Peter t'Kint

Onze man op het WK: ‘En als we nu eens de berichtgeving over Rusland op zijn kop zetten?’

Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

‘Wat wil de dagelijkse confrontatie met de Rus? Dat die van een enorme vriendelijkheid en behulpzaamheid is,’ zegt Peter T’Kint, onze reporter in Rusland.

Gisteren op een dood moment – Engeland-Tunesië was voorbij en het duurde even voor ze in de bar van ons Apart Hotel een late pizza in mekaar flansten – het stuk elders op deze website gelezen, over de clichés die de media de voorbije weken gebruikten om een beeld van Rusland te schetsen.

We pikken er een passage uit: ‘Toch zijn programma- en reclamemakers in hun (stereo)typering van Rusland niet altijd even bedachtzaam als bij de vorige WK’s. Onder het mom van humor wijken de positieve stereotypen opvallend snel voor uitgesproken negatieve beelden. Dat zegt minder over het huidige gastland dan over onszelf en in het bijzonder over hoe we vandaag naar Rusland kijken.’

Vermoedelijk heeft een en ander te maken met taal- en schriftbarrière, en met beelden uit de Zuid-Europese all-innhotels, waar de Russen zich niet altijd van hun beste kant lieten zien. Allicht schrikte dat veel Belgen af om de verplaatsing te maken, want het was echt zoeken gisteren in Sotchi naar een Belg. Panamezen daarentegen…

We zijn hier inmiddels een dag of zes in – die nuance moet een mens aanbrengen – twee steden die wellicht niet representatief zijn voor hét Rusland. Sotchi is een parel aan de Russische Rivièra, met bruisend nachtleven langs zijn strandboulevard. Zonder openbare dronkenschap, zonder geweld. Moskou de hoofdstad. In december zag je daar nog armoede en bedelaars, nu niet. Er is dus wel wat aan beeldverfraaiing – als we negatief willen zijn, spreken we over beeldvervalsing – gedaan, zo vermoeden we, maar goed.

In Sotchi zagen we zelfs hoe een neerdwarrelend blad van een boom geen tijd kreeg om te berusten in zijn lot. Direct schoot – we hadden hem voor een toerist gehouden – een voorbij flanerende wandelaar wakker, om het blaadje op te rapen. Discreet in zijn hand hield hij een klein vuilniszakje. Eens je er begon op te letten, was er nog van dat soort dienstbetoon. Daarom zijn de straten hier zeer netjes. En veilig, ook al patrouilleert er discreet zeer veel politie.

Die waren er vier jaar geleden in Rio ook allemaal, maar anders: fel bewapende policia, langs het strand van Copacabana in overvalwagens, en de vuilnismannen is oranje fluo en met een oude bezem. Hier is het anders, wat meer op de achtergrond.

Wat wil de dagelijkse confrontatie met de Rus? Dat die van een enorme vriendelijkheid en behulpzaamheid is. Beleefd. De ene spasiba na de andere. Wie een probleem heeft, wordt door iedereen in zijn buurt geholpen. Kruis een zebrapad en naar goeie Belgische gewoonte stopt de auto en laat men u oversteken. Probeer dat eens in Parijs. Of in Rio.

Daarnet, op de vlucht terug van Sotchi, lazen we in een boekje van Aeroflot dat ongeveer vijf procent van dit immense land Engels spreekt. Maar ook daar hebben ze wat op gevonden. Siri, u weet wel, dat stemmetje in uw iPhone of een ander hulpmiddel. Bij een communicatiestoornis wordt de smartphone boven gehaald. Elke Rus hangt er aan, zoals bij ons, en er zijn vertaalprogramma’s genoeg om de toerist te helpen. We hadden veel schrift- en communicatieproblemen verwacht, zoals in Japan, maar niks van dat alles. Toch niet in de steden.

Gooi dus weg die vooroordelen. U hoeft hier trouwens niks van de westerse familiariteit te missen. Ikea, Media Markt, McDonalds, Holiday Inn, Metro… De wereld raakt zijn specificiteit kwijt. Ook de Russische federatie. Gelukkig zijn er nog de mooie kerken.

Of is dat ook een cliché?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content