Is Brazilië aan de wederopstanding bezig?

© Belga Image

De Seleçao prijkt autoritair bovenaan de tabel in de Zuid-Amerika WK-kwalificaties, Rusland wenkt.

Achtentwintig punten. Dat is mathematisch de minimumvereiste voor Brazilië om zich te kwalificeren voor het wereldkampioenschap. Brazilië heeft nu al dertig punten na een imponerende 1-4 overwinning tegen Uruguay en is dus officieus geplaatst voor de eindronde in Rusland. Zijn de Goddelijke Kanaries aan hun wederopstanding bezig?

Flashback naar 8 juli 2014. Het is broeierig warm in de mijnstad Belo Horizonte, de eindfase van het WK breekt aan. Wat volgt is een minutieuze dissectie van de Seleção. Duitsland is genadeloos en etaleert alle karakteristieken van het moderne voetbal: balbezit, automatismen, snelheid van beweging, complete veldbezetting en de combinatiecounter. Het is een halve finale van superlatieven voor de Mannschaft maar een lijdensweg voor Brazilië.

Het gevolg is een onthutsende slachtpartij met een krankzinnig resultaat: 7-1. Braziliës Götterdämmerung. Het ooit zo vernieuwende Braziliaanse voetbal is met zijn berekende Europese manier van spelen, gestoeld op atletisch en tactisch vermogen, voorbijgestreefd. Brazilië dreigt de voeling met de top van het mondiale voetbal te verliezen.

‘Het is onbegrijpelijk wat er is gebeurd,’ zegt doelman Júlio César verontschuldigend. De Argentijnse grootmeester Luis Menotti heeft wel een correcte analyse klaar. ‘Brazilië heeft zijn voetbal gedecultiveerd,’ zegt hij. ‘Sinds het op de WK’s van 1982 en 1986 niet kreeg waar het recht op had, heeft het zijn stijl verloochend.’

Kerkbewaarder Dunga

De Braziliaanse voetbalbond (CBF) – laat zich echter niet alarmeren. Het Mineirazo, zoals de 7-1 ook wel genoemd wordt, is niet het moment voor een catharsis. Het bastion van oude voetbalautocraten wil een kerkbewaarder als nieuwe bondscoach. Pep Guardiola? José Mourinho? Een buitenlandse coach? Neen, de kerkbewaarder heet Carlos Dunga en houdt pleidooien voor nog meer patriottisme.

Carlos Dunga
Carlos Dunga© BelgaImage

‘Brazilië had vernieuwing nodig, maar de aanstelling van Dunga was een afspiegeling van het geloof in CBF-kringen dat de 7-1 louter een anomalie was,’ legt Rupert Fryer, redacteur bij Brasil Global Tour, uit. ‘De CBF is erg parochiaal. De terugkeer van Dunga was verbijsterend en getuigde van hoogmoed.’

Dunga is een Gaucho, uit het zuiden van Brazilië, waar krachtvoetbal wordt gecultiveerd. Hij predikt – en preekt over – wilskracht, strijdlust en kadaverdiscipline. Kleinere, technische spelers – type Zico en Andrés Iniesta – worden niet geduld. Hij verwerpt het offensieve basisbeginsel van het Braziliaanse voetbal. Dunga verafschuwt esthetiek en lichtvoetigheid. Hij is geen coach die goed voetbal wil brengen. Zijn filosofie is een ontkenning van ‘o jogo bonito.’

De nukkige, vaak woeste, coach is een absurde remedie voor het gekwetste Brazilië. Zijn eerste persconferentie is al een schertsvertoning. Dunga citeert Nelson Mandela, fileert het WK, looft James Rodriguez maar faalt in zijn tactische analyse van Duitsland en Spanje. Hij praat onophoudelijk over het collectief en de nood aan toewijding.

‘Dat is typisch voor Dunga, die egelstelling en die mentaliteit van een vechtjas,’ zegt Alexandre Gontijo, een Braziliaanse voetbalexpert van Globo. ‘In zijn eerste periode als Braziliaanse bondscoach won hij de Copa America en plaatste Brazilië zich als eerste Zuid-Amerikaans land voor het WK 2010, maar het is niet gemakkelijk om zomaar een nieuwe ploeg op te bouwen.’

Eventjes fnuiken enkele goede resultaten de kritiek op Dunga, maar de Copa Americas van 2015 en 2016 zijn de voorbodes van een onvermijdelijk ontslag. In een groepswedstrijd tegen Venezuela bezwijkt Dunga aan zijn duistere kanten. Hij speelt met vier centrale verdedigers om een 2-1 resultaat vast te houden.

