Waarom is Mousa Dembélé zo goed?

© belgaimage
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

In de carrière van Mousa Dembélé zit er één constante: zodra hij de bal aan de voet heeft, kun je die niet meer afpakken. Dus moet er voor hem een plek op het veld worden gevonden, want zo’n profiel is te kostbaar om te negeren.

Wanneer Jorge Valdano in het kantoor van Mauricio Pochettino plaatsneemt voor een gesprek onder Argentijnen, is hij verbaasd. De wereldkampioen van 1986 had niet verwacht om op het bureau van de manager van Tottenham een bal te zien liggen. Pochettino legt het uit: ‘Soms gooi ik die naar mijn spelers, zeg ik hen dat ze hem moeten aanraken en terugdenken aan de tijd dat ze drie, vier, vijf, zes jaar waren. Ik wil dat ze dat gevoel terugvinden.’ Marty McFly reisde door de tijd in een DeLorean, Marcel Proust met een madeleinekoekje en Pochettino met een bal.

De bal is als lijm, hij komt niet los van zijn voeten.

Kyle Walker

Zou Mousa Dembélé, wanneer hij die bal tussen zijn voeten krijgt, terugdenken aan het Bisthovenplein in Deurne? Daar bevindt zich in elk geval de geboorteakte van het bijzondere voetbal van de middenvelder van de Spurs. ‘We speelden op straat met twee staande lampen’, vertelde de Antwerpenaar aan The Guardian. ‘Schieten mocht niet. Om te scoren moest je dribbelen en met de bal de staander van de lamp aantikken. Dat moet volgens mij de reden zijn waarom ik als jongere nooit op doel schoot. Ik wilde altijd tot aan de goal dribbelen.’

Zijn carrière in Nederland begon dicht bij de goal, want dat is de plaats waar trainers de meest getalenteerde spelers neerzetten, maar liep al snel vast op een gebrek aan aandacht voor de netten. Bij AZ liet Louis van Gaal de voorposten aan Mounir El Hamdaoui en Ari en schoof hij de Rode Duivel een rij achteruit om hem een vrije rol te geven tussen de linies. Het was eigenlijk vloeken in zijn eigen kerk voor de Nederlandse coach, die altijd zijn spelschema’s boven individueel talent had gesteld. Bij Barcelona kregen zelfs Rivaldo of Román Riquelme niet zo’n voorkeursbehandeling.

De opvolgers van Louis van Gaal zullen minder enthousiast zijn wanneer ze het over de buitengewone kwaliteiten van de Belgische linkspoot hebben. Ronald Koeman, die voor slechts enkele weken overneemt in Alkmaar, wijst het spel van Mousa met de vinger: ‘Dembélé speelt te vaak in de breedte in plaats van naar het doel te gaan. Hij haalt niet genoeg rendement uit zijn capaciteiten.’ Maar dan volgen de fameuze beelden van 27 september 2008, waarop de Rode Duivel de hele verdediging van Willem II voor schut zet vooraleer hij de bal schuin en strak in het net schiet. Het is dé actie uit de carrière van Mousa. En met uitzondering van de laatste gebeuren al die dribbels langs de zijlijn.

Onuitgesproken hiërarchie

‘Dembélé weet zelf niet welk zijn plaats is’, aldus Dick Advocaat, de opvolger van Koeman. Het is dus een speler die zich nog altijd aan het ontwikkelen is wanneer hij het Kanaal oversteekt om zijn talent te ontplooien dat te groot geworden is voor Nederland. Maar voor Mousa incontournable werd in het oog van zijn trainers, was hij dat al voor zijn ploegmaats.

Wanneer hij de functie van opleidingshoofd krijgt bij Germinal Beerschot, overschouwt Urbain Haesaert zijn 500 nieuwe jeugdspelers. Het laat zich snel raden wie hem het eerst in het oog springt: ‘Mousa viel me direct op.’ Het talent van Dembélé is onmiskenbaar, want het springt al in het oog bij zijn eerste balcontact. Zelfs het robuuste Engelse voetbal kan dat niet in de schaduw stellen. Mousa mag dan nog geen speler zijn over wie de coaches praten, zijn ploegmaats doen dat wél. ‘Ik denk niet dat de mensen beseffen hoe goed hij is’, zal zijn maat Jan Vertonghen op een dag zeggen, alsof de kwaliteiten van Dembélé pas echt merkbaar zijn als je op het veld staat en vlak voor je neus ziet hoe de linkerzool van de Antwerpenaar een ongrijpbare bal streelt.

Noch Mousa noch zijn trainers weten hoe hij precies in elkaar zit, maar Dembélé speelt. Gewoon vanwege de onuitgesproken hiërarchie op het veld. Want om het even wie de tegenstander is die voor hem opdoemt, de Rode Duivel lijkt altijd de bovenhand te halen. Dat gevoel werd de voorbije weken nog versterkt, toen de middenvelder van Tottenham wereldsterren tegenover zich kreeg. ‘Hij heeft gespeeld tegen? Pogba, Matic, Khedira, Pjanic… En hij heeft ze er allemaal onder gekregen’, stelde Jermaine Jenas, een ancien van de Spurs, op de BBC.

