Voetballen op een andere planeet: maak kennis met CL-debutant Sheriff Tiraspol

© EMILIEN HOFMAN
Emilien Hofman Journalist

FC Sheriff Tiraspol, de recordkampioen van Moldavië, heeft zijn eerste Champions Leaguewedstrijd ooit gespeeld én gewonnen. Een heuse prestatie voor een club die geleid wordt door een voormalig lid van de KGB en gevestigd is in Transnistrië, een land uit een ander tijdperk dat door niemand erkend wordt.

Zelfs de journalisten, die opeengestapeld werden in de perstribune, nemen hun smartphones in de hand wanneer de Champions Leaguehymne door de Bolsjaja Sportivnaja Arena weergalmt. Dit is een primeur, zeg maar een historisch moment, die iedereen op plaat wil vastleggen. Voor de gelegenheid was het stadion van Sheriff Tiraspol ook in zijn mooiste pak uitgedost. Op de esplanade voor het stadion puilt de krap behuisde fanshop uit van de sjaals en goodies van de club en in een paar rode tenten worden hostessen, verkleed als slagersvrouwen, geposteerd die chips en liters bier serveren. Binnenin zit het tjokvol en kan er niemand meer aanschuiven aan de vier buffettafels in de vipruimte. Niemand wil de Europese emancipatie van de regerende Moldavische kampioen missen.

Zeker niet de elf basisspelers, die hun tegenstanders van Sjachtar Donetsk meteen een lesje in organisatie geven. Na twintig minuten opent Adama Traoré de score en laat Jasoerbek Jachsjibojev de 2-0 liggen. Het is er te veel aan voor een zwartharige supporter die zich een paar keer op het hoofd slaat en aan zijn vrienden, die hetzelfde tafereel hebben gezien als hij, demonstreert hoe de bal maar nipt naast de kooi van de Oekraïners vloog. Hij voelt dat een stunt binnen handbereik ligt. Een prestatie die zowel sportief als geopolitiek een grote weerklank zou krijgen, aangezien Tiraspol in Transnistrië ligt, een land dat op geen enkele officiële internationale kaart voorkomt. Het is een natie die in feite niet bestaat.

Checkpoint

Transnistrië, ook bekend als de Pridnestrovische Moldavische Republiek, is een stuk land van dezelfde grootteorde als de provincie Luxemburg, geklemd tussen Oekraïne en Moldavië, waar het zich in 1991 van losrukte. De overwegend Russisch sprekende bevolking van de regio kantte zich destijds tegen de beslissing van Moldavië om het Roemeens als enige officiële taal aan te nemen en de inwoners zagen het ook niet zitten om te breken met Rusland om aansluiting te zoeken bij de Europese Unie. Na een burgeroorlog die enkele maanden duurde, scheidde Transnistrië zich de facto af van het moederland en verklaarde zich eenzijdig onafhankelijk. Het werd een staat waar een Sovjetreukje aan is – de vlag die getooid is met een sikkel en een hamer en het gebruik van het cyrillisch alfabet zijn geen toevalligheden – maar het legde wel eigen accenten in de vorm van een grondwet, een regering, een leger en een munt.

Veel clubs uit de Ligue 1 kunnen enkel dromen van de infrastructuur van Sheriff Tiraspol.’

Sébastien Thill

Vreemd genoeg beschikt het land niet over een eigen luchthaven. Om de Transnistrische hoofdstad Tiraspol te bereiken, moet elke bezoeker dus een verplichte stop inlassen in Chisinau, de Moldavische hoofdstad, en de hobbelige autoweg 56 nemen, waarvan de maximumsnelheid abrupt van 90 naar 50 km/u daalt bij het naderen van een zebrapad dat zomaar in niemandsland opduikt. Na een passage door Varnita, een klein stadje met een enkele winkelstraat, moet het verkeer op de rem staan om de grens over te steken. Militairen controleren paspoorten en vragen buitenlanders een migratieformulier in te vullen.