Het is een absolute knieval. Brazilië draagt niet langer een hoogstaande, gevarieerde voetbalcultuur uit, maar is onbehouwen en lomp in zijn spel. Dunga’s elf handelen in grofheden. De spelers zijn een armzalig aftreksel van de stylisten van weleer. De mythische vernedering tegen Duitsland hangt als een molensteen rond de nek.

‘Ik vrees enkel de dood,’ prevelt Dunga twaalf maanden later in de catacomben van het imposante Gilette Stadium in Foxborough, Massachusetts na de 1-0 nederlaag tegen Peru en de uitschakeling op het continentale tornooi. Zijn positie wordt onhoudbaar. Met Renato Augusto en Elias in het middenveld poogt hij wel expansiever te spelen, maar die ingeving mag niet meer baten. Exit Dunga.

4-2-4

De Olympische Spelen in Rio de Janeiro vorige zomer vormden een nieuw hoofdstuk in Braziliës obsessie met de olympische titel. ‘Het winnen van de gouden medaille is bijna een verplichting omdat de tegenstand zo zwak is,’ schrijft de toonaangevende voetbalcolumnist Tostão. ‘Zal de overwinning het begin van een herstel zijn of een illusie en de zoektocht naar progressie uitstellen?’

Brazilië haalt de finale en treft daarin Duitsland. Het wordt 120 minuten nagelbijten. Spoken van het Mineirazo zwerven rond in Maracana, maar in de strafschoppenreeks brengt Neymar, Brazilië’s troetelkind, de verlossing. Hij knielt en dankt de voetbalgoden. Braziliës toernooistart was immers matig geweest. Rogerio Micale’s 4-3-3 systeem had gefaald tegen Zuid-Afrika en Irak. De aanval was geïsoleerd, het middenveld vond nauwelijks aansluiting.

Is Brazilië aan de wederopstanding bezig?
© Belga Image

In de laatste groepswedstrijd tegen Denemarken wijzigde coach Micale het systeem. Brazilië speelde 4-2-4 met Wallace als enige defensieve middenvelder en Luan in steun van Neymar. De twee Gabriels knepen vaak naar binnen. Het gastland is bevrijd en scoort gemakkelijk.

De 4-2-4 van Micale is een Copernicaanse revolutie. Eindelijk wil de Braziliaanse ploeg opnieuw de bal opeisen. Op het WK 1958 in Zweden gebruikte Brazilië dit systeem met Pelé en Garrincha als protagonisten. In de herfst van 2012 greep toenmalig coach Mano Menezes ook terug naar een 4-2-4 formatie in vriendschappelijke wedstrijden tegen Japan en Irak: Ramires en Paulinho waren een buffer voor de verdediging. Oscar en Kaka dreven de Braziliaanse aanvalsgolven.

Koning Midas

Achter het olympische goud schuilt evenwel een valkuil: overmoed. In wezen is het olympisch voetbaltornooi slechts een veredelde beloftencompetitie. Beschouwt Dunga’s opvolger Tite, eveneens Gaucho en realist, maar met een bredere visie, de olympische overwinning als een keerpunt? De nieuwe bondscoach is niet naïef.

Bondscoach Tite
Bondscoach Tite© Belga Image

‘De olympische medaille ligt in het verleden,’ zei Tite op zijn eerste persconferentie. ‘Het proces is het belangrijkste, dan pas het resultaat. Als je geen onderscheidingsvermogen hebt tijdens het proces, kan je nadien het resultaat niet analyseren. Ik heb geen probleem om te zeggen dat de 7-1 een collectieve fout was, maar ik heb er ook geen mongrel complex over. Ik geef toe dat ik in het Maracana was [tijdens de olympische finale], naar onze fans keek en dacht: ons werk moet beter.’

Tite koestert een progressief gedachtegoed. Het spel moet moderner en met balbezit. Hij is een verademing in een lokale trainersgilde van zelfingenomen coaches met verouderde spelvisies. De bondscoach ontmantelt Dunga’s ploeg en legt zijn eigen accenten. De achterlijn moet hoger spelen. Hij posteert Casemiro op het middenveld en vertrouwt de jonge Gabriel Jesus vooraan.

Brazilië wervelt voorbij zijn tegenstanders – zeven overwinningen in evenveel wedstrijden met een doelpuntensaldo van +19. Brazilië prijkt bovenaan de tabel in de Zuid-Amerika. Tite is Koning Midas en Rusland wenkt.

‘Als je het WK morgen zou organiseren, behoort Brazilië opnieuw tot de favorieten, maar de hyperbool is vaak ook Brazilië’s ondergang,’ concludeert Fryer. ‘Tite en zijn staf zijn zeer competent. Zij zullen de spelers erop wijzen dat Brazilië a work in progress is.’

Sam Kunti

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content