Mousa Dembélé in duel met zijn ploegmaat bij de Rode Duivels Kevin De Bruyne.
Mousa Dembélé in duel met zijn ploegmaat bij de Rode Duivels Kevin De Bruyne.© belgaimage

Jol en het middenveld

Het keerpunt in de carrière van Dembélé, dat ontstaat in het hoofd van Martin Jol, komt er allicht door deze constante. Mousa vergaart zijn faam met directe confrontaties, die hem doen klimmen in de hiërarchie op de velden omdat hij zich steevast superieur toont aan al wie zijn pad kruist. ‘Iedereen die met hem samengespeeld heeft, weet precies hoe goed hij wel is’, vertelde zijn ex-ploegmaat van Fulham Bobby Zamora in The Telegraph. ‘Ik denk niet dat de mensen die een wedstrijd bekijken echt kunnen inschatten wat hij doet. Wanneer je aan zijn zijde speelt, dan zie je dat.’

Zijn ploegmaats noemden hem The Doctor, want telkens men de bal bij hem inleverde, maakte hij die beter.

Mark Hughes

Zoals men een belangrijk dossier doorgeeft aan zijn overste, zo spelen zijn ploegmaats de bal in de voeten van Dembélé. Want over zijn voornaamste troef zijn allen het eens. Kevin De Bruyne bevestigt dat ‘het onmogelijk is de bal van hem af te pakken’ en Jordan Lukaku doet er nog een schepje bovenop: ‘Als je in moeilijkheden bent, moet je gewoon de bal aan hem geven. Hij komt er wel uit.’

Ook Martin Jol merkt hem op. Fulham had Dembélé gekocht om vooraan te spelen, of op de flank, maar de Nederlander ziet de zaken anders: ‘Wanneer hij op training afhaakte, kon niemand de bal van hem afpakken. Bovendien recupereerde hij vaak ballen met zijn kracht. Ik dacht dus wel dat het kon werken op het middenveld. Maar voor je het uittest, weet je nooit of je idee goed is. Ik heb het geprobeerd en hij was meteen onze beste speler.’

Het argument veiligheid

Het is dus als middenvelder dat Dembélé Fulham verlaat en de stad doorkruist naar White Hart Lane. Bij een ploeg die groeit in het kielzog van Gareth Bale, vooraleer ze begint te zwalpen na diens vertrek naar Madrid, dient de Belg als veiligheidsgordel. Op kruissnelheid komt hij algauw boven de 90 procent geslaagde passes uit. Die efficiëntie toont hij vooral op het middenveld, ver van de zones van de waarheid.

Ook daar is het zijn instinctief voetbal dat van hem een ‘veilige’ middenvelder maakt. Pep Guardiola, evengoed theoreticus als practicus, legt uit: ‘Zijn passes zijn veiliger als ze naar de buitenkant gaan en gevaarlijker voor de tegenstander als ze naar het midden gaan. Maar die laatste geven een lager slaagpercentage.’ Als linkse van de twee verdedigende middenvelders in de 4-2-3-1 van Tottenham richt Dembélé zich van nature naar de zijlijn, in een terugkerend stramien dat beschreven wordt door zijn ploegmaat Kyle Walker: ‘De bal is als lijm, hij komt niet los van zijn voeten. Je weet dat hij altijd naar links gaat spelen, maar hij duwt de bal zover dat je er niet bij kunt.’ Mousa loopt weg van het centrum en als er daar geen tweede tegenstrever wacht die hem dwingt om terug te keren, dan opent hij op zijn linksachter of linkerflankaanvaller. Altijd veilig, zelden gevaarlijk.

Vorig seizoen, voor de komst van Pochettino naar Tottenham, schommelde het gemiddelde van Dembélé rond 0,5 schoten en 1,1 gecreëerde kansen per match. Hij kreeg wel complimenten van Tim Sherwoord, die in de plaats van André Villas-Boas op de bank plaatsnam: ‘Telkens de bal via hem passeerde, voelde ik me veilig.’ Een gevoel dat ook Mark Hughes, Mousa’s gewezen coach bij Fulham, al uitdrukte toen hij onthulde dat Dembélés ploegmaats hem The Doctor noemden: ‘Want telkens men de bal bij hem inleverde, maakte hij die beter.’

De duels van Pochettino

Enter Maurico Pochettino op White Hart Lane. De Argentijnse coach heeft voorschriften bij zich uit de voetbalbijbel van Marcelo Bielsa, die zijn trainer was bij Rosario in Argentinië. Het voetbal van de nieuwe manager van de Spurs legt vooral de klemtoon op het duel en gaat uit van pressing en één-tegen-ééns op de helft van de tegenstander. Nog altijd als middenvelder, maar iets hoger op het veld, bloeit Dembélé helemaal open.

