Albert Stuivenberg: ‘Ik blijf erbij: Genk en ik pasten goed bij elkaar’

© belgaimage - jasper jacobs
Alain Eliasy Journalist bij Sport/Voetbalmagazine

In Genk zal Albert Stuivenberg herinnerd worden als de man die met wisselend succes het hogeschoolvoetbal weer naar de Luminus Arena bracht. Anderhalf jaar na zijn ontslag bij Genk komt de Nederlander, nu assistent-trainer bij Wales, terug op zijn Limburgse periode.

‘Het verbaast mij niet dat er de laatste weken zoveel problemen zijn geweest met Alejandro Pozuelo.’ In het timbre van Albert Stuivenberg valt geen zweem van rancune of leedvermaak te bespeuren. De bekentenis van de Nederlander echoot in een van de foyers in het Van der Valk Hotel Eindhoven, maar verdampt vliegensvlug door het rumoer van de andere gasten. Zijn turbulente relatie met Pozuelo zou voer kunnen zijn voor een thriller. Maar mocht hij ooit een boek uitbrengen – de voorlopige werktitel is De voetbalfilosofie van Albert Stuivenberg – dan zou het eerder een samenraapsel zijn van nota’s die hij over de jaren heeft verzameld, zijn inzichten over teamprocessen en ideeën over de aanwervingsprocedure van trainers. ‘Ik verbaas mij er vaak over hoe een club en een coach bij elkaar zijn gekomen’, zegt Stuivenberg. ‘Vanuit mijn zienswijze moet een club zich eerst goed bewust zijn van zijn eigen DNA. Wie zijn we? Waar staan we voor? Waar willen we naartoe? Als je dat hebt afgebakend, kan je een profielschets maken van de trainer die je wil. Die man moet passen binnen de bedrijfscultuur. Je kan geen trainer halen omdat hij het elders ‘aardig’ heeft gedaan.’

Trossard heeft zich wél geschikt naar het topsportklimaat dat ik ingevoerd heb bij Genk.

Albert Stuivenberg

Achttien jaar na zijn eerste job als assistent-trainer bij RWDM onder Ariël Jacobs is Stuivenberg opnieuw aan de slag als T2. Deze keer heet zijn baas Ryan Giggs, de legende van Man U die sinds januari van vorig jaar bondscoach is van Wales. De twee leerden elkaar kennen op Carrington toen ze allebei assistent waren van Louis van Gaal. ‘In termen van voetbal spreken we dezelfde taal. Na ons ontslag bij United zijn we contact blijven houden. Een van de eerste dingen die hij deed toen hij aangesteld werd als bondscoach was mij bellen. Hij had bij een van zijn maten Paul Scholes, Nicky Butt, Phil Neville of Gary Neville kunnen aankloppen, maar hij koos voor mij. Uit onze Unitedperiode is gebleken dat hij mij honderd procent kan vertrouwen en dat mijn kwaliteiten goed aansluiten bij de zijne.’

Vertrouwen en loyauteit gaan hand in hand. Heb je je lot aan Giggs verbonden?

ALBERT STUIVENBERG: ‘Dat is zwart-witdenken. In eerste instantie mik je als assistent nooit op de job van de hoofdtrainer. Je moet elkaar versterken en niet verzwakken. Het is niet de bedoeling om een bedreiging te zijn voor elkaar. Weet je wat ik ook versta onder loyauteit? Binnenskamers in alle vrijheid je mening kunnen geven. Over de opstelling, de manier van spelen, conflicten, … Loyauteit betekent ook dat je hetzelfde zegt als de hoofdtrainer wanneer je de kleedkamerdeur dichttrekt. Zelfs al ben je het niet met hem eens.’

Je bent bij Wales opnieuw assistent en in het verleden was je vooral in de jeugdwerking actief. Alleen bij Genk was je de hoofdtrainer. Heb je geen schrik dat iedereen jou ziet als de eeuwige assistent of jeugdtrainer?

