Waarom Yannick Bolasie nog een straatvoetballer uit de oude doos is

© BELGA
Thomas Bricmont

Sport/Voetbalmagazine trok op zoek naar de roots van Yannick Bolasie in de Londense wijk Willesden, een arbeidersdistrict. ‘Hier komt de magie vandaan,’ zegt de flankaanvaller van Anderlecht.

In een typisch Brits weertje begeven we ons naar de buurt en de plaatselijke agora waar er gevoetbald wordt. Het lijkt wel een decor uit een film van Ken Loach: sociale woningen in rode baksteen met schotelantennes op de daken. Een arbeidersdistrict dat bevolkt wordt door mensen die de Londense vastgoedprijzen niet kunnen betalen.

‘Hier komt de magie vandaan’, vertelt Bolasie op zijn YouTubekanaal. Hier ontwikkelde hij zijn buitengewone stijl. ‘Ik keek door het raam van mijn kamer en zag twintig, dertig jongeren voetbal spelen. Dan liep ik de trap af om te gaan meedoen. We waren soms met zoveel op een zodanig klein veld dat ik de speeltuin, de glijbaan en de schommel gebruikte om langs de anderen te dribbelen. Met links, met rechts, snel draaien, onvoorspelbaar zijn: dat komt allemaal van daar.’ Ook de Bolasie flick, een draaibeweging die hij in december 2014 met Crystal Palace op White Hart Lane demonstreerde tegenover Christian Eriksen.

Vanuit zijn ouderlijk huis kon Bolasie ook Wembley zien liggen, minder dan drie kilometer ver. Een onbereikbare wereld voor een straatvoetballer.

Willesden bracht niet alleen Yannick Bolasie voort, maar ook Raheem Sterling, nog zo’n geniale technische straatvoetballer. Hij zat nog op school met de zus van de Anderlechtspeler. Anderen hebben dan weer hun vleugels verbrand. ‘Ik was omringd door goeie voetballers, maar velen hebben het niet gehaald’, getuigt Bolasie. Zoals een Philip Ifil of Kerrera Gilbert, die bij respectievelijk Tottenham en Arsenal belandden maar al snel in de lagere regionen van het Engelse voetbal verdwenen.

‘Er zijn veel verlokkingen in Londen, dat is nefast voor jonge voetballers. Ik wil daar tegen vechten, niet afgeleid worden, me alleen op het voetbal concentreren en mijn best doen’, vertelde Bolasie aan The Independent.

Unieke stijl

Ondertussen is heel Anderlecht blij met de winteraankoop. Ook al draagt de Congolese international hoogstwaarschijnlijk slechts tijdelijk het paars-witte shirt, iedereen binnen de club benadrukt zijn bijdrage op en naast het veld.

‘Ik kwam meteen goed overeen met Yannick’, vertelt Landry Dimata. ‘Hij is iemand die voor sfeer kan zorgen in de kleedkamer en die zich helemaal inzet voor zijn job. Iemand met een groot hart ook. Hij is een voorbeeld voor ons allemaal. We hebben soms contact met Romelu via Facetime. Het is niet voor niks dat Yannick de beste vrienden is met Romelu. Het zijn allebei krijgers, die moeilijke momenten gekend hebben in hun leven en die zich overal hebben weten door te spartelen.’

De aanvaller van Congolese komaf, geboren in Lyon, beheerst evenwel nog niet de taal van Molière. ‘Wanneer hij Frans probeert te spreken, klinkt hij een beetje als iemand uit een getto. Ook zijn Lingala is maar zozo’, lacht Dimata, die met ongeduld uitkijkt naar de dag dat hij met Bolasie kan samenspelen. ‘Met hem gaat het heel snel naar voren. Ik vind dat hij een unieke stijl heeft. Je krijgt de indruk dat hij nooit de codes van het profvoetbal geleerd heeft. Hij doet trucjes op instinct, die je elders niet ziet. Zoals veinzen dat hij de bal met de hand gaat spelen net voor hij een dribbel inzet. Echt een straatvoetballer bij uitstek.’

Lees de volledige reportage over Yannick Bolasie in onze +zone of in Sport/Voetbalmagazine van woensdag 20 maart.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content