5 pittige vragen aan Yannis Anastasiou

De Griek Yannis Anastasiou, ex-spits van Anderlecht, is hoofdcoach van KV Kortrijk.

1. KV Kortrijk behaalde zeven op vijftien in zijn eerste vijf wedstrijden. Hoeveel punten op tien geeft u uzelf voor dat rendement en voor de manier waarop het gehaald werd?

‘Van bij het begin heb ik gezegd dat ik zeven à acht punten wilde halen uit de eerste vijf wedstrijden. Dat doel is nu dus bereikt. Ik wist dat het voor de jongens moeilijk zou worden om zich aan te passen aan een nieuwe trainer met nieuwe ideeën, een nieuw systeem en een nieuwe manier van spelen. Maar het idee erachter was toch al te zien op het veld, vond ik. Het spel was naar mijn gevoel al beter dan vorig seizoen en het jaar ervoor. Bij momenten speelden we goed voetbal met veel combinaties en veel beweging. Natuurlijk, een aantal spelers zijn pas laat bij de selectie gekomen. Dat maakte het begin moeilijker dan als je meteen met een complete groep aan iets nieuws kunt werken. Stap voor stap groeien we.

‘Het grote werkpunt is de focus, maar dat is niet alleen bij KV Kortrijk het geval. Het lijkt mij tot nu toe een beetje eigen aan het spel in deze competitie. Ik zag al veel wedstrijden en het valt mij op dat er weinig concentratie is. Daardoor worden er te snel te veel fouten gemaakt, bijvoorbeeld in omschakelingsmomenten. Misschien is dat leuk voor het publiek, als het tempo te hoog ligt en er zoveel balverlies is, maar niet voor een trainer. Ik wil dat mijn team meer in balans is, stabieler is. Dat het minder onnodige fouten maakt en niet zo makkelijk de bal weggeeft, want zo breng je jezelf alleen maar in moeilijke situaties. Ons doel is dus om dat te verbeteren en te voorkomen.’

2. Hebt u al een idee van de intrinsieke waarde van uw ploeg in verhouding tot de rest van de competitie? Op welke plaats moet KV Kortrijk dit seizoen kunnen eindigen?

‘Neen, dat weet ik niet. Het seizoen is nog lang en tot nu toe kan ik niet anders zeggen dan dat het een rare competitie is. Kleine ploegen winnen makkelijk van grote ploegen en zeker in het begin van het seizoen is dat raar. Voor mij is het belangrijk dat wij stabieler worden, dat we vanuit een duidelijke structuur zoveel mogelijk punten halen. We zijn van niemand bang, maar die domme foutjes moeten eruit. Dat ligt aan ons en niet aan de tegenstander.’

3. Vorig seizoen werkte u bij Roda JC in de Eredivisie: wat ervaart u als het grootste verschil tussen de Nederlandse en de Belgische competitie?

‘Ik vind het spel in Nederland meer… technisch, meer… tactisch ook. Het wordt er meer bepaald door de individuele kwaliteit en het gogme. Hier is het spel meer… fysiek, er zijn meer duels en het spel is ook vrij open. Dat maakt dat er vaak minder balans is tussen aanvallen en verdedigen. Ik vind de Belgische competitie de voorbije jaren wel gegroeid, ik zie goeie dingen, maar zoals ik al zei: de focus is een groot werkpunt. Ik zie veel spelers die overal naartoe willen lopen, die achter de bal lopen, maar… hoe en wanneer ze druk moeten zetten, lijken ze niet zo goed te weten. Het is een kwestie van training, scherpte en de juiste keuzes maken, maar ook van communicatie.’

4. Club Brugge werd door AEK Athene uit de poulefase van de Europe League gehouden en noemde het een schande dat het door zo’n ploeg was uitgeschakeld. Wat vindt u, in België werkzame Griek, daarvan?

‘Ik vind die opmerking onterecht. Achteraf bekeken was AEK gewoon de beste ploeg. Ik vind dat Club Brugge meer in de spiegel moet kijken: misschien overschatten ze zichzelf wel en/of onderschatten ze de tegenstander.’

5. Zondag is er in Piraeus de WK-kwalificatiewedstrijd Griekenland-België: de Rode Duivels zullen er toch ook niet op hun bek gaan?

‘Dat is toch een andere wedstrijd. Op papier beschikt België over meer kwaliteit en ook hun uitgangspositie in het klassement is beter, maar op het veld kan dat anders zijn. Al verwacht ik toch dat het voor de Grieken moeilijk wordt.’