STUIVENBERG: ‘Dat vind ik niet zo belangrijk. Ik heb de afgelopen 27 jaar in mijn verschillende functies alle facetten van het vak leren kennen. En mensen mogen weten dat ik ambitieus genoeg ben om nog ergens hoofdtrainer te worden. Intussen blijf ik mezelf ontwikkelen. Laatst moest ik een presentatie geven voor de opleiding Coaches Betaald Voetbal, de toekomstige trainers in Wales. Het ging over leiding geven en dat heeft mij gedwongen om mij te verdiepen in dat aspect van het trainerschap. Ik ken mijn valkuilen. Iedereen heeft die en je moet er op de juiste manier mee omgaan. Ik wil een betere assistent zijn dan bij United en ook een betere hoofdtrainer dan in Genk.’

AFGEREKEND OP DRAWS

Potentiële werkgevers zullen denken: Albert Stuivenberg heeft niet veel gewonnen. Behalve twee EK-overwinningen met de U17 van Nederland en de FA Cup met Manchester United als assistent oogt je palmares leeg.

STUIVENBERG: ‘Klopt. Maar als je als club een structuur wil installeren die naar succes moet leiden, dan kom je bij een type als ik. Dat hele proces begeleiden, dáár ben ik juist goed in. Ik heb de kwaliteiten om spelers te vervolmaken, het niveau van een team op te krikken en een elftal aantrekkelijk en herkenbaar voetbal te laten spelen. Ik ben er nog steeds van overtuigd, en dat klinkt misschien raar, dat Genk en ik bij elkaar passen.’

Je bedoelt dat Genk en jij de perfecte match waren?

STUIVENBERG: ‘Precies. Maar het management raakte in paniek door de resultaten, ze werden onrustig omdat ze dachten dat we play-off 1 zouden missen. Op zulke momenten heb je twee keuzes. Je gaat door omdat je een visie hebt uitgestippeld voor een welomschreven termijn. Of je laat je leiden door sentimenten. Emotie is een onderdeel van het spel – zeker bij de supporters. De dagelijkse leiding moet een doel vastleggen en een beleid kunnen voeren dat veel verder gaat dan morgen. Door die constructie met play-off 1 komen dat soort principes sneller onder druk te staan. Ik vind het spijtig dat ze bij Genk ongeduldig zijn geweest.’

Albert Stuivenberg: 'Pozuelo is een natuurtalent en is creatief begaafd. Dat soort mensen zijn niet altijd gemakkelijk in de omgang.'
Albert Stuivenberg: ‘Pozuelo is een natuurtalent en is creatief begaafd. Dat soort mensen zijn niet altijd gemakkelijk in de omgang.’© belgaimage – jasper jacobs

Met 24 zeges, 16 draws en 10 nederlagen oogt jouw balans bij Genk toch niet slecht?

STUIVENBERG: ‘Ik werd afgerekend op het aantal gelijke spelen. Heel vervelend, want ik ben geen gelijke-spelen-coach. Ik zou zomaar vijf gelijke spelen willen inruilen voor drie zeges en twee nederlagen. Dan zat ik mogelijk nog bij Genk. Het zat eigenlijk een beetje tegen: er waren de naweeën van het vorige seizoen waarin we 75 matchen hadden gespeeld, ik zat met langdurige geblesseerden en de kern was iets te smal.’

Twee maanden na je ontslag werden ex-CEO Patrick Janssens en jij in een krant omschreven als zielsverwanten. Janssens was wel de man die mee besliste over je ontslag.

STUIVENBERG: ‘De manier waarop Dimitri de Condé, Patrick Janssens en ik aan elkaar werden gekoppeld was een proces waar ik honderd procent achter stond. Het gebeurde niet op basis van één onderhoud zoals gebruikelijk is in het voetbal. De gemeenschappelijke doelen, de waarden en de opvattingen kwamen overeen. Daar was ik zo teleurgesteld dat we onze moeilijke periode niet hebben overleefd. Ik had meer steun verwacht en ik had gedacht dat we als trio sterker waren. We hadden een scenario klaarliggen ingeval het minder zou lopen. We waren overeengekomen dat we bij elkaar zouden blijven. Iedereen moet in de spiegel kijken – ook ik heb fouten gemaakt. Misschien ben ik te snel willen gaan met het doorvoeren van enkele hervormingen waar iedereen nochtans achter stond.’

