Niels Verborgh

‘Waarom Leicester City nooit meer kampioen wordt’

Niels Verborgh Sportrechtadvocaat bij Atfield (powered by Altius en Tiberghien).

Competities waarin er geen wereldsterren actief zijn, doen er goed aan over hun competitief evenwicht te waken, zegt Niels Verborgh. ‘Misschien moeten de clubs van de Pro League dit maar eens in het achterhoofd houden wanneer ze binnenkort een nieuw competitieformat in elkaar boksen.’

Onheilspellende berichten vanuit het Verenigd Koninkrijk: de Big Six, de absolute topclubs uit de Premier League, willen bij de verdeling van het televisiegeld een nog groter deel krijgen, terwijl er net voor het eerst sprake is van een ’tegenvallend’ televisiecontract. Zo zou de financiële kloof tussen de topteams en de rest nog verder toenemen.

De kleine clubs schreeuwen dan ook in koor dat het voor de toekomst en de aantrekkelijkheid van de competitie belangrijk is dat de verhoudingen niet nog meer worden scheefgetrokken. Maar de topclubs zijn niet onder de indruk en dreigen zelfs om hun televisierechten apart te gaan verkopen als ze geen groter deel van de koek krijgen.

Het lijkt er hoe dan ook op dat de ongelijkheid tussen de clubs nog meer zal toenemen. De vraag is: is dit wel zo verstandig?

Waarom Leicester City nooit meer kampioen wordt.

In 2016 kroonde het bescheiden Leicester City FC zich tegen alle economische logica in tot winnaar van de Premier League. Het script van het sprookje is een prachtig scenario voor een Hollywoodfilm. De ploeg, die werd gecoacht door de immer sympathieke Claudio Ranieri, stond symbool voor de underdog die tegen alle noteringen in kampioen werd. Ondanks het countervoetbal stal Leicester het hart van menige voetballiefhebber en won in ware ‘David tegen Goliath’-stijl de titel. Het recept was: een oerdegelijke defensie, balvirtuoos Riyad Mahrez als creatief brein, N’Golo Kanté als metronoom op het middenveld en sluipschutter Jamie Vardy als klinische afwerker.

Iedereen was het erover eens dat het behoud verzekeren eigenlijk al een meer dan degelijke prestatie was voor een ploeg als Leicester.

Nog geen jaar na de titel hakte de realiteit er al stevig in: Leicester verkeerde in acute degradatienood en kampioenenmaker Ranieri werd ongegeneerd geslachtofferd. De club wist zich uiteindelijk alsnog te handhaven en iedereen was het erover eens dat het behoud verzekeren eigenlijk al een meer dan degelijke prestatie was voor een ploeg als Leicester. De club lijkt namelijk de financiële slagkracht te missen om aan de top te spelen. Zolang geld een dominante factor blijft in het voetbal, zal Leicester City nooit meer kampioen worden. Zeker nu de Big Six de scheefgetrokken krachtverhoudingen nog verder schade willen toebrengen.

Het verschil tussen topclubs en andere clubs in de Premier League is stuitend.

Het verschil tussen topclubs en andere clubs in de Premier League is stuitend. Na 27 wedstrijden staat Manchester City autoritair op kop. De dichtste achtervolger, stadsgenoot Manchester United, telt maar liefst 16 punten minder. Liverpool, Chelsea en Tottenham hinken niet ver achter Manchester United aan. De strijd voor de tweede plaats is dus (met een kloof van 4 punten tussen de tweede en de vijfde) wel nog spannend. Het als zesde gerangschikte Arsenal draait alweer een teleurstellend seizoen en lijkt de laatste jaren in een negatieve spiraal te zitten. Komt daar nog eens bij dat het zich vorig jaar niet kwalificeerde voor de Champions League en zo enkele miljoenen euro’s misliep.

Dat de Big Six de Engelse competitie domineren, blijkt niet alleen uit het feit dat geen enkele andere ploeg momenteel een plaatsje in de top 6 kan bemachtigen.

