Jürgen Klopp, ‘The (not so) Normal One’

© BELGAIMAGE

In de jaren zestig haalde de legendarische Bill Shankly Liverpool uit het slop. Een halve eeuw later doet Jürgen Klopp net hetzelfde.

J ürgen Klopp kijkt op zijn horloge. ‘Het is tien na tien. De meeste kinderen liggen waarschijnlijk al in bed. Dus ik kan het nu wel zeggen: these boys are fucking intelligent giants. Het is ongelooflijk! Geef me maar een boete als je wil. Ik heb er gewoon geen andere woorden voor.’

Klopp zegt het met de hem typerende brede glimlach in een van de talloze interviewtjes die hij vlak na de historische 4-0 tegen FC Barcelona aflegt. De reporter begint te lachen en legt zijn hand op de schouder van de coach. Familiair, ongedwongen, haast amicaal. Het is Klopp ten voeten uit. Hij is zo spontaan en authentiek dat je bijna niet anders kan dan hem sympathiek te vinden. Bij zijn aanstelling in 2015 riep hij zichzelf uit tot ‘ The Normal One‘. Zo kan je hem ook omschrijven: hij is zo normaal dat het speciaal is, zeker in een voetbalwereld waar hypocrisie en egotripperij de boventoon voeren.

Klopp geeft je gewoon een heel goed gevoel, hij is bijvoorbeeld altijd oprecht blij als-ie je ziet.

Virgil van Dijk

Ook Virgil van Dijk vindt Klopp een fascinerend figuur. ‘Soms vraag ik me af wat hem nu zo speciaal maakt, maar hij heeft gewoon iets’, zei de Nederlandse verdediger eerder dit seizoen in een interview. ‘Is het uitstraling? Is het die energie? Ik denk er weleens over na. Alles heeft volgens mij te maken met spelersmanagement. Dat is tegenwoordig ontzettend belangrijk. Klopp geeft je gewoon een heel goed gevoel, hij is bijvoorbeeld altijd oprecht blij als-ie je ziet. Zoiets doet toch wat met je. Neem nu die hug na wedstrijden, die bekende knuffel die hij geeft aan al zijn spelers. Het is maar een klein iets, alleen voelt het wel goed.’

Een beeltenis van Jürgen Klopp siert de straten van Liverpool. De Duitse trainer is alom aanwezig.
Een beeltenis van Jürgen Klopp siert de straten van Liverpool. De Duitse trainer is alom aanwezig.© BELGAIMAGE

Klopp is een kei in het creëren van good vibrations. Dat deed hij ook in zijn speech voor de wedstrijd tegen FC Barcelona. Hij zei tegen de spelers over het ophalen van de 3-0-nederlaag in Camp Nou: ‘Jongens, ik denk eigenlijk dat het onmogelijk is om die achterstand goed te maken, maar omdat jullie het zijn, denk ik wél dat we een kans maken.’ Daarmee zei hij de harde waarheid, maar gaf hij er toch een twist aan waardoor iedereen een goed gevoel kreeg. Geniaal in zijn eenvoud.

De juiste man

Ook de supporters krijgen regelmatig bloemetjes toegegooid. Als geen ander beseft Klopp dat zij het hart van de club vormen. Op het einde van elke match gaat hij hen dan ook bedanken. In een interview met The Guardian maakte hij het nog eens duidelijk: ‘Het gaat hier eigenlijk niet om mij. Het gaat, eerst en vooral, om de fans. Omdat zij al zo lang dromen. Ik kan, eerlijk gezegd, niet zeggen dat ik al 29 jaar droom van een titel voor Liverpool. Maar veel mensen hier dromen daarvan en dat proberen we dan ook waar te maken.’