In de zomer van 2018 heb je niet de spelers gekregen om de selectie op orde te krijgen.

STUIVENBERG: ‘Laat het mij zo zeggen: we hebben de namen van kandidaten overlopen en er is niemand gekomen die ik op dat moment wilde halen.’

PITTIGE DISCUSSIES

Als een trainer ontslagen wordt, komen allerlei verhalen naar boven. Jij had problemen met Pozuelo. Er was althans geen klik.

STUIVENBERG: ( droog) ‘We hadden een haat-liefdeverhouding. Er was respect tussen ons en we zijn professioneel met elkaar omgegaan. Maar voor hem was ik wellicht meer een trainer dan een vaderfiguur.’

Je zou ook kunnen zeggen dat jij Pozuelo niet aan het voetballen kreeg?

STUIVENBERG: ‘Ik ben het daar niet mee eens. Er zijn veel wedstrijden geweest waarin Pozuelo geweldig voetbalde. Pozuelo is een natuurtalent en is creatief begaafd. Dat soort mensen zijn niet altijd gemakkelijk in de omgang. Ik miste bij Pozuelo de natuurlijke drive om zichzelf te perfectioneren. Hij was eerder van het gemakzuchtige type. Ook op disciplinair vlak. Ik heb veel energie gestoken in onze relatie, maar onze denkbeelden kwamen regelmatig in botsing met elkaar. Hij had een andere beeld van een topsportcultuur dan ik. In mijn idee kom je elke dag naar de club om jezelf te verbeteren en daarmee je bijdrage te leveren aan het team. Daar is een bepaalde discipline voor nodig, die voor Pozuelo minder prioritair was.’

Jij legde hem te veel regeltjes op. Op het veld moest hij zich bezig houden met duizend en een voorschriften.

STUIVENBERG: ‘Dat vind ik overdreven… Ik ben een aanvallende coach en ik dacht juist in functie van Pozuelo. In welk systeem komt hij het beste tot zijn recht? Hoe gaan we verdedigen en wat is zijn rol in dat geval? Er was altijd overleg tussen ons, maar het ging mis wanneer hij de afspraken niet nakwam. Dat ging ten koste van het team en daar had ik een probleem mee.’

Malinovski had ook problemen met jouw werkwijze.

STUIVENBERG: ‘In mijn drive om elke speler beter te maken kan het zijn dat ik een of andere speler te veel gepusht heb. In een groep van 30 spelers is het ook logisch dat een aanpak bij een groot gedeelde werkt en bij de rest niet. Maar waarom wordt mijn relatie met andere jongens niet belicht? Ik weet dat Trossard het héél vervelend vond dat ik weg moest. Dat is ook zo’n speler met een gebruiksaanwijzing. Trossard heeft zich geschikt naar het topsportklimaat dat ik ingevoerd heb bij Genk. Daardoor is hij steeds beter gaan voetballen.’

HOLLE KRETEN

Je was twee weken geleden op vraag van je ex-club Manchester United op Old Trafford aanwezig voor de Champions Leaguematch tegen PSG. Ben je ook al terug geweest op Genk?

STUIVENBERG: ( schudt het hoofd) ‘Ik heb nog geen uitnodiging gekregen en ik heb er voorlopig geen behoefte aan. Het zou leuk zijn op sommige mensen terug te zien – met onder meer Jos Daerden, Guy Martens en Pierre Denier heb ik nog een zeer goede band – maar of dat op Genk moet gebeuren weet ik niet… Ik heb nog veel sympathie voor de club. Mijn verhaal bij Genk is slecht afgelopen door enkelingen. Met een beetje meer geduld hadden we nog successen behaald.’

