‘Wielrenners zijn halfgoden met kwetsbare harten’

© Belga

Pauline Farazijn, dochter van ex-profwielrenner Peter Farazijn, studeerde aan de Hogeschool West-Vlaanderen in Kortrijk net af als sportjournaliste. Als sluitstuk van de driejarige opleiding schreef ze een bachelorproef over het effect van profwielrennen op het hart. ‘Profwielrenners lopen een groter risico op hartproblemen.’

Op zondag 8 april 2018 overleed Michael Goolaerts. De slechts 23-jarige wielrenner kreeg tijdens Parijs-Roubaix een hartstilstand, waarna hij van zijn fiets viel en in de berm van de tweede kasseistrook bleef liggen. Na de reanimatie bracht een helikopter Michael naar het ziekenhuis van Rijsel, maar het mocht niet zijn. Om 22u40 liet de jonge renner het leven los. Te vroeg, véél te vroeg. De koers ging door, maar Michael nam een andere route en zag het peloton nooit meer terug.

Daan Myngheer stierf in 2016 op dezelfde ongelukkige manier in Corsica.

Wielrenners zijn halfgoden met kwetsbare harten.

Bij beiden kon een autopsie geen duidelijkheid brengen over de oorzaak van de hartstilstand. Gianni Meersman, Klaas Lodewyck en Johan Vansummeren zijn enkelen die meer ‘geluk’ hadden. Tijdens hun wielercarrière stelden specialisten hartritmestoornissen vast. Zij hingen hun fiets aan de haak, Daan en Michael hadden die keuze niet. Profwielrenners lopen een groter risico op hartproblemen.

‘Zoals roken een risico vormt voor longkanker, is intensief duursporten een risicofactor voor het ontwikkelen van hartritmestoornissen.

Wielrennen is een uithoudingssport met veel explosiviteit: renners trekken op na elke bocht, plaatsen af en toe een stevige demarrage en sprinten zich op het einde van de koers doorheen hun pijngrens. Het hart moet gedurende vele uren grote volumes rondpompen, waardoor er een toename is van de wandspanning en de elektrische beschadiging. Daardoor kunnen ritmestoornissen gemakkelijker optreden. Cardioloog Johan Van Lierde, gespecialiseerd in het effect van sport op het hart, was in de jaren ’90 de eerste in België die zei dat topsport schadelijk is voor de hartspier: ‘Zoals roken een risico vormt voor longkanker, is intensief duursporten een risicofactor voor het ontwikkelen van hartritmestoornissen.’

Het wielerpeloton heeft een fantastische fysieke conditie, maar een slechte gezondheid.

Elke specialist is het erover eens: topsport, bij uitstek profwielrennen, is niet gezond. Het peloton wacht op niemand, terwijl bijvoorbeeld een marathonloper een eigen tempo kan uitkiezen. Wielrennen nodigt uit om het lichaam te forceren. De sterksten leggen het tempo op en de zwakkere renners rijden zich volledig leeg om toch maar te kunnen blijven volgen. Of zoals Van Lierde het zegt: ‘Het wielerpeloton heeft een fantastische fysieke conditie, maar een slechte gezondheid.’ De wedstrijden zijn lang en zwaar. De profrenners kregen dit jaar in de Ronde van Vlaanderen maar liefst 264,7 kilometer en 18 hellingen te verduren. Straks gaat ook opnieuw le Tour de France van start, een sufferfest waarbij de renners na drie weken en 3351 kilometer uitgeteld over de streep in Parijs zullen bollen. En dan praten we nog niet over de vele trainingen.

Jonge profs die 80 koersen rijden, zijn na hun eerste jaar onmiddellijk uitgeblust. Dat kan niet de bedoeling zijn.

Té veel en té zwaar kan nooit goed zijn. Bij de profs zijn er twee opties: ofwel blink je ergens in uit en maak je kans om wedstrijden te winnen, ofwel ben je gewoon heel goed en krijg je een helpersfunctie. Een tussenweg is er niet. Het is belangrijk om zo snel mogelijk te beslissen welk profiel je als renner hebt en daar vooral geen fouten in te maken. Jonge profs die 80 koersen rijden, zijn na hun eerste jaar onmiddellijk uitgeblust. Dat kan niet de bedoeling zijn. ‘Vergeet niet: gematigd sporten is gezond. Als sport je werk wordt, zoals bij profwielrenners, is het echter een ander verhaal’, benadrukt cardioloog Jan Vercammen.

Het wielrennershart ondergaat de intensieve inspanning en past zich aan. Het hart wordt groter én sterker. De rechterkamer van ons hart is echter minder sterk, waardoor het meer afziet. Kris Van der Mieren, sportarts bij Belgian Cycling, ziet hierbij de belangrijkste oorzaak van plotse hartdood bij topsporters: ‘Een stukje van de hartspier kan op abnormale wijze verdikken of vergroten, waardoor het hart tijdens een inspanning onvoldoende bloed naar de organen en spieren stuwt. Dat leidt uiteindelijk tot hartstilstand.’ Bovendien fietsen renners dag na dag met een hoge bloeddruk.

‘Van plotse hartdoden bij wielrenners waarvan de oorzaak onduidelijk is, denken sommige specialisten aan de hartspierontstekingen.

Kon de dood van Michael en Daan voorkomen worden? Profwielrenners zijn van de meest gecontroleerde topsporters. Elk jaar moeten wielrenners een hartscreening laten uitvoeren om eventuele aangeboren of niet-aangeboren hartafwijkingen vast te stellen. De feiten tonen ons dat specialisten jammer genoeg niet alles kunnen opsporen. Voorlopig toch nog niet.

Niets doen is geen optie. Dat vindt ook Van der Mieren: ‘Er loopt op dit moment een onderzoek waarbij het hart van enkele topsporters gedurende twintig jaar gevolgd wordt. Michael Goolaerts nam deel aan de studie.’ Van plotse hartdoden bij wielrenners waarvan de oorzaak onduidelijk is, denken sommige specialisten aan de hartspierontstekingen. Griep kan zich bijvoorbeeld op de hartspier zetten. Als een wielrenner dan toch gaat fietsen, is dat niet veilig. Helaas hebben specialisten op dit moment weinig vat op de hartspierontstekingen. Van doping is er in de recente cases geen sprake. Dopingcontroles zijn vandaag zo strak, dat het veel moeilijker is om de boel te manipuleren.

Het spektakel lijkt soms belangrijker dan het leven van een wielrenner.

Het spektakel lijkt soms belangrijker dan het leven van een wielrenner. Geen kat zou komen kijken als renners hand in hand over de finish zouden rijden. Mensen kijken op naar profwielrenners, omdat ze net door het rood gaan en nooit opgeven. Een wielrenner kan bij wijze van spreken dertig keer sterven tijdens een koers, maar toch nog de kracht vinden om aan de staart van het peloton te blijven hangen. Het zijn halfgoden.

Die titel bracht Michael en Daan helaas niks goeds. Het wielrennen was hun leven, maar betekende ook hun dood. Over tien jaar zullen er dankzij studies misschien al andere verklaringen naar boven komen. Voorlopig moeten we er vrede mee nemen dat niet alles gevonden kan worden. Maar wat vaststaat, is dat profwielrenners zich geen hartprobleem kunnen permitteren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content