Hoe kan het ook anders wanneer een speler die systematisch superieur aan zijn tegenstander blijkt te zijn, vaker het rechtstreekse duel van man tegen man moet aangaan? Sinds zijn komst naar Tottenham slaagde de Belg in 83 procent van zijn dribbels en werd hij minder dan één keer per match zelf gedribbeld. Dembélé dribbelt jou altijd, maar jij dribbelt nooit Dembélé. Eric Dier, die het vaakst in het centrum van de Londenaars naast hem speelde, vat het zo samen: ‘Fysiek is het een beest, maar hij heeft de voeten van een ballerina.’

In een recent interview verklaarde Xavi dat de dribbel een zeldzaam wapen geworden is in een tijd dat de fysieke voorbereiding van de verdedigers steeds verder gaat. Zijn tegenstander in de wind kunnen zetten is dus een privilege geworden, voorbehouden aan de besten onder de balkunstenaars. ‘Mousa Dembélé is onze enige speler die met één technische beweging door een linie kan breken’, erkent Mauricio Pochettino. De Rode Duivel kan dus minder en minder gemist worden naarmate het voetbal evolueert.

Studie van het middenveld

Uiteindelijk is het alsof het voetbal een schuld af te lossen heeft bij Dembélé. Te aangenaam om te zien om geen nut te hebben. De Belg was bijna een onrechtvaardigheid die moest rechtgezet worden. Het is dus niet Mousa die naar het huidige voetbal toe is geëvolueerd, maar het huidige voetbal is naar Dembélé toe geëvolueerd. Op een moment dat pressing, die de lijnen tegen elkaar dringt en ploegen belet te ademen, gemeengoed is geworden.

Dembélé is als een frisse wind voor het voetbal van Tottenham. Hij behoort tot de spelers die als ideale rekruten omschreven worden door Juan Manuel Lillo, theoreticus van het Spaanse voetbal à la Guardiola of Jorge Sampaoli: ‘Er zijn spelers die kunnen leven met de nabijheid van een tegenstander, maar ook met diens dreiging. Net als Andrés Iniesta is hij in staat om rustig een koffie te drinken wanneer hij onder druk komt te staan. Als tegenstanders een speler naderen en die verandert daar niet door, dan is het een goeie. Dat is iemand die je moet aanwerven!’

Een rij lager dan spelers als Isco, Neymar, Eden Hazard of Lionel Messi, die tussen de lijnen kunnen lopen en uit een bal die ze ontvangen met de rug naar het doel toch een doelkans weten te puren, laat Dembélé zijn dribbels spreken om het voetbal van de Spurs te doen ontploffen. De Belg is een van die nieuwe middenvelders die een dimensie van fysieke kracht toevoegen aan de lichtvoetige techniek van de Spaanse centrocampistas die het voorbije decennium domineerden. Mousa is bijna waardevoller wanneer hij de bal ontvangt met de rug naar het doel dan met zijn gezicht naar de goal, dankzij die troef die Jermaine Jenas zo omschrijft: ‘In balbezit trekt Dembélé twee of drie spelers op hem, waardoor hij ruimte schept voor Cristian Eriksen. Hij absorbeert al de druk van de tegenstander en men kan zelfs de bal niet van hem afpakken. Hij is een echte stofzuiger.’ Logisch dus dat hij zijn tegenstanders één voor één laat verdwijnen als stof.

Waarom is Mousa Dembélé zo goed?
© belgaimage

Een plaats bij de Rode Duivels?

Door zijn huidige vormpeil is het debat natuurlijk weer op gang gekomen. Kun je om deze Mousa Dembélé heen, die de beste middenvelders van het continent belachelijk maakt? Sinds zijn omscholing tot middenvelder is de verbindingsman van de Spurs nooit een titularis bij de Duivels geweest. Hij zou een plaats in de basis kunnen verwerven, mits één aanpassing.

Als we ons voorstellen dat Kevin De Bruyne een zekerheid is in het duo dat voor de verdediging speelt, dan is het moeilijk om als nummer 6 naast hem een Dembélé op te stellen die bij Tottenham een Eric Dier naast zich nodig heeft om uit te blinken op het middenveld. Aangezien Mousa Dembélé niet de meest defensieve middenvelder kan zijn en Kevin De Bruyne incontournable is, zou Roberto Martínez zijn systeem moeten aanpassen om de Antwerpenaar in de ploeg te krijgen. Eens te meer zou de inspiratie daarvoor van Antonio Conte kunnen komen.

Bij Chelsea transformeerde de Italiaanse coach zijn 3-4-2-1 tot een 3-5-1-1, waardoor Eden Hazard een vrije rol kreeg achter de diepe spits. Als linkse verbindingsman, met De Bruyne rechts naast hem, zou Dembélé de druk van de tegenstander kunnen opvangen en doordat hij beperkt infiltreert zou er veel ruimte liggen in de zone voor hem, wat het uitverkoren speelterrein is van Hazard en Yannick Carrasco. Maar dat zou dan wel impliceren dat Dries Mertens uit de basiself valt. België heeft echt een luxeprobleem.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content