Villarreal heeft woensdag de Europa League gewonnen. In de finale in Gdansk versloeg het Manchester United in een strafschoppenreeks met 11-10. Na 90 minuten en verlengingen was het 1-1.
Manchester United had in de eerste helft nochtans het balbezit en dirigeerde het spel, maar tot grote kansen leidde dat niet. Na een half uur kwam een sterk verdedigend Villarreal op voorsprong. Met een vrije trap legde Daniel Parejo de bal perfect voor Gerard Moreno, die netjes over David De Gea binnen tikte.
Meteen na de rust kwam Villarreal kort bij de 2-0. Bruno Fernandes kon nog net redding brengen op een poging van Carlos Bacca (ex-Club Brugge). In de 55e minuut trapte Edinson Cavani Manchester langszij. Een schot van Marcus Rashford werd nog geblokt door de Villarreal-verdediging, maar de bal viel pardoes voor de voeten van Cavani en de Uruguayaanse spits aarzelde niet.
Manchester United ging nog naar de winning goal op zoek, maar Villarreal hield stand en nam in de verlengingen zelfs het commando over. Gescoord werd er echter niet meer. In de strafschoppenreeks toonde beide teams zich wel bijzonder trefzeker. Nadat alle veldspelers hun penalty omgezet hadden, was het de beurt aan de doelmannen. Villarreal-goalie Geronimo Rulli trapte zijn elfmeter staalhard binnen en stopte vervolgens de poging van De Gea.
Voor Villarreal is het, zowel nationaal als internationaal, de eerste trofee. De prijzenkast van zijn coach Unai Emery is rijker gevuld. Hij leidde Sevilla tussen 2014 en 2016 al naar drie eindzeges op rij in de Europa League. In 2019 stond Emery met Arsenal ook in de finale, maar greep hij net naast de hoofdprijs. In de eigen competitie strandde Villarreal afgelopen seizoen pas op de zevende plaats. Als winnaar van de Europa League mag het nu toch de Champions League in.