De liefde is wederzijds. Toen de krant Liverpool Echo op 8 oktober 2017, precies twee jaar nadat Klopp bij Liverpool Brendan Rodgers kwam vervangen, een rondvraag deed bij tal van supporters, was de teneur positief. ‘Hoewel de defensieve lacunes die mijn tikker op de proef stellen, blijven bestaan, ‘ liet een zekere StephenDavis optekenen, ‘heeft Klopp ten minste terug passie naar Anfield gebracht, en een honger in de aanval die opwindend is om te zien.’ Voor Matt Addison is Klopp niet de aangekondigde Messias en is hij ook niet perfect, maar ‘hij is de juiste man voor de club. Ik ben altijd een grote fan van Brendan Rodgers geweest, maar Liverpool staat er nu beter voor dan twee jaar geleden, zoveel is zeker. Bij zijn laatste twee clubs was Klopp telkens zeven jaar aan de slag: als we ervan uitgaan dat dat patroon zich verderzet, zijn er nog vijf jaar te gaan.’ Supporter Damien Henderson omschrijft het op een originele manier: ‘Klopp is als je favoriete nonkel. Je wil hem zien en je wil dat het goed met hem gaat.’ Ted Jones maakt de vergelijking met twee legendarische coaches uit het verleden: ‘Ik heb LFC gezien tijdens de periode van Bill Shankly en Bob Paisley en ik heb dat opwindende voetbal niet meer meegemaakt tot Jürgen kwam.’

De Britse pers zet Jürgen Klopp graag naast Bill Shankly, de Schotse coach die Liverpool begin jaren 60 uit de vergeetput in tweede klasse haalde en naar de Europese top bracht. Hoewel Shankly een klein mannetje was, had hij tonnen charisma en was hij een vlotte prater. Ook hij slaagde erin om iedereen rondom hem te begeesteren. Zo smeedde hij een niet te breken band tussen team en supporters. Andere managers waren succesvoller, maar hij gaf Liverpool een ziel. Wij tegen de rest. Shankly voelde zich verwant met de tienduizenden arbeiders die tegen minimumlonen lange dagen in de haven klopten en voor wie de club een van de weinige lichtpunten in een uitzichtloos bestaan was. The Kop was zijn wereld en hij zou zijn sociaaldemocratische ideeën op club en team projecteren: collectiviteit, samenhorigheid, menselijkheid, teamspirit. Het zijn woorden die ook op het lijf van Jürgen Klopp geschreven zijn. You never walk alone.

Bill Shankly leidt een training van Liverpool. Er zijn tal van gelijkenissen tussen de kleine Schot en Klopp.
Bill Shankly leidt een training van Liverpool. Er zijn tal van gelijkenissen tussen de kleine Schot en Klopp.© BELGAIMAGE

Klopp is, net als Shankly, een socialist. ‘Als het goed gaat met mij, wil ik ook dat het goed gaat met anderen. Er is één ding in mijn leven dat ik nooit zou kunnen doen: op rechts stemmen.’ Daarom is de Duitse manager ook tégen de Brexit. ‘De geschiedenis heeft ons geleerd: als je alleen bent, ben je zwakker dan wanneer je verbonden bent met anderen. Ik ben 51 jaar oud en ik heb nooit een oorlog meegemaakt. Onze generatie is echt gezegend: Europa is een veiligere plaats zolang de sterke partners samenblijven. Ik vind het niet goed dat het weer uit elkaar aan het vallen is.’

Pianisten

De vergelijking tussen de twee gaat nog verder. Shankly haalde Ron Yeats naar Liverpool, een kolos van een verdediger rond wie hij zijn team bouwde en van wie hij meteen zijn kapitein maakte. Hij moest voor de speler lang aandringen bij het bestuur en er werd 20.000 pond – zo’n 23.000 euro – voor hem betaald, in die tijd een clubrecord. Sinds Klopp Virgil van Dijk – prijskaartje: 85 miljoen euro – naar Liverpool haalde, is de verdediging een pak solieder geworden. Eind jaren 60 plukte Shankly Alec Lindsay weg bij Bury, dat net gepromoveerd was naar eerste klasse. De linksback was op dat moment een nobele onbekende, maar zijn raids op de linkerflank bij The Reds werden legendarisch. De vergelijking met Andy Robertson, door Klopp voor een habbekrats weggehaald bij Hull City, is snel gemaakt.

Ik heb Liverpool gezien in de periode van Bill Shankly en Bob Paisley en ik heb dat opwindende voetbal niet meer meegemaakt tot Jürgen kwam.