Transnistrië, dat een communistisch verleden met zich meedraagt, functioneert nu volgens een openmarkteconomie. Een systeem dat de opkomst van twee belangrijke private spelers mogelijk heeft gemaakt: Tirotex, een Europese textielgigant, en bovenal Sheriff, een conglomeraat dat mede is opgericht door Ilja Kazmaly en Victor Goesan, twee voormalige KGB-agenten. Volgens officiële statuten bezitten ze samen een supermarktketen, een netwerk van benzinestations, autodealers, fabrieken die actief zijn in de voedingsmiddelenindustrie, een reclamebureau, een televisiezender en een telecomoperator. Officieus zijn ze ook betrokken bij een tiental andere bedrijven. Hun monopolie wordt bekrachtigd door een logo – een gele ster met het woord SHERIFF erop – dat overal in de stad aanwezig is. En dus ook op de boog voor de Bolsjaja Sportivnaja Arena, de thuishaven van Sheriff Tiraspol. De club werd in 1997 opgericht door het duo Kazmaly-Goesan en de kompanen schreven hun nieuwe speeltje uit puur opportunisme in voor het Moldavische kampioenschap. Drie jaar later wonnen de geel-zwarten hun eerste van 19 titels.

5200 toeschouwers zagen hoe Sheriff Tiraspol met 2-0 won van Sjachtar Donetsk.
5200 toeschouwers zagen hoe Sheriff Tiraspol met 2-0 won van Sjachtar Donetsk.© EMILIEN HOFMAN

De clubstrategie kan in één zin worden samengevat: all-in gaan wat betreft transfers van buitenlandse spelers die de competitie kunnen overvleugelen waarvan de UEFA-coëfficiënt zelden hoger ligt dan die van Wit-Rusland of Litouwen. Goesan heeft geld en heeft blijkbaar ook goede manieren. ‘Je ontmoette Goesan in kantoren die min of meer geheim moesten blijven, die je vanop straat niet kon zien of die heel goed bewaakt werden’, vertelde oud-coach Bruno Irles enkele weken geleden aan de Franse radiozender France Inter. ‘Soms waande ik mezelf in een film. Je werd ’s morgens om 9 uur met een busje op locatie gebracht en bij aankomst werd je opgewacht door gewapende veiligheidsmensen.’

Buitenaardse valuta

Fastforward naar afgelopen woensdag. Na een uur spelen springt de fan, die zijn hoofd een paar keer tussen zijn handen stak, van de trap van de westtribune en viert het tweede doelpunt van zijn ploeg door met zijn armen een V te maken. Hij kan zelfs op clementie rekenen van de steward die tot dan elke toeschouwer die iets te uitbundig gedrag vertoonde, kordaat op zijn plaats zette. Sheriff bedient zich van een hypercompact blok dat op de counter loert en daardoor heeft Sjachtar moeite om over de middellijn te komen. ‘Dat is ons sterke punt’, weet Sébastien Thill. ‘Tegen ploegen met jaren ervaring in de Champions League en die teren op een onnoemelijk groot budget mikken we niet op negentig procent balbezit. We moeten het doen met onze middelen.’

Veertien maanden geleden was de Luxemburgse middenvelder nog amateur bij Progrès Niederkorn en trainde hij ’s avonds op het veld dat hij overdag in zijn hoedanigheid als gemeentelijke arbeider van de groendienst had kort gemaaid. Vandaag mag hij een buitenlandse journalist te woord staan in een modern café in Tiraspol de dag na zijn eerste wedstrijd op het kampioenenbal. Wat hem overtuigde om voor Sheriff te tekenen? De Europese ambitie en de infrastructuur. ‘We spelen in een stadionnetje met 13.500 zitplaatsen, maar we hebben tien grasvelden en drie kunstgrasvelden ter beschikking’, zegt Thill terwijl zijn mond af en toe contact zoekt met het rietje dat in zijn sinaasappelsap ondergedompeld is. ‘Daarnaast is er ook een overdekte arena, zijn er tennis- en beachvolleybalvelden en een ziekenhuis waar spelers voorrang krijgen voor consultaties. Veel clubs uit de Ligue 1 kunnen enkel dromen van zo’n complex.’

