Silvio Proto: ‘Ik heb misschien mijn laatste match gespeeld’

© BELGAIMAGE - DIRK WAEM
Pierre Danvoye
Pierre Danvoye Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Wanneer zijn arm genezen is, keert Silvio Proto terug naar Rome om er bij Lazio derde of zelfs vierde keeper te zijn in de Serie A en de Champions League tegen Club Brugge. En over minder dan een jaar zit het er allemaal op. ‘Dat zal vooral een opluchting zijn.’

De Serie A is herbegonnen zonder Silvio Proto. Hij verblijft al een aantal weken in België en zal ook de eerstkomende weken nog niet vertrekken. Dat allemaal vanwege een onhandigheid van Nill De Pauw in mei 2014, tijdens Anderlecht-Lokeren op de laatste speeldag van de play-offs. Het slachtoffer vertelt zelf de fase: ‘Er kwam een diepe bal en ik kwam uit tot de rand van de grote rechthoek. De Pauw kwam te laat en trapte op mijn arm in plaats van op de bal. Ik dacht eerst dat het niet zo erg was, ik wilde de wedstrijd zelfs uitspelen. Maar de dokter zei direct dat mijn ellepijp vermoedelijk gebroken was. Ik leg altijd een stevig verband rond elke pols om me te beschermen, dat heeft ervoor gezorgd dat het bot niet door mijn huid stak.’

Die fameuze fase kostte hem het WK, want Marc Wilmots had hem kort voordien opgeroepen voor de selectie die naar Brazilië zou afreizen. En hij draagt er vandaag, zes jaar na dato, dus nog altijd de gevolgen van.

‘Ze hebben een bout in mijn arm gestoken om de breuk te laten helen’, gaat Proto voort. ‘Na een jaar had ik die er moeten laten uithalen, maar ik heb dat altijd uitgesteld omdat het drie of vier maanden zonder trainen zou betekenen. Toen we het vorige seizoen voorbereidden, begon ik pijn te krijgen. Mettertijd is dat verergerd. Toen ik na de lockdown terug naar Rome ging om de trainingen te hervatten, was de pijn ondraaglijk geworden. Er waren momenten dat ik drie vingers niet kon bewegen. Ik kon niet slapen door de pijn. Maar de trainer vroeg me om door te bijten, omdat er een probleem zou rijzen als de titularisdoelman zich zou blesseren.

Elke wedstrijd met Lazio was een bonus waar ik aanvankelijk niet op had gerekend.’

Silvio Proto

‘Ik heb het volgehouden door driemaal per dag pijnstillers en ontstekingsremmers te slikken. Alles was ontstoken rond die bout en het bot was erdoor vervormd. De operatie was dus gecompliceerder dan voorzien. Het bot moest opnieuw gebroken worden en de elf vijzen die de bout op zijn plaats hielden moesten verwijderd worden. Er zijn nu dus elf gaatjes waar het bot weer moet dichtgroeien. De revalidatie gaat tijd kosten en Lazio liet me dat hier doen.’

Je speelde in twee jaar een tiental wedstrijden als nummer twee na Thomas Strakosha. Ondertussen heeft Lazio ook nog Pepe Reina aangetrokken. Je hebt nog een contract van een jaar. Wil dat zeggen dat je in het slechtste geval geen officiële wedstrijd meer zult spelen?

Silvio Proto: ‘Wat vaststaat is dat ik definitief stop aan het einde van dit seizoen. En dus zou het kunnen dat ik nooit meer zal spelen. Wanneer ik terugkeer naar Rome, zal ik derde doelman zijn, of misschien zelfs vierde, want de club heeft Marius Adamonis teruggehaald, een jonge Litouwer die heel goed is en die vorig seizoen aan een club uit derde klasse was uitgeleend. En ik kan ook niet voorspellen op welk moment ik opnieuw honderd procent fit zal zijn. Wanneer je 37 bent, reageert je lichaam niet zoals wanneer je 25 bent.’

In actie voor Lazio: 'Ik heb de indruk dat de kloof tussen Juventus en de andere topploegen elk jaar een beetje kleiner wordt.'
In actie voor Lazio: ‘Ik heb de indruk dat de kloof tussen Juventus en de andere topploegen elk jaar een beetje kleiner wordt.’© BELGAIMAGE – DIRK WAEM

Tevreden

Is het niet pijnlijk om te zeggen dat je je laatste wedstrijd misschien al gespeeld hebt? Dat je carrière er dus in feite al opzit?