Supporter Ted Jones

Ook de voetbalstijl is gelijkaardig. ‘Een speler van Liverpool moet bereid zijn om door een bakstenen muur te lopen en er aan de andere kant als een vechter uit te komen’, was een van de motto’s van Shankly. Een filosofie die nauw aansluit bij het heavy-metal-voetbal van Klopp, wiens mantra is dat er hard gewerkt moet worden, niet alleen in wedstrijden maar ook op training. Van Dijk zal dat niet ontkennen: ‘Ik heb in mijn hele leven echt nog nooit zó hard getraind als in de voorbereiding op dit seizoen. Het was echt Duits: lopen, lopen, lopen, en als je denkt dat je klaar bent, nog een keer lopen. En daarna weer. Drie trainingen op een dag. ’s Ochtends om zeven uur gaat je wekker, half acht sta je op het veld: rennen. En dan weten dat je nog twee keer moet, dat is zwaar, hoor. We deden dat in Frankrijk, in totale afzondering, geen fans, geen media, niemand. Alleen wij. En naast die trainingen hadden we ook nog meetings, tactische besprekingen, het ging maar door, door, dóór. Toen ik eindelijk thuiskwam, was ik he-le-maal kapot.’ Dat het met de basisconditie van The Reds wel snor zit, bewijzen de prestaties van het team in deze loodzware, laatste weken van het seizoen, waarin de matchen op het scherp van de snee zich in sneltempo opvolgden.

Jürgen Klopp, 'The (not so) Normal One'

Hoe meer je je verdiept in Bill Shankly, hoe meer je gaat denken dat Klopp een soort reïncarnatie is van de Schot. ‘ A football team is like a piano. You need eight men to carry it and three who can play the damn thing. ‘ Het is nog zo’n uitspraak van de kleine Schot die perfect van toepassing is op het team van Klopp. De hedendaagse pianisten van dienst zijn Mohamed Salah, Roberto Firmino en Sadio Mané. En zitten zij met krampen in de vingers, dan is er nog altijd Divock Origi

Kloppelgangers

Als Liverpool een hart is, is het gebonk van dat hart de laatste weken steeds luider te horen. De man die de club leven inpompt, is Jürgen Klopp. Met zijn ongebreidelde energie, zijn aanstekelijke positivisme en toch ook zijn tactisch vernuft. The Reds hebben ontegensprekelijk vooruitgang geboekt onder hem. De fans zijn van doubters omgeturnd in believers. Een mirakelavond als die tegen FC Barcelona maakt dat gevoel alleen maar sterker. Maar het straffe is: Jürgen Klopp kreeg dat allemaal voor elkaar zonder een prijs te pakken. Het maakte José Mourinho, tegenwoordig aan de slag als analist, jaloers. Na de 3-0 op FC Barcelona zei The Special One: ‘Hij wint absoluut niks en toch heeft hij nog steeds het vertrouwen en krijgt hij de middelen om voort te doen.’

Overal wordt Klopp op handen gedragen. Net zoals hij een rockster was in Dortmund, is hij ook in Liverpool alom aanwezig. Een uitwas daarvan zijn de ‘Kloppelgangers’, een samenvoeging van Klopp en Doppelgänger, het Duitse woord voor dubbelganger. Zo verkleedde een supporter zijn zoontje voor Halloween in een kleine Klopp, inclusief ‘Kloppstuum’…

De adoratie lijkt echter van hem af te glijden. Hij relativeert het, net zoals hij ook de eerste is om voetbal in perspectief te plaatsen. ‘Voetbal is niet het belangrijkste in de wereld, maar soms voelt het wel zo omdat we niks anders te doen hebben.’

Het doet een beetje denken aan wat een trainer ooit zei toen hem gevraagd werd of hij druk voelde voor een belangrijke wedstrijd. ‘Druk, dat is werken in de mijn. Druk, dat is zonder job zitten. Druk, dat is tegen de degradatie vechten als je maar vijftig shillings per week verdient. Maar Europees voetbal of een bekerfinale? Dat is geen druk, dat is een beloning.’ Die trainer, dat was… Bill Shankly.

Jürgen Klopp, 'The (not so) Normal One'

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content