In het begin van de jaren 2000 werd 200 tot 250 miljoen euro geïnvesteerd om het kleinood uit de grond te stampen. Dat moderne bastion heeft alleszins genoeg aantrekkingskracht om de nieuwkomers hun eerste hectische stappen te doen vergeten in een nogal ouderwets ‘land’ waar alleen Russisch wordt gesproken en waar alleen houders van een lokale bankkaart elektronisch kunnen betalen of geld kunnen opnemen. ‘Toen ik aankwam, waren de lonen net betaald’, herinnert Thill zich. ‘Gelukkig had ik 200 euro cash op zak die ik kon inwisselen voor Transnistrische roebels. Maar toen mijn geld op was, heb ik mijn bankkaart meegegeven aan een teamgenoot die naar Chisinau is gereden om Moldavische lei ( munteenheid in Moldavië, nvdr) voor mij te halen die ik hier heb moeten wisselen.’

De Luxemburgse middenvelder Sébastien Thill, basisspeler bij Sheriff Tiraspol: 'We hebben tien grasvelden en drie kunstgrasvelden ter beschikking.'
De Luxemburgse middenvelder Sébastien Thill, basisspeler bij Sheriff Tiraspol: ‘We hebben tien grasvelden en drie kunstgrasvelden ter beschikking.’© EMILIEN HOFMAN

Een paar jaar geleden creëerde de regering vier nieuwe munten met verschillende contouren. Volgens sommigen was het initiatief bedoeld om blinden en slechtzienden te helpen die tot dan toe verzopen tussen de bankbiljetten, maar de overheid heeft nooit kunnen verantwoorden waarom de munten qua vorm en materiaal veel weg hadden van kermisjetons. Deze buitenaardse roebels werden een populair hebbedingetje onder toeristen, maar de plaatselijke bevolking moest er niets van weten. In de handelszaken zijn ze intussen steeds minder in omloop en de nationale bank produceert ze ook niet meer.

Oneerlijke concurrentie

Door zijn politiek isolement onderhoudt Transnistrië alleen diplomatieke betrekkingen met Abchazië, Nagorno-Karabach en de republiek Zuid-Ossetië- staat Alanië, drie staten die geen lid zijn van de VN, en Rusland, de belangrijkste geldschieter van het land. Moldavië weigert nog steeds de onafhankelijkheid van zijn buurland te erkennen, maar het vergemakkelijkt wel het handelsverkeer door sommige bedrijven toe te staan om op symbolische wijze hun hoofdkwartier in Chisinau te vestigen. Noem het maar een win-winrelatie zoals die tussen Sheriff Tiraspol en de Moldavische voetbalbond. Twee jaar geleden beschuldigde de woordvoerder van de Moldavische federatie, Victor Daghi, in een interview met So Foot de Transnistrische club openlijk van oneerlijke concurrentie en belastingontduiking. Nu Sheriff in de Champions League zit, is het discours milder. ‘Het is een historische kwalificatie die heel belangrijk is voor het Moldavische voetbal’, zegt Daghi. Het heeft er alle schijn van dat die woorden ook een manier zijn om twee recente beslissingen van de voetbalbond te rechtvaardigen. ‘Twee jaar geleden hebben we de regel afgeschaft die elk team verplichtte om drie Moldavische spelers jonger dan 21 op te stellen. Dit was een zegen voor Sheriff, een van de enige clubs die het zich kan veroorloven om veel buitenlanders in dienst te nemen.’

Deze zomer heeft de Moldavische voetbalbond ook vijf competitiewedstrijden uitgesteld om de beschermelingen van Goesan toe te laten om hun Europese kwalificatiewedstrijden voor te bereiden. Daghi: ‘Sommige clubs waren niet erg blij met die beslissing. Ze dachten meer kans te maken op puntenwinst tegen Sheriff, maar voor ons was de verdere ontwikkeling van het nationale voetbal van belang.’ Dat de club gevestigd is in een regio die het gezag van Moldavië niet erkent, is klaarblijkelijk bijkomstig.

