Albert: ‘Preud’homme verdient een plek in het pantheon van het Belgische voetbal’

© AFP
Pierre Danvoye
Pierre Danvoye Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Op 10 augustus viert Philippe Albert zijn vijftigste verjaardag. Sport/Voetbalmagazine overliep met hem vijftig thema’s, namen en evenementen. Een kleine greep uit het parcours van The Prince.

Lei Clijsters

PHILIPPE ALBERT: Wat KV Mechelen indertijd presteerde, had het aan vier personen te danken: John Cordier, Aad de Mos, Michel Preud’homme en Lei Clijsters. Een echte leider, op en naast het veld. Een brok oerkracht. Op voetbalvlak ook ver vooruit op zijn tijd. Als ik over hem praat, krijg ik nog altijd kippenvel.”

Michel Preud’homme

ALBERT: Hij verdient een standbeeld in het pantheon van het Belgische voetbal. Ondervraag al zijn ex-ploegmaats of de spelers die onder hem werkten: nooit zal je een negatief geluid horen. Alles wat hij in handen neemt, verandert in goud. Een magiër. Dat was Michel al als doelman en dat is hij nu ook als trainer. Een geboren winnaar: na een nederlaag wordt hij zot. Telkens als ik kritiek hoor op zijn gedrag langs de zijlijn, heb ik slechts één antwoord: kijk naar zijn palmares.”

Georges Leekens

ALBERT: Ik heb hem één seizoen als trainer gekend bij KV Mechelen en later bij de nationale ploeg. Als mens respecteer ik hem, maar niet als trainer. Zijn gedrag, arrogantie, discours, hoe hij zichzelf verkoopt… Ik ben bij de Rode Duivels gestopt vanwege hem. Details kan en wil ik niet vrijgeven – het is nogal complex.”

Alan Shearer

ALBERT: Een eer om met zo’n spits samen te spelen. Tijdens de wedstrijd een monster, iemand die nooit afliet. Maar tijdens de week moest je hem niet te veel vragen. Faustino Asprilla en David Ginola waren ook zo.”

Wedstrijdvoorbereiding in Engeland

ALBERT: Wanneer we met Newcastle thuis speelden, moesten we pas om 13.30 uur op de club zijn als de match startte om 15 uur. In het begin trok ik grote ogen. Met Peruzovic bij Anderlecht moesten we zelfs op afzondering voor onze thuismatchen. En dan de tactische briefing van Keegan: zijn assistent gaf een korte samenvatting van de afspraken bij stilstaande fases en dat was het dan. Elke ploeg speelde toch in 4-4-2, dus vond Keegan het overbodig om daar lang bij stil te staan. Hij vertrok ook altijd vanuit de gedachte dat we dominant zouden zijn.”

Kurt Röthlisberger

ALBERT: De ref tegen Duitsland, op het WK ’94. Ze hebben mij na affluiten met vier man moeten tegenhouden. Ik wilde hem echt slaan. Zo in de zak gezet worden… In de kleedkamer ben ik als een wildeman tekeergegaan. Ik werd er gek van dat iedereen zo rustig bleef.”

Lees de overige anekdotes van Philippe Albert in onze Plus-zone of in Sport/Voetbalmagazine van woensdag 2 augustus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content