In je vrije tijd pen je je voetbalvisie neer. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

STUIVENBERG: ‘Ik ben geen begenadigd schrijver als Hugo Borst. Ik probeer zoveel mogelijk alles bij te houden en mijn gedachten op papier te zetten. Er bestaan duizenden ideologieën. Mocht ik ooit een boek uitbrengen, dan wordt het een samenvatting van hoe ik voetbal zie.’

Wat zal er zeker in dat boek staan?

STUIVENBERG: ‘Ik geloof oprecht in de betrokkenheid van de spelers in het tot stand komen van een teamproces. Ik ben niet iemand die zegt: we gaan het zo doen en klaar. Spelers zijn een bouwsteen van het geheel en het is van belang dat ze een bijdrage leveren. Je moet hen uitdagen om zelf een antwoord te formuleren op enkele cruciale vragen. Hoe willen wij dat mensen ons zien? Wat moeten wij minimaal aan het publiek tonen als we op het veld staan? Zelfs bij een mindere match moest het voetbal van Genk bepaalde karakteristieken bevatten. Dat hebben we op papier gezet bij Genk.’

Je hebt de spelers van Genk destijds een soort manifest laten opstellen?

STUIVENBERG: ‘Tijdens de winterstage heb ik de spelers in groepjes ingedeeld. Ze hebben zelf mogen opschrijven hoe zij de identiteit van Genk zagen en wat het doel was voor het komende half jaar. Hun input was groot. Het resultaat was alleszins langer dan een A4’tje met een aantal kreten. Inspraak geven aan de spelers is essentieel. Anders knikken ze ja, zeker in het begin. Spelers moeten zich het verhaal toe-eigenen, en erin geloven, en dan zijn ze in staat om zich te overtreffen.’

‘Niet alle clubs passen bij mijn profiel’

Hoe groot is de kans dat we jou ooit terugzien in België?

ALBERT STUIVENBERG: ‘Zeg nooit nooit. Ik schrijf België zeker niet af, maar ik ben er mij van bewust dat niet alle clubs bij mijn profiel passen. Bij de besprekingen wil ik zeker zijn van een aantal zaken. Het bestuur moet geloven in een methode die tot resultaten leidt en voor mij gaat dat gepaard met aantrekkelijk voetbal. Alles draait om winnen, maar ik wil het publiek iets geven. En dat moet door de clubcultuur gedragen worden.’

In Belgische bestuurskamers wordt het buikgevoel vaak aangesproken om een beleid te voeren.

STUIVENBERG: ‘In Nederland worden ook beslissingen genomen waarvan ik denk: daar heeft emotie de bovenhand genomen. Maar het gebeurt toch minder frequent dan in België. Het is een van de aspecten waar het op zou kunnen afketsen.’

De voorbije maanden is je naam gevallen bij Anderlecht en Club Brugge. Zou je bij een van die twee clubs passen?

STUIVENBERG: ‘Dat kan je maar achterhalen als je met die clubs in gesprek gaat. Zowel Anderlecht als Club Brugge heeft een trainer. De vraag stelt zich dus niet.’

Heb je rechtstreeks contract gehad met Anderlecht? Of zijn er gesprekken geweest tussen de club en je makelaars?

STUIVENBERG: ‘Ik heb niet persoonlijk met Anderlecht gesproken.’

Je was wel op de hoogte.

STUIVENBERG: ‘Ik heb het vanop de achtergrond gevolgd…’

Kortom: je was kandidaat?

STUIVENBERG: ( ontwijkend) ‘Ik ben niet vergeten wat de voorzitter ( Peter Croonen, nvdr) zei bij mijn afscheid aan Genk. ‘Het zal niet lang duren voor andere Belgische clubs jou achterna zullen zitten. Iedereen is altijd heel positief over jou als ze hier op bezoek komen.’ Ik weet dat er na verloop van tijd een mooie uitdaging op mij zit te wachten als hoofdtrainer. En dat kan ook een Belgische club zijn.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content