Topvoetballers zijn goud waard

© REUTERS

In 45 jaar werd een topvoetballer 332 keer duurder.

Toen Johan Cruijff in 1973 van Ajax naar Barcelona verhuisde, kostte die toptransfer omgerekend 361.000 euro. Toen Diego Maradona in 1982 naar Barcelona verhuisde, vestigde hij met 7,2 miljoen euro een nieuw transferrecord, en brak dat zelf toen hij twee jaar later naar Napoli vertrok voor 6,9 miljoen. In 2001 zette Zinedine Zidane een nieuw record neer. Real betaalde toen 77,5 miljoen aan Juventus voor de Franse international. In 2009 betaalde Real opnieuw een recordsom: 94 miljoen euro voor Cristiano Ronaldo.

De afgelopen jaren werden vier spelers verkocht voor meer dan 100 miljoen euro, met Neymar (222 miljoen om van Barcelona naar PSG te gaan) als duurste speler. Maar niet alleen de toppers haalden astronomische bedragen. De afgelopen zes jaar steeg de verkoopprijs van een speler in Europa met 80 procent vooral dankzij de toename van de TV-gelden.

Het maakt dat de waarde van een topvoetballer de afgelopen 45 jaar 332 keer groter werd. In diezelfde periode werd brood slechts 26 keer duurder, en goud twaalf keer. De gemiddelde gezinswagen kost nu 24 keer meer dan in 1973.

Om het in andere woorden uit te drukken: investeren in topvoetballers is de beste belegging die u de afgelopen 45 jaar had kunnen doen. Het ziet er niet meteen naar uit dat dat de komende jaren anders wordt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content