Dat de Big Six de Engelse competitie domineren, blijkt niet alleen uit het feit dat geen enkele andere ploeg momenteel een plaatsje in de top 6 kan bemachtigen. Ook dat Burnley als zevende in de stand exact de helft (!) minder punten heeft dan competitieleider Manchester City is een teken aan de wand. Het staat ook al 9 punten achter op Arsenal. Terwijl het verschil met de 17de, Huddersfield, maar 9 punten bedraagt. Huddersfield staat daarmee slechts nipt op een veilige plaats: Southampton (1 punt minder), Stoke City (2 punten minder) en West Brom (7 punten minder) bekleden de drie degradatieplekken.

Een blik op de huidige klassering volstaat al om te zien dat er duidelijke krachtverschillen zijn tussen de Big Six en de overige teams, maar de kloof is nog opvallender als we het op langere termijn bekijken.

Competities worden steeds vaker gedomineerd door hetzelfde selecte kransje clubs.

De Nederlandse sporteconoom Tsjalle van der Burg becijferde dat er tussen 2005 en 2015 amper 6 clubs in geslaagd zijn om minstens een keer in de top vier te eindigen, terwijl dat er tussen 1960 en 1970 nog 14 waren. Dit wijst op een afgenomen spankracht in de breedte: competities worden steeds vaker gedomineerd door hetzelfde selecte kransje clubs. Opvallend hierbij is dat Liverpool al 28 jaar geen kampioen meer is geworden en dat Arsenal al 14 seizoenen zonder titel is. Dit wijst op een machtswisseling in het Engelse voetbal, mede door de trend dat (vooral buitenlandse) rijke voorzitters veel kapitaal in hun club zijn gaan injecteren.

Van de 25 titels werden er zelfs 18 (72 %) verdeeld onder Chelsea en Manchester United.

Voorbeelden hiervan zijn de Russische oligarch Roman Abramovich (Chelsea FC) en sjeik Mansour Bin Zayed Al Nahyan (Manchester City FC), die lid is van de koninklijke familie van de Verenigde Arabische Emiraten.

Sinds de Premier League 25 jaar geleden werd ingevoerd, behaalden slechts 6 verschillende clubs de titel. Van de 25 titels werden er zelfs 18 (72 %) verdeeld onder Chelsea en Manchester United.

In Amerika is er minder sprake van competitief onevenwicht.

In Amerika is er minder sprake van competitief onevenwicht. Een spannender competitieformat, een gelijkmatigere verdeling van spelerstalent en vooral een evenwichtigere verdeling van televisiegeld en andere inkomsten zorgen er voor competitief evenwicht. Het American football (NFL) en het baseball (MLB) kende in de laatste 25 edities maar liefst 14 verschillende kampioenen. In het ijshockey (NFL) waren dat er 13 en in het basketbal (NBA) 10.

Er zijn in de USA niet alleen meer verschillende kampioenen, ook de dominantie van de beste ploeg blijft er enigszins binnen de perken.

Er zijn in de USA niet alleen meer verschillende kampioenen, ook de dominantie van de beste ploeg blijft er enigszins binnen de perken. Zowel in de NFL (New England Patriots) en de NBA (San Antonio Spurs en Los Angeles Lakers) als in de MLB (New York Yankees) won de dominantste ploeg slechts 5 titels (25 %) in de laatste kwarteeuw. In de NHL (Pittsburgh Penguins en Detroit Red Wings) ligt dit met 4 titels zelfs nog een stukje lager. Diverse sporteconomen zijn het erover eens dat een dergelijk competitief evenwicht een gezonde situatie is voor een competitie (in zijn geheel), zowel op korte als op lange termijn.

Andere voetbalcompetities scoren even slecht als de Premier League.

Het Belgisch voetbal kende de laatste 25 jaar evenveel – of beter: even weinig – verschillende kampioenen als het Engelse: 6. De eenmalige uitschieters van Lierse en Gent smukken deze cijfers op. De laatste 25 jaar gingen maar liefst 18 titels naar Anderlecht of Club Brugge. Deze dominantie is niet onlogisch: Club Brugge en Anderlecht zijn al enkele decennia de populairste Belgische clubs en genereren veel inkomsten.