Proto: ‘Helemaal niet. Dat is het leven. Daar ben ik absoluut niet rouwig om.’

Wat zou voor jou een gedroomd afscheid zijn?

Proto: ‘Die vraag heb ik me nog niet gesteld. Iets bescheiden in elk geval. Ik heb vaak in het centrum van de belangstelling gestaan, terwijl ik dat nooit fijn heb gevonden en nooit opgezocht heb. Stoppen met een titel, dat zou mooi zijn. Als we vorig seizoen kampioen hadden gespeeld, dan zou ik misschien net daarna al gestopt zijn.’

Hoe zie je je laatste dag als voetballer?

Proto: ‘Ik denk dat ik vooral een grote opluchting ga voelen. Ik zit al sinds mijn tiende in het voetbal en ik ben al twintig seizoenen profvoetballer. Ik zal opgelucht zijn om iets anders te kunnen doen, om anders te kunnen leven.’

Je hebt negen wedstrijden gespeeld in twee jaar. Had je niet op wat meer gehoopt?

Proto: ‘Neen, want het was allemaal heel duidelijk van bij het begin. In theorie zou ik zelfs nooit gespeeld hebben als Thomas Strakosha altijd beschikbaar was geweest. Uiteindelijk heb ik een beetje gespeeld in de Serie A, in de beker van Italië en in de Europa League. Elke wedstrijd was een bonus waar ik aanvankelijk niet op had gerekend.’

‘Lazio gaf me twee opdrachten mee: Strakosha helpen om nog beter te worden en klaar zijn als ik moest depanneren. Dat heb ik allemaal goed gedaan, ze zijn zeer tevreden over mij. Telkens ik in de ploeg stond, heb ik mijn job gedaan. En waren we kampioen geworden, dan was Strakosha verkozen tot beste keeper in de competitie.’

Maar wanneer je gedurende vijftien jaar alles gespeeld hebt, is dat toch een abrupte verandering in je leven?

Proto: ‘Het was een goeie overgang, meer niet. Ik heb een lange eerste fase gehad waarin ik alles heb gespeeld, dan een tweede waarin ik weinig heb gespeeld, en nu een derde waarin ik helemaal niet meer speel.’

Jullie stonden tweede op één punt van Juventus toen de competitie werd stilgelegd. Op het eind waren jullie vierde. Het lijkt dat de lockdown Lazio geen goed heeft gedaan…

Proto: ‘Ja, dat klopt. We hebben dat duur betaald. Op het moment van de onderbreking hadden we een reeks van meer dan twintig wedstrijden neergezet zonder nederlaag, met bijna allemaal overwinningen zelfs. Alles liep perfect. Toen we zijn herbegonnen, was dat niet meer hetzelfde. We zaten met enkele geblesseerden en met jongens die speelden zonder honderd procent te zijn. En we hebben niet zo’n ruime kern als Juventus of Inter. Zonder de onderbreking hadden we een mooie kans om kampioen te worden. We hadden de best voetballende ploeg. En ze zeggen vaak dat Atalanta de fysiek sterkste ploeg is, maar wat betreft het aantal gelopen kilometers kwamen wij daar maar juist achter.’

Hebben jullie niet een aantal maanden boven jullie niveau gepresteerd? Als dat zo is, dan is het logisch dat het vroeg of laat ineen valt.

Proto: ‘Neen, we haalden de resultaten die overeenkwamen met ons niveau. Alle wedstrijden die we gewonnen hebben, verdienden we ook te winnen. Soms scoorden we in de laatste minuten of zelfs de laatste seconden, maar daarvoor had de andere keeper dan al meerdere grote reddingen moeten doen of hadden we al op de paal of de lat geschoten. Echt, we hebben geen enkel punt gestolen in die maanden. Maar de eerste match na de herneming heeft alles om zeep geholpen. We trokken naar Bergamo, een rechtstreekse concurrent. Na tien minuten stonden we 0-2 voor en bij de rust had het al 0-4 moeten staan, we speelden hen gewoon op een hoopje. Maar uiteindelijk verloren we nog met 3-2. Dat is bij ons in het hoofd gaan zitten.’

Juventus

Uiteindelijk is een vierde plaats en kwalificatie voor de Champions League toch een onverhoopt resultaat voor een club als Lazio, niet?

