De Belgische bondscoach van Burkina Faso plaatste het nationale elftal voor het eerst in de geschiedenis in de finale van het Afrikaans landenkampioenschap. Een portret.
De Belgische bondscoach van Burkina Faso plaatste het nationale elftal voor het eerst in de geschiedenis in de finale van het Afrikaans landenkampioenschap. Een portret. Als speler sloot Put zich aan bij het vroegere Beerschot VAV. Typerend: in iedere jeugdploeg waar hij speelde, was hij aanvoerder. Hij toonde veel wilskracht, maar was matig getalenteerd. Bij de A-ploeg geraakte hij niet verder dan enkele keren op de bank. Nadien speelde hij onder meer bij Bornem, Rotselaar en Union.
Spilfiguur in de zaak- Ye
Bij Tubantia Borgerhout hield hij zijn spelerscarrière in 1988 voor bekeken. Het seizoen erop werd hij trainer van de ploeg. Hij trainde ook wat kleinere clubs en na dertien jaar kwam hij bij Lokeren als hoofdtrainer in eerste klasse terecht.
Put viel op met zijn frisse aanpak, tactisch vernuft en psychologisch inzicht. Met Lokeren haalde hij voor het eerst in zestien jaar Europees voetbal.
In het seizoen 2004-2005 trainde hij Lierse. Maar op 17 februari 2006 ontsloeg zijn toenmalige club Excelsior Moeskroen hem onmiddellijk toen hij zijn betrokkenheid bij de Chinese gokmaffia bekende.
Put werd persona non grata in de Belgische voetbalwereld en werd later levenslang geschorst. Hij werd namelijk ontmaskerd als spilfiguur bij de Chinese gokmaffia. Als trainer van Lierse SK zou hij 75.000 euro ontvangen hebben van de Chinees Zheyun Ye om resultaten te beïnvloeden. Hij en Ye opereerden samen, Put verdeelde het geld onder de Liersespelers.
Witte Tovenaar
Na zijn schorsing vluchtte Put naar Afrika. Hij leidde er Gambia voor het eerst in de geschiedenis naar de Afrika Cup.
Sinds maart 2012 traint hij Burkina Faso en daar wordt hij nu vanwege zijn successen de ‘Witte Tovenaar’ genoemd. Zijn drang om zich te bewijzen is groot. Put voelt zich nog steeds slachtoffer in plaats van schuldige en wil dolgraag een tweede kans in België. (SC)
