Sport/Voetbalmagazine sprak met Marc Brys, sinds dit seizoen trainer van Al Faysali in Saudi-Arabië.
Sport/Voetbalmagazine sprak met Marc Brys, sinds dit seizoen trainer van Al Faysali in Saudi-Arabië.
Marc Brys: “Het is een heel avontuur. In de Saudische cultuur zit minder discipline dan in de onze, hier heerst de pluk-de-dagmentaliteit. Dat zit geënt in de hele clubstructuur en zo spelen Saudi’s ook. Ofwel breek je als westerling, ofwel ga je hen in hun denkwijze tegemoet, zonder je principes te verloochenen.”
“Gelukkig hebben Saudi’s een goede inborst. Zo wordt in mijn spelersgroep soms spontaan geld ingezameld om aan minderbegoeden te geven. Dat maakte ik in België nooit mee, en in Nederland al zeker niet. Het was voor mij een uitdaging om ook dat te leren zien. Ik ben blij dat ik dit doe.”
Halfweg de competitie staat Al Faysali twaalfde in de competitie. “Dat mijn positie nog nooit in vraag werd gesteld, is voor mij hier het grootste compliment tot nog toe”, reageert Brys op die vaststelling.
“Je hebt in Saudi-Arabië zes topteams, die beschikken over een budget dat het normale overschrijdt. Al Faysali is een van de acht andere eersteklassers.
“Drie van de grote teams zitten in de hoofdstad Riyad: Al Nasr, Al Hilal en het Al Shabab van Michel Preud’homme. Zij genieten steun van de prinsen. Onze club is opgericht door rijken die in Riyad wonen, maar afkomstig zijn van Harmah, een dorp op een uur en veertig minuten rijden van de hoofdstad. Zij stichtten deze club hier in Harmah omdat de concurrentie in Riyad al zo groot is.”
Veel verkeersdoden
Wat frappeerde de ex-trainer van Germinal Beerschot en KV Mechelen ginder tot nu toe het meest, naast de voetbalwereld?
Brys: “Hoe de mensen zich in het verkeer gedragen. Als een stoplicht op rood staat en er zijn drie rijstroken, dan wringen zich zes auto’s op de eerste rij. Ze halen hier ook langs alle kanten in, zelfs via de pechstrook. En ik zag hier al jongens van twaalf achter het stuur.”
“Er gebeuren waanzinnig veel ongevallen. Op enkele maanden waren al zeven van mijn spelers betrokken in een ongeluk – en dan spreek ik niet over een blutske. Ik hoorde hier al van elf verkeersdoden. Nu draag ik altijd mijn gordel.” (KDR)
