‘Profvoetballer zijn, lijkt wel een bureaujob’

Iedereen doet nu aan blessurepreventie, maar toch daalt het aantal blessures niet, blijkt uit studies van de UEFA. Hoe komt dit? Thomas D’havé adviseert een paradigmaverschuiving in de sportgeneeskunde. ‘We moeten anders naar blessures leren kijken.’

Wat mij vooral opvalt: we piekeren ons suf over de perfecte preventieve oefening voor de hamstrings, maar zou het niet kunnen dat die hamstrings afgebroken worden door een dieper in het lichaam liggend probleem?

Als je het mij vraagt: ja!

Zeker bij terugkerende en verspringende spierletsels kan het toch niet zijn dat we met z’n allen nog altijd niet vonden hoe we die spieren moeten versterken?

Trouwens, hoeveel preventieve oefeningen hebben ‘de topsporters van vroeger’, de jager-verzamelaars van pakweg de Hadzabe uit Tanzania, nodig om levenslang actief en blessurevrij te blijven?

Veel topsporters zijn zieke mensen.

Om het met de woorden van Dr. Leo Pruimboom te zeggen: veel topsporters zijn zieke mensen.

Zo bleek uit een onderzoek dat ik samen met hem deed bij profvoetbalteams in Engeland, Duitsland en Spanje dat zo’n 30 procent van de voetballers aan prediabetes lijdt. Bij sommigen bedraagt de bètacelactiviteit in de pancreas, die instaat voor de energieverdeling, 199 procent van de normale activiteit, omdat er zóveel insuline geproduceerd moet worden om de bloedglucosespiegel op peil te houden. Als de pancreas continu zoveel overuren aan het draaien is, dan betekent dit altijd dat er achter de schermen van het lichaam iets aan de hand is. Opsporen wàt er precies aan de hand is, is de toekomst van de (sport)geneeskunde.

Profvoetballer zijn, lijkt wel een bureaujob

De oorzaak van de blessuregevoeligheid van veel voetballers is terug te vinden in de cumulatie van risicofactoren in hun levensstijl. We moeten onze tanden niet stukbijten op de zoektocht naar die ene oorzaak, zoals een verkorte hamstring of een verstoorde verhouding tussen quadriceps en hamstring, want dan zullen we nooit collectief bevredigende antwoorden vinden. De impact op het lichaam van veel risicofactoren samen vormt immers de oorzaak. Dit systematisch uitvragen is een kunst.

Een van de hoofdoorzaken blijkt de zittijd te zijn! Voetballers zitten overdag 79 procent van de tijd. Profvoetballer zijn, lijkt wel een bureaujob, niet? (lacht) Afgaande op deze resultaten zou je je dat kunnen afvragen. Volgens auteur en voormalig teamarts van West Ham United Dr. Richard Weiler zijn voetballers dan ook “alarmingly sedentary in their leisure time. This raises questions over optimum recovery and performance, as well as long term health and cardiovascular risk.”

Twee uur bewegen per dag compenseert ook bij voetballers tien uur zitten (en liggen) overdag niet. Door te lang te zitten (en te liggen), bouwen organen en ingewanden vet op en die vetcellen zijn de basis van laaggradige ontstekingen die het immuunsysteem chronisch activeren. Een chronisch actief immuunsysteem gebruikt veel energie en dat gaat onder meer ten koste van het weefsel van spieren, ligamenten en botten. Zo ontstaat een verhoogde blessuregevoeligheid.

Opgelet: dit is geen pleidooi voor 8 uur trainer per dag, maar wel om het urenlange gamen en netflixen regelmatig te onderbreken en bijvoorbeeld 20 keer op te drukken. Zo geef je het lichaam en het hart het signaal dat je een actieve mens bent.

We moeten anders naar blessures leren kijken.

Interessant zou zijn om gestandaardiseerd bepaalde levensstijlparameters in kaart te brengen waarvan al werd aangetoond dat ze het immuunsysteem verstoren. Zoals bijvoorbeeld de impact van het bioritme en de maaltijdfrequentie.

Maar ook andere, sociale factoren spelen een cruciale immunologische rol, zoals eenzaamheid, sociale status en verloning. Wie zich in een groep niet goed voelt, maakt minder het kalmerende en ontstekingsremmende hormoon cortisol aan, waardoor het sympathisch zenuwstelsel geactiveerd wordt en er ontstekingen worden gecreëerd. Er komen letterlijk systematisch ontstekingsstoffen vrij, zoals TNFa en IL6, en die maken je blessuregevoeliger.

In onze maatschappij – en in de voetbalwereld – zijn er voor onze hersenen verschillende moderne verstorende factoren die niet als gevaar worden bezien, maar die er wel voor zorgen dat het immuunsysteem langdurig actief blijft en die op die manier energie ‘vreten’ van de spieren en de botten. Zoals bijvoorbeeld het permanente overaanbod aan voeding, het verstoorde dag-nachtritme en de alomtegenwoordige sociale media.

Om zich te ‘vaccineren’ tegen het moderne leven, heeft de hedendaagse mens en zeker ook de topsporter van vandaag nood aan kortdurende evolutionair bekende stressoren zoals hitte, koude en hypoxie. Zoals Dr. Leo Pruimboom het stelt in zijn onlangs verschenen publicatie: Intermittent living; the use of ancient challenges as a vaccine against the deleterious effects of modern life – A hypothesis.

Wat we in de praktijk doen, is het individueel inventariseren van:

-welke zijn de in de film van de geblesseerde speler aanwezige risicofactoren die hij evolutionair niet verwacht?

-welke zijn de factoren die zijn lichaam wel verwacht maar die ontbreken?

Dat is een andere manier van kijken naar voetbalblessures. Maar als in een miljardenbusiness als het profvoetbal de klassieke preventiestrategieën blijkbaar weinig soelaas brengen, zijn we dan niet toe aan een paradigmaverschuiving? Moeten we ons dan niet een keer afvragen of het immuunsysteem misschien niet het ontbrekende stukje van de puzzel zou kunnen zijn?

Als je het mij vraagt: ja!

We moeten gewoon anders naar blessures leren kijken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content