De Chinese Super League loopt naar zijn einde, maar zoek in de statistieken niet naar Ramires (31, ex-Chelsea). Die verdient zes miljoen per jaar, maar speelt geen wedstrijden meer.
Met nog zes wedstrijden te gaan komen nog twee teams in aanmerking voor de titel: het Guangzhou van Fabio Cannavaro, met de Brazilianen Alan, Paulinho en Talisca en SIPG uit Shanghai, de ploeg van de Portugees Vítor Pereira, met als vedetten Hulk, Oscar en Eldeson. Ook Brazilianen. Allicht wordt 3 november, wanneer SIPG op bezoek gaat bij de rivaal, beslissend.
Een rol in de anonimiteit was er dit seizoen voor het Dalian van Yannick Carrasco (dat in de buik van het klassement bengelt), voor Teda, de ploeg van Frank Acheampong (wel 14 goals in 20 wedstrijden!), en Jiangsu Suning FC, de subtopper waar de Braziliaan Ramires onder contract ligt. Die speelde al een jaar niet, en werd eind augustus, toen zijn transfer naar Benfica in het water viel ondanks de bereidheid om zijn jaarsalaris te halveren, zelfs naar de B-ploeg gezet.
De Chinezen wilden voor de 31-jarige Braziliaan nog wat recupereren van de 28 miljoen euro die ze in 2016 betaalden. Bovendien wilden ze hem ook nog een contractverlenging doen tekenen, om te vermijden dat hij transfervrij vertrok. Benfica betaalde niet, Ramires tekende niet en de situatie verziekte. Een compleet seizoen zonder voetbal, voor een 31-jarige is dat dodelijk.
Ramires is slachtoffer van de regel dat een team maar drie buitenlanders mag opstellen. Zijn coach, de Roemeen Cosmin Olaroiu kiest voor Eder, Alex Teixeira en de Argentijnse Italiaan GabrielPaletta. Ramires betaalt het gelag voor het slechte seizoen van vorig jaar, toen de ploeg bijna degradeerde.
Opvallend: er waren dit seizoen nog amper spelers uit andere Aziatische landen. Tot voor kort vielen die spelers niet onder die regel van drie buitenlanders, nu wel. Het was de doodsteek voor voetballers uit Australië en Zuid-Korea. Daardoor daalde het niveau van de competitie. De drie buitenlanders worden nu omringd door quasi allemaal Chinezen.