Proto: ‘Zo zien wij dat niet. De ontgoocheling overheerst. Want het heeft erin gezeten! We hebben drie keer tegen Juve gespeeld, in de competitie en in de supercup. Twee keer hebben we gewonnen en verdiend ook. De derde keer verloren we, hoewel we opnieuw verdienden te winnen. We hebben met 1-0 verloren op het veld van Inter, maar ook daar waren we de betere ploeg. Het was trouwens hun doelman die tot man van de match werd verkozen, dat zegt alles. En thuis hebben we hen geklopt. Echt, het is de lockdown die alles overhoop gehaald heeft. Onze kern was niet ruim genoeg om twaalf wedstrijden te spelen in zeven weken. Dat was onhaalbaar.’

Silvio Proto: 'Zonder de lockdown hadden we met Lazio een mooie kans gehad om kampioen te worden. We hadden de best voetballende ploeg.'
Silvio Proto: ‘Zonder de lockdown hadden we met Lazio een mooie kans gehad om kampioen te worden. We hadden de best voetballende ploeg.’© BELGAIMAGE – DIRK WAEM

Is het niet vervelend om elk seizoen aan te vatten in de wetenschap dat Juventus kampioen zal spelen?

Proto: ‘Ja, ze rijgen de titels aan elkaar, maar ik heb toch de indruk dat de kloof tussen Juve en de andere topploegen elk jaar een beetje kleiner wordt. Ze hebben het kampioenschap afgelopen seizoen niet overvleugeld. Toen we bij de onderbreking net achter hen stonden, weet ik niet hoe het in hun hoofd zat, maar ze hadden mogelijk wat moeite met het feit dat ze een rivaal hadden als Lazio die hen elk ogenblik kon voorbijsteken. Juventus moet kampioen worden, bij Lazio of Inter mag dat – een heel andere ingesteldheid en veel makkelijker om mee om te gaan.’

Lockdown

Hoe beleef je de lockdown wanneer je werkt in een zwaar getroffen land als Italië?

Proto: ‘Ik was tijdens de lockdown in België, dat geluk had ik. We hadden een weekend zonder wedstrijd en de scholen in Rome waren al dicht, dus heb ik met mijn vrouw en de kinderen de auto genomen en heb ik ervan geprofiteerd om mijn enkel te laten verzorgen. Ik had een vliegticket om de dag erna opnieuw te vertrekken. Toen ik op de luchthaven was, kreeg ik een berichtje dat de training van de volgende dag geannuleerd was. Toen heb ik mijn vlucht uitgesteld. Nadien vernam ik dat alle trainingen voor de rest van de week niet zouden doorgaan. Weinig later sloot Italië de grenzen. Dus heb ik tweeënhalve maand hier verbleven. Ik kon tenminste trainen, ik liep elke dag zo’n vijftien kilometer en ik had fitnesstoestellen bij mij. Voor mijn ploegmaats die in Rome gebleven waren, was dat heel anders. Er waren periodes dat ze zelfs niet naar buiten mochten.’

Hoe was de sfeer daar?

Proto: ‘Die veranderde compleet tijdens de lockdown. Voordien was alles vrijwel normaal in Rome. Men dacht dat de epidemie in het noorden heerste. Er waren maar heel weinig covidgevallen. Maar toen ik terugkeerde was de stad compleet veranderd. Iedereen had schrik.’

Kun je je in dergelijke omstandigheden normaal voorbereiden op een herneming van het kampioenschap?

Proto: ‘Zoveel matchen kort na elkaar moeten spelen terwijl je twee en een halve maand niet getraind hebt, dat is niet simpel. Op het ogenblik van de hervatting was de fysieke conditie van de spelers slechter dan op het moment dat de voorbereiding in de zomer van start gaat. En dan moesten we om de drie dagen voetballen. We hebben nieuwe gewoontes aangenomen. Twee coronatests en twee bloedafnames per week. We werden over twee bussen verdeeld in plaats van één. En dan die matchen zonder publiek, dat was verschrikkelijk, hallucinant. Er bestaat niks lelijkers, niks rampzaligers… De emoties van het publiek spelen mee bij je motivatie, je niveau, je prestatie.’

Hadden de spelers over het algemeen zin in een herneming?

Proto: ‘Ja. De ploegen die nog kans maakten om Juventus in te halen, wilden natuurlijk niet dat de competitie definitief werd stilgelegd. En niet spelen betekent ook geen premies.’