De inkomsten uit de Champions League versterken de ongelijkheid in de nationale competities nog verder.

Verder spelen sportieve prestaties een belangrijke rol bij de verdeling van het televisiegeld en is het vaak enkel de landskampioen die toegang krijgt tot de financiële vetpot van de Champions League. De inkomsten uit de Champions League versterken de ongelijkheid in de nationale competities nog verder. Voetbalclubs kennen natuurlijk wel positieve en negatieve cycli, maar uiteindelijk halen vooral de rijkste clubs sportief succes.

Belgische clubs kennen de laatste decennia dan ook relatief weinig succes in Europa. Ze kunnen logischerwijze niet opboksen tegen kapitaalkrachtigere ploegen uit rijkere competities. Maar toch geldt voor Belgische ploegen in dit geval zeker de olympische leuze ‘deelnemen is belangrijker dan winnen’: een club die deelneemt aan de Champions League, houdt er veel geld aan over. Die middelen kunnen dan worden aangewend om in de eigen competitie (nog) dominanter te worden.

In Schotland is het al van 1985 geleden dat eens niet Celtic of Rangers de titel won.

Er zijn dan ook verscheidene kleinere competities waar het competitief evenwicht zoek is. Olympiakos, dit seizoen voorlopig teleurstellend derde in Griekenland, won de laatste 21 jaar maar liefst 19 titels. In Zwitserland staat Basel momenteel tweede, maar de laatste 8 jaar werd het telkens kampioen. Bate Borisov won de laatste 12 edities van het Wit-Russische kampioenschap, terwijl in Kroatië HNK Rijeka voor een stunt zorgde door voor het eerst in 12 jaar Dinamo Zagreb te onttronen als landkampioen. In Schotland is het al van 1985 geleden dat eens niet Celtic of Rangers de titel won. Zonder ongelukken wordt Celtic dit seizoen trouwens al voor de zevende keer op rij kampioen. In Nederland worden de titels vooral verdeeld onder PSV, Ajax en (in mindere mate) Feyenoord en in Turkije prijken hoofdzakelijk Galatasaray, Fenerbahce en Besiktas op de erelijst.

Bayern München hanteert al jaren met succes een strategie waarbij het talentrijke spelers wegkoopt bij concurrenten.

Het gebrek aan competitief evenwicht is niet alleen een probleem in de kleinere competities. In Frankrijk stevent PSG af op zijn vijfde titel in zes seizoenen. Met wat geluk doorbreekt Napoli straks misschien de al zes jaar durende hegemonie van Juventus in Italië. De heerschappij van Barcelona en Real Madrid in La Liga werd de laatste 13 jaar enkel door Atletico Madrid eenmalig onderbroken. In de Bundesliga stevent Bayern München met een straatlengte voorsprong af op zijn zesde opeenvolgende titel. Het hanteert al jaren met succes een strategie waarbij het talentrijke spelers wegkoopt bij concurrenten. Denk maar aan onder meer MarioGötze en Robert Lewandowski van Borussia Dortmund en recent nog LeonGoretzka van Schalke 04. Op die manier smoort Bayern een eventuele titelbedreiging vakkundig in de kiem.

In sommige landen is gebleken dat de groei van tv-geld niet oneindig is.

Competitief onevenwicht wordt steeds meer een probleem.

Na het Bosmanarrest werd de arbeidsmarkt van het profvoetbal geliberaliseerd. Bovendien viel de toenemende mobiliteit van voetballers samen met een sterke commercialisering en internationalisering van het voetbal. De televisiegelden zijn _ zeker in Engeland _ de laatste decennia dan ook als een raket de hoogte in geschoten. In sommige landen, zoals bijvoorbeeld Nederland, is gebleken dat de groei van tv-geld niet oneindig is. Kleinere landen botsen door hun kleinere afzetmarkten sneller tegen hun plafond aan.

