. Dan staat De Bruyne alleen. De opbouw is vaak traag vanuit de verdediging om dan de bal bij de bepalende spelers af te leveren. Daar moet het snel gaan, met een actie, met een laatste pass van De Bruyne of een dribbel van Hazard of Mertens. Die flitsen moeten dan komen. Het was niet denderend tegen Griekenland. In Rusland verdween het ritme eens het 1-3 werd. De topspelers zorgen voor de overgang van een traag naar een sneller spel. Als zij niet beschikbaar zijn, blijft men in een stramien van traag voetbal steken. ‘

Hoe zie jij de opvolging van deze generatie? Tielemans is een speler die doorstroomt uit de U21, maar de spoeling lijkt dunner bij de volgende U21-lichting.

Het wordt wel tijd dat de Belgische voetbalbond de koppen eens terug bij elkaar steekt om de organisatie en ontwikkeling opnieuw te bekijken

‘Dit is een generatie van zeer getalenteerde spelers. Ik heb de beloften de laatste twee jaar niet meer zien spelen, maar de U17 bereikten de halve finales van het WK in Chili. Dat is toch talent? Het wordt wel tijd dat de Belgische voetbalbond de koppen eens terug bij elkaar steekt om de organisatie en ontwikkeling opnieuw te bekijken. Onze groep heeft dat gedaan in 2004. We zijn nu 13 jaar verder. Alles moet eens tegen het licht gehouden worden en er moet een update komen. Dat is noodzakelijk in België. De coaches en de mensen, die het goed menen met de toekomst van het voetbal en niet aan zichzelf denken, moeten dat doen. Je moet dat doen wanneer het nog goed gaat. Als het begint bergaf te gaan, zoals in Nederland, dan is het te laat. Er moet opnieuw een röntgenfoto genomen worden. Wat is er goed? Wat is er slecht en wat moeten we verbeteren zodat er een garantie is – als ik dat woord mag gebruiken – en consolidatie voor de kwaliteit van de opleiding, spelers en coaches.

Sam Kunti

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content