‘We tellen hoeveel zwarten bij Frankrijk in de basis staan, waar zijn we mee bezig?’

© BELGA
Alain Eliasy Journalist bij Sport/Voetbalmagazine

Maxime Colin (Birmingham City) en Fabrice N’Sakala (Alanyaspor) zijn al boezemvrienden van bij Troyes en Anderlecht. Sport/Voetbalmagazine zocht de twee Franse ex-Mauves op en sprak met hen onder meer over de macht van Mogi Bayat en de verdeeldheid rond de Franse nationale ploeg.

S/VM: Jullie hebben jullie transfer van Troyes naar Anderlecht te danken aan een man: Mogi Bayat, de meest bekritiseerde makelaar van België.

COLIN: ‘Mogi heeft zijn manier van werken. Hij zal je niet elke dag bellen om te weten of je goed geslapen en gegeten hebt. Hij concentreert zich op de zakelijke kant van het verhaal, maar dat weet je van in het begin. Maar Mogi stelt de kern niet samen zoals ik links en rechts heb gehoord. Hij dringt spelers niet op aan een club. Mogi wordt ingeschakeld omdat hij een transfer snel kan afhandelen.’

S/VM: Heb je nooit het gevoel gehad dat hij te veel inspraak kreeg op Anderlecht?

COLIN: ‘Veel clubs in Europa vertrouwen op een makelaar – als je tien transfers moet doen met tien verschillende bemiddelaars verlies je kostbare tijd. Birmingham werkt zo en bij Wolverhampton is Jorge Mendes betrokken bij een pak transfers. Er was dus niets mis met de werkwijze van Anderlecht.’

N’SAKALA: ‘Misschien hebben de media Mogi te veel aandacht gegeven…. Mocht hij wat meer in de luwte hebben gewerkt, dan was hij nu nog dé man op Anderlecht. Als een speler mij belt om te vragen of hij Mogi kan vertrouwen zal ik ‘ja’ zeggen. Hij heeft niet de beste reputatie, maar de dag dat Mogi iets lapt aan een speler, zal dat ook snel rondgaan in het wereldje. Mogi is gewoon super efficiënt. Als hij jou belt, dan is het om te zeggen dat hij een club heeft gevonden en dat je de volgende dag met hem het vliegtuig moet nemen.

COLIN: ‘Dankzij hem zit ik nu in Engeland. Hij heeft mijn transfer naar Brentford van a tot z geregeld.’

N’SAKALA: ‘Ik had eerlijk gezegd ook een geste van hem verwacht. Ik had gewoonweg niemand anders. Hij had gemakkelijk een huurovereenkomst voor mij kunnen regelen bij een club uit de Championship. Mogi heeft mij bij een club aangeboden: Bastia. Maar dat was niets voor mij. Ik ben op eigen kracht bij Anderlecht moeten vertrekken. Ik heb mijn contract bij Alanyaspor helemaal alleen moeten onderhandelen.’

S/VM: Wat is voor jullie een goede makelaar?

N’SAKALA: ‘Dat is iemand die altijd een voorstel klaar heeft liggen voor zijn speler. Zelfs als je net voor drie jaar hebt bijgetekend. Het voetbal is zo geëvolueerd dat een langdurig contract een verkoop niet in de weg kan staan. Elke speler staat te koop.’

COLIN: ‘Topspelers als Hazard en De Bruyne worden het hele jaar door tien ploegen achterna gezeten en hebben min of meer controle over hun carrière. Zij beslissen waar ze naartoe gaan. Maar voor de meeste spelers is het niet vanzelfsprekend om een transfer te realiseren. Alle voorwaarden moeten ingevuld zijn en ook de factor geluk speelt een rol. In Frankrijk zijn er 300 makelaars voor 1000 profvoetballers. Het is onvoorstelbaar hoeveel transfers er mislukken omdat een, twee, drie of meer makelaars hun graantje willen meepikken.’

Les Bleus

Hebben de Fransen de nationale ploeg opnieuw in de armen gesloten?

N’SAKALA: ‘Ik vind van wel. Alleen jammer dat het publiek zich niet achter elke speler schaart. Een jaar geleden werd Olivier Giroud in een peiling uit de nationale ploeg gestemd. Kan je je dat inbeelden? Een deel van de fans wil dat Giroud, een van de topscorers aller tijden bij de nationale ploeg, niet meer voor Frankijk zien spelen.’

COLIN: ‘Het is geen toeval dat ze Antoine Griezmann bovenaan de affiche zetten. Hij oogt goed en kan zich goed uitdrukken voor de camera. Maar de busstaking in Zuid-Afrika zal de ploeg nog een tijdje achtervolgen.’

Marion Maréchal-Le Pen, ex-boegbeeld van het Front National, zei twee jaar geleden dat de Franse nationale ploeg haar crapuleus imago is kwijtgeraakt.

N’SAKALA: ‘Je kan het mannen als Ribéry, Benzema en Nasri niet verwijten dat ze de straattaal gebruiken van de wijken waar ze zijn opgegroeid. Dat is hun tweede natuur. Je mag van hen niet verwachten dat ze dezelfde woordenschat zullen gebruiken als de Franse president.’

COLIN: ‘Toen Frankrijk in 1998 het WK won, vond iedereen dat black-blanc-beur-team geweldig. Na het busincident werden diezelfde black-blanc-beur uitschot genoemd. Er klopt iets niet… Alles valt of staat met het resultaat. Zo zit voetbal in elkaar.’

Frankrijk is dus nog niet klaar voor de eerste zwarte bondscoach van Les Bleus?

N’SAKALA: (knikt) ‘Nu is het bon ton om te tellen hoeveel zwarte spelers er in de basis staan bij Frankrijk. Hoeveel keer heb ik al niet gehoord: ‘Er staan wel veel zwarten op het veld.’ Waar zijn we mee bezig ?’

COLIN: ‘Het voetbal volgt de maatschappelijke stromingen. Niemand had gedacht dat het Front National zo diep zou binnendringen in de Franse huishoudens. Nu vindt iedereen het normaal dat die partij de tweede ronde van de presidentsverkiezingen haalt. Het verbaast mij dus niet dat mensen nu focussen op de huidskleur van de spelers. In een kleedkamer is dat echt geen issue.’

N’SAKALA: ‘Mijn trainer bij Alanyaspor zei het mij onlangs: ‘De grootste fout die de Franse voetbalbond kan maken, is een zwarte trainer aanstellen.’ Geef hem eens ongelijk… Het zal de gemoederen nog meer doen oplaaien.’

‘Alleen echte topspelers hebben controle over hun carrière’

Lees het volledige interview in onze +zone of in Sport/Voetbalmagazine van woensdag 12 september.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content