UEFA-voorzitter Aleksander Ceferin spreekt steeds vaker over salarisplafonds en competitief evenwicht, maar vooralsnog voedt UEFA via de Champions League vooral de ongelijkheid tussen clubs.

Op een zeldzame stunt na kunnen clubs uit kleinere landen niet meer concurreren met buitenlandse topclubs. Maar zoals al eerder geschetst, werkt de Champions League wel de ongelijkheid binnen nationale competities verder in de hand. Omdat gedurende de laatste decennia de bedragen die clubs kunnen verdienen in de Champions League enorm stegen, is ook de ongelijkheid binnen nationale competities fel toegenomen. UEFA-voorzitter Aleksander Ceferin spreekt steeds vaker over salarisplafonds en competitief evenwicht, maar vooralsnog voedt UEFA via de Champions League vooral de ongelijkheid tussen clubs.

Exposure in en sponsoring uit nieuwe markten is het nieuwe goud.

Wetenschappelijk onderzoek toonde aan dat er op lange termijn een duidelijke correlatie is tussen financiële middelen en sportieve resultaten: hoe rijker de club, hoe meer uitgaven die kan doen om de spelerskern competitief te houden en dus hoe meer kans er is om uiteindelijk te winnen. En clubs die winnen, genereren nu eenmaal veel geld.

Het gebrek aan competitief evenwicht is zorgwekkend.

Bovendien zorgde de opkomst van nieuwe media ervoor dat de absolute topclubs op mondiaal niveau beter dan ooit voorheen in staat zijn om actief fans uit andere continenten te bereiken. Dat de Clasico tussen Real Madrid en Barcelona enkele maanden terug werd afgetrapt om 13 uur is dan ook lang geen toeval. Het is dan namelijk primetime in Azië. Exposure in en sponsoring uit nieuwe markten is het nieuwe goud. Een snelle blik op de sponsoring op de shirts van Chelsea, PSG, Manchester City en Manchester United volstaat om dit te beseffen.

Als de sportbeleving daalt, zal de commerciële waarde van een competitie mogelijk ook dalen.

Het gebrek aan competitief evenwicht is zorgwekkend, zeker in kleine competities. Spankracht is namelijk een essentieel kenmerk van sportbeleving, waar sponsors, tv-zenders en supporters heel veel geld voor over hebben. Als de sportbeleving daalt, zal de commerciële waarde van een competitie mogelijk ook dalen.

Competities waarin er geen wereldsterren actief zijn, zoals in België en in Nederland, waken beter over hun competitief evenwicht.

In absolute topcompetities lijkt een gebrek aan competitief evenwicht op het eerste gezicht misschien niet zo’n erge zaak, aangezien kijkers ook (en vooral) willen betalen om de absolute wereldvedetten van topclubs aan het werk te zien. De waarde van de competitie zit hem grotendeels in zijn sterren. Competities waarin er geen wereldsterren actief zijn, zoals in België en in Nederland, waken beter over hun competitief evenwicht.

Studies tonen aan dat competities baat hebben bij het rechtvaardigheidsprincipe level playing field.

Als je door de marktsituatie geen topspelers kan aanbieden aan de voetbalconsument, lijkt een degelijke en spannende competitie warm aanbevolen om alsnog marktwaarde te kunnen genereren. Misschien moeten de clubs van de Pro League dit maar eens in het achterhoofd houden wanneer ze binnenkort een nieuw competitieformat in elkaar boksen.

Hoe groter de kloof tussen clubs wordt, hoe minder spannend de competitie zal zijn.

Topclubs, zoals de Big Six in het Verenigd Koninkrijk, liggen niet echt wakker van competitief evenwicht. Zij willen enkel (geld om te) winnen. Studies tonen echter aan dat competities als geheel baat hebben bij het rechtvaardigheidsprincipe level playing field. Hoe groter de kloof tussen clubs wordt, hoe minder spannend de competitie zal zijn. Daarom zou het geen kwaad kunnen mochten de topclubs wat meer solidariteit tonen. Al is het maar omdat de Leicester City FC’s van deze wereld het hart van menige sportliefhebber sneller doen slaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content