Achter de schermen: waarom Balikwisha niet voor Club koos en dreigde met de wet van 1978

© BELGAIMAGE
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

De Standardspeler gebruikte de zogenaamde ‘wet van 1978’ om een einde te maken aan zijn contract bij de Rouches. Een verhaal van tegengestelde belangen.

Alles leek aanvankelijk vlot te zullen verlopen. In de eerste dagen van het nieuwe jaar toonde Club Brugge interesse. Die werd wat later concreet gemaakt via een bod ter waarde van een bedrag dat gelijkaardig was aan hetgeen blauw-zwart voor Noa Lang had uitgegeven. Het dient gezegd dat Michel-Ange Balikwisha (20) niet alleen indrukwekkende statistieken kon voorleggen voor een eerste seizoen op het hoogste niveau (9 goals), maar ook charmeerde door zijn modern profiel: zowel intelligente loopacties als rushes met een hoge intensiteit. Het is geen toeval dat ook scouts van de Red Bullstal hem de voorbije maanden in het oog hielden.

De verkoop van een van de Luikse lichtpuntjes van het afgelopen seizoen is op sportief vlak niet zo prettig, maar de verwachte deal met de landskampioen zou wel financieel heilzaam zijn voor Standard, dat op zoek is naar centen voor het zich op de transfermarkt kan begeven. Aan de ene kant wekt de verkoop van een goudhaantje aan de concurrentie de onaangename indruk dat Standard de tweede viool gaat spelen in eerste klasse, aan de andere kant is het onmogelijk om te verzaken aan de zeven miljoen euro die Club op tafel legt. Alles leek dus in kannen en kruiken…

Wet van ’78

Tot de tussenkomst van Didier Frenay, de makelaar van de speler, die er aanstoot aan neemt dat de deal tussen de clubs achter zijn rug werd gesloten. Omdat hij goed bekend is bij Wolfsburg, waar hij eerder Landry Dimata naartoe bracht, droomt de makelaar ervan om voor zijn poulain van Standard de poort naar Duitsland te openen. Hij krijgt evenwel geen enkel bod uit het buitenland. Uiteindelijk komt hij bij Standard aandraven met een bod van Antwerp. Eerst 4 miljoen en na de Luikse weigering 4,5 miljoen. Aan de oevers van de Maas is men verbaasd dat het tweede Antwerpse bod onmiddellijk door Frenay zelf wordt uitgebracht. Hij heeft in dit dossier kennelijk een mandaat van de club en niet meer van de speler zelf. Enkele uren na de tweede njet van Bruno Venanzi dreigt Balikwisha ermee de wet van ’78 te activeren.

Die procedure wordt vaak gezien als een dreigement of een manier om druk op de ketel te zetten, maar het gebeurt zelden dat men ermee doorgaat tot het eind. Concreet betekent het dat een speler onder zijn contract onderuit kan komen als hij de som betaalt die hij volgens dat contract zelf nog als salaris zou ontvangen. In het geval van de jongste van de broers Balikwisha gaat het bij benadering om slechts 300.000 euro. De speler had sinds zijn profdebuut immers geen opslag gekregen en ontving dus nog altijd het salaris dat de jongeren van de Académie krijgen wanneer ze een profcontract tekenen. Vanaf daar lopen de versies uiteen: in het kamp van de speler betreurt men dat het Luikse bestuur nooit is ingegaan op hun vraag om het contract te herzien, terwijl het bestuur zelf beweert dat de speler of zijn makelaar nooit gevraagd hebben om daarover te onderhandelen.

Gentlemen’s agreement

De uitkomst die uiteindelijk geboden werd aan het dossier, redt zowel de meubels van het Belgisch voetbal als de schatkist van Standard, dat uiteindelijk meer dan zes miljoen euro beurt voor een speler die twaalf maanden geleden nog een onbekende was bij het brede publiek.

Wettelijk gezien had Antwerp het jonge talent gratis kunnen overnemen. Er is echter een gentlemen’s agreement waarin de clubs van de Pro League elkaar beloven om zoiets niet te doen. Net na de aankondiging had Standard trouwens al aan de Pro League laten weten dat een overstap van Balikwisha naar de Bosuil via de wet van ’78 een gevaarlijk precedent zou scheppen. De Belgische markt zou dan een jungle worden. Zo zou een club een speler ertoe kunnen aanzetten om zijn contract te verbreken, hem aldus gratis over te nemen en vervolgens te verkopen naar het buitenland (tenminste als dat manoeuvre zou afgerond worden voor 30 juni, op straffe van boetes voor het seizoen dat administratief gezien begint op 1 juli).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content