Liverpool uit de Champions League: de tol van het Vollgasfussball

© Xinhua/Sipa USA
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Na twee Europese finales botste sneltrein Liverpool op de muur van Atlético Madrid. Alle focus kan nu op de titelviering over een paar weken.

Zo. Salah, Mané, Firmino en co, Klopp inbegrepen, blijken ook maar mensen. Geen machines die blijven denderen over de tegenstand. Watford kon de Reds onlangs nog in de competitie al een eerste keer doen struikelen, even later gevolgd door Chelsea in de FA Cup. Dat kon je nog accidents de parcours noemen.

De dubbele nederlaag tegen Atlético Madrid – uit 1-0, thuis 2-3 – toont aan dat de rek er een beetje uit is. Het was het eerste Europese thuisverlies sinds 22 oktober 2014, toen die andere ploeg uit Madrid met 0-3 kwam winnen.

Vollgasfussball is zeer mooi om zien, maar tegelijk ook slopend. Zeker als je wedstrijd na wedstrijd in helse omstandigheden afwerkt. Bij de aftrap gutste de regen neer over Anfield en uren later was dat nog steeds het geval.

Anderzijds… Het had ook anders kunnen lopen, want het is nu ook niet dat er géén jus meer in de tank zit. Salah haalde weer zijn snelle voetjes boven, de Ox op het middenveld rende op en af, net als Wijnaldum en Henderson, en die twee flankmotoren vallen nooit stil. Alexander-Arnold kon 25 (!) voorzetten in de box gooien. Roberton leek meer linksbuiten dan verdediger. Liverpool schoot gisteren in totaal 35 keer op doel en dwong Oblak tot 11 saves, de ene al wat moeilijker dan de andere.

Maar het was allemaal toch net iets minder precies en Atlético liet ook wel héél veel gebeuren en heel ver komen. Salah kon weinig doen vanwege weinig ruimte, en als die er toch eens was stond de afwerking niet op peil. Mané acteerde zwak, te weinig nauwkeurig. Het was een match voor bonkers en fysieke kracht, met veel snelheid, maar niet altijd evenveel nauwkeurigheid. Dat is natuurlijk in Vollgasfussball het allermoeilijkste, tegen een hoge snelheid ook nog eens precies zijn.

Doelman

En precies moest het, tegen het Atlético van Simeone dat nog eens het beproefde recept van weleer bovenhaalde. Alles dicht bij elkaar, loerend op de counter. Niet ons ding, maar hij haalde er in het verleden wel al finales mee. Alles ten dienste van het einddoel, dat ene foutje proberen af te straffen, tot grote zichtbare frustratie van de weinig mobiele (maar ook offensief weinig gesteunde) Diego Costa, die mokkend van het veld ging. Alweer ik, vroeg hij zich bij zijn wissel duidelijk af. Maar El Cholo had gelijk. Marcos Llorente bracht meer snelheid, beweeglijkheid en gevaar.

De afgekeurde goal van Saúl vlak voor affluiten van de 90 minuten was al een waarschuwing. Atlético is nooit dood. Toen Simeone afgestraft leek te worden (bij het begin van de verlengingen bracht Firmino terecht de Reds voor), sloeg het spelbeeld helemaal om. De lang bleke weggeblazen tiener João Felix – hij raakte in de eerste 90 minuten een bal of 18 – onderschepte plots slecht ontzetten van Adrian, bediende Llorente en het stond 2-1. En voor de Reds het wisten stond het zeven minuten later 2-2. Toen speelde Van Dijk al in de spits, toch een teken van wanhoop.

Na twee finales op rij volgt er geen nieuwe kwartfinale voor de Reds. Vorig jaar was daarvoor al een mirakel nodig, na de 3-0 in Camp Nou. Toen lukte het nog wel, geholpen door een andere manier van voetballen van de tegenstander.

Tottenham, die andere finalist die vorig jaar miraculeus voorbij Manchester City geraakte, ligt er ook al uit. Mirakels gebeuren niet elk jaar. Al had het gisteren niet gemoeten. Met een goeie doelman gaat Liverpool allicht wél door. Zo dicht ligt het bij elkaar.

In het Belfius Basecamp in Knokke dacht er gisteren wellicht eentje: wat als ik vorige zomer niet naar België was teruggekeerd?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content