De huddle van Sheriff net voor de eerste Champions Leaguewedstrijd ooit uit de clubgeschiedenis
De huddle van Sheriff net voor de eerste Champions Leaguewedstrijd ooit uit de clubgeschiedenis© GETTY

Het juiste loon

Het gemiddelde aantal toeschouwers bij competitiewedstrijden schommelt rond de 150 en dat loopt op tot 500 bij een topwedstrijd. In de Champions League klimt het aantal tot 5200 toeschouwers, maar tegen Sjachtar droegen bitter weinig mensen de geel-zwarte clubkleuren van Sheriff. Het is namelijk niet evident om zich te identificeren met een club die tijdens elke mercato de helft van zijn ploeg vervangt. Cyrille Bayala, die in 2016 en 2017 onder contract lag bij Sheriff, maakte de spelerscarrousel van dichtbij mee. ‘Spelers spoelden aan en vertrokken soms al na een paar weken’, aldus de huidige middenvelder van AC Ajaccio. ‘Sheriff is op financieel vlak een interessante werkgever – ik denk dat veel spelers meer verdienen dan in Frankrijk. Ze betalen op tijd en je loon wordt amper belast. Je kan dus flink wat geld opzijzetten.’

Dit seizoen bestaat de spelersgroep van Sheriff onder andere uit drie Brazilianen, twee Colombianen, twee Ghanezen, een Oezbeek en iemand uit Trinidad en Tobago. ‘Het is erg ingewikkeld om spelers naar de Moldavische competitie te lokken, want het is slechts een opstapje naar een mooier podium en daar kunnen wij niets aan veranderen’, zegt Miroslav Primovic, de persverantwoordelijke van Sheriff die als enige bereid is om een paar vragen te beantwoorden. Per e-mail welteverstaan. ‘We hebben nationale titels gewonnen en in de Europa League gespeeld. Met het bereiken van de groepsfase van de Champions League hebben we een bijkomende stap gezet in onze ontwikkeling. En onze successen trekken de aandacht. Er zijn steeds meer mensen die naar Transnistrië reizen om te zien hoe wij leven. Wij hebben aangetoond dat niet de hoeveelheid geld die je uitgeeft belangrijk is, maar de manier waarop het wordt uitgegeven.’

Geen voetbalcultuur in Tiraspol

In het stadscentrum van Tiraspol herinnert een kartonnen model van de beker met de grote oren de voorbijgangers en de weinige inwoners die Sheriff niet kennen aan de prestatie van de lokale voetbalclub. ‘De Champions League is het grootste evenement dat Transnistrië heeft zien passeren’, zegt Joelia, een blonde fan met knalgroene ogen. ‘We zeggen al lachend dat de marktwaarde van ploegen als Real Madrid en Inter hoger is dan de begroting van onze stad.’

De jonge vrouw loopt over de beroemde 25e Oktoberstraat, een brede en groene verkeersader waarvan de naam verwijst naar de bolsjewistische revolutie. De rode en groene vlaggen van Transnistrië wapperen tegen de muren van het stadhuis dat aan de ingang versierd is met een borstbeeld van Lenin. Verderop staat naast de kapel van Sint-Georges het overblijfsel van een tank die gebruikt werd tijdens de voorbije conflicten. Aan de overkant huist het parlement, dat met zijn lange en zware zuilen een architecturale ode is aan het Sovjettijdperk. Op het Aleksandr Soevorovplein staat de bezoeker oog in oog met een indrukwekkend standbeeld van de stichter van de stad, zittend op zijn paard met opengevouwen handen en klaar om zijn bevelen uit te delen.

‘Het plein was helemaal verwoest en lag vol rotzooi toen ik klein was. De regering wilde er een aangename plek van maken door waterfonteinen, bomen, wandelpaden en een speeltuin aan te leggen’, verduidelijkt Joelia, die de zege van Sheriff via livestreaming heeft moeten volgen. ‘De salarissen en de pensioenen liggen aan de lage kant en daardoor kan niet iedereen een kaartje kopen voor een voetbalwedstrijd, ook al kost een ticket ongeveer tien euro. Over het algemeen blijven de mensen vasthangen aan het idee dat ze tijdens de week moeten werken om in het weekend te kunnen ontspannen aan de oevers van de Dnjestr. Er is hier niet echt een voetbalcultuur.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content