Beveren-Barcelona zonder tussenstop

‘Wanneer ik zal stoppen, weet ik niet of ik meer heimwee zal hebben naar Olympiacos of naar Lazio’, vertelt Silvio Proto. ‘Ik zal alleszins meer goeie herinneringen hebben aan Griekenland, want daar heb ik alle wedstrijden gespeeld.’

Hij blikt nog eens terug op de meest plotse ommekeer van zijn carrière. Eind augustus 2017 had hij net de eerste vijf wedstrijden van het seizoen verloren met KV Oostende toen hij van de ene dag op de andere naar Griekenland trok om er het laatste volledige seizoen van zijn carrière af te werken.

‘Op enkele weken tijd ging ik van een pandoering tegen Waasland-Beveren naar man van de match tegen het Barcelona van Lionel Messi en Luis Suárez in de Champions League. We speelden thuis 0-0 en twee uur na de wedstrijden tuitten mijn oren nog, zo erg waren de supporters tekeergegaan. Ik blijf erbij dat het voor mij nooit goed zou gekomen zijn bij Oostende. Wanneer je van Anderlecht komt, waar alles aanwezig is, en je moet opeens een koude douche nemen na een training… In Oostende kwamen de spelers kort voor het uur van afspraak aan en speelden ze kaart. Geen werk in de zaal, niks. Bij Olympiacos hadden we een hotel in het trainingscentrum en de fitnesszaal was zo groot als een half voetbalveld.’

‘Een lichaam is niet gemaakt om dagelijks te incasseren’

Silvio Proto heeft flink afgezien in zijn jaren als profvoetballer. Een terugblik op zijn medisch bulletin. ‘Ik heb twee keer de kruisbanden van dezelfde knie gescheurd, ik heb ook de ligamenten van mijn enkel gescheurd, ben twee keer geopereerd aan mijn arm, dan nog eens aan de enkel om die proper te maken, ik heb twee keer een middenvoetsbeentje gebroken, mijn grote teen ook, en ik heb in mijn hand een bot dat enkele centimeter verschoven is.’

Vandaag heeft hij het lastig om weer op gang te komen. ‘Wanneer ik ’s morgens opsta, heb ik links en rechts pijn. Mijn rug, enkels, knieën. Het kost wat tijd voor alles op zijn plaats komt te zitten. Ik ben een diesel geworden. Drie jaar geleden was ik nog een turbodiesel. En tien jaar geleden een raceauto. Het menselijk lichaam is duidelijk niet gemaakt om elke dag links en rechts klappen te incasseren door de opeenvolging van vallen en schokken.’

Ben je niet bang dat je heel je leven pijnstillers zult moeten nemen, zoals veel oud-voetballers?

Silvio Proto: ‘Neen, want de pijnen verzachten van zodra ik stop met trainen. Dat stelt me gerust.’

Hoe heb je het beroep van doelman zien evolueren de voorbije twintig jaar?

Proto: ‘Om te beginnen ben ik opgeleid binnen een school van doelmannen die niet leerden om met hun voeten te spelen. Want toen ik bij de jeugd van La Louvière speelde, mocht je een terugspeelbal nog met je handen pakken. Het was dus niet nodig dat ze ons leerden onze voeten te gebruiken. Ik heb het aangeleerd, maar pas veel later. Toen ik bij Anderlecht speelde, was ik niet zo op mijn gemak met het voetenspel als nu Hendrik Van Crombrugge. Maar ik heb nooit een goal binnen gekregen door een mislukte trap, want ik kende mijn beperkingen en ik vermeed het om risico’s te nemen.

‘De andere grote verandering is de evolutie van de ballen. Ze worden steeds lichter en ze gaan sneller. Bij La Louvière speelden we met ballen van het merk Mitre, die bewogen bijna niet, die hadden een rechtlijnig traject. Bij Anderlecht maakte ik kennis met de Adidasballen, die vlogen alle kanten op. Op een dag heb ik een vinger gebroken op de training omdat een bal op het laatste moment afweek. In plaats van hem midden in mijn hand te krijgen, kreeg ik hem pal op mijn duim. Je moet alerter reageren dan vroeger. Je moet ook groter zijn, dat is nog een evolutie die ik heb meegemaakt. Ik ben 1,87 meter, dat was een aanvaardbare lengte toen ik begon, maar vandaag is dat al klein voor een doelman.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content