Alexis Saelemaekers: ‘Ik ben geen dikkenek’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

Zijn verblijf in een privéschool, zijn zoektocht naar het geloof, de geheime agenda van Emilio Ferrera en het ontslag van Hein Vanhaezebrouck, de man die hem in eerste klasse lanceerde. Alexis Saelemaekers, de posterboy van Anderlecht, geeft zich voor het eerst helemaal bloot.

De vaste klanten van Les Jeux d’Hiver, een heel select restaurant en danstent in het Brusselse Ter Kamerenbos, kijken al lang niet meer op wanneer bij het ochtendgloren vanuit het niets twee schimmen tevoorschijn komen op het parkeerterrein. Het is de vaste ontmoetingsplaats van Alexis Saelemaekers en zijn mentor Jean-François Lenvain, voormalig hoofd van de sociale cel van Anderlecht, wanneer ze een duurloop houden. ‘Op mijn vrije dag ga ik graag lopen’, zegt Saelemaekers. ‘Voor mij is dat een vorm van ontspanning. Met een kwinkslag zegt Jean-François dat ik heel de nacht zou kunnen feesten in Les Jeux d’Hiver en daarna mijn roes kan uitslapen in de auto in afwachting van onze jogging.’

Mijn vader begreep vroeger niet waarom iemand anderhalf uur achter een bal wil lopen.

Alexis Saelemaekers

Met zijn outfit – een paar sneakers, een grijze sweatpant, opgetrokken broekspijpen en een hagelwitte t-shirt die nonchalant onder zijn sweater komt piepen – zondigt Saelemaekers tegen tal van moderegels. Maar flair heeft hij in overvloed. Zijn Brusselse flair op en naast het veld deden hem in geen tijd uitgroeien tot de nieuwe chouchou van het Astridpark. Zijn vrienden omschrijven hem als volgt: blank aan de buitenkant, maar zwart vanbinnen. ‘Ik heb altijd met de donkere spelers van mijn ploeg opgetrokken. Vraag mij niet waarom, maar het zijn jongens met wie ik dikwijls een goede feeling heb. Ik heb intussen hun manier van in het leven staan overgenomen.’

Het is dus geen toeval dat Albert Sambi Lokonga jouw beste vriend is op Anderlecht?

ALEXIS SAELEMAEKERS: ‘Vanaf de eerste ontmoeting zat het goed tussen ons. We zijn tegenpolen en net daarom vullen we elkaar perfect aan. Ik ben hyperactief en ik ben altijd op zoek naar actie. Ik handel eerst en pas daarna denk ik na. Albert is meer het bedachtzame type. Het lijkt alsof hij de hele tijd aan het reflecteren is. Onze families zijn stilaan ook naar elkaar toegegroeid. Met de feesten was het de bedoeling dat we samen Kerstmis zouden vieren, maar het is er niet van gekomen. Om maar te zeggen: ik beschouw Albert als een broer. Hij is de gast op wie ik kan rekenen in de kleedkamer. Ik geef hem tips en hij mij. Albert, die heel gelovig is, heeft van mij zelfs een praktiserende christen gemaakt.’

Hoe heeft hij jou zover gekregen?

SAELEMAEKERS: ‘Op tornooien of wanneer we bij elkaar bleven slapen, sprak hij mij aan over God. Van thuis uit heb ik geen religieuze opvoeding gekregen, maar langzamerhand begon ik de grote principes van de christelijke godsdienst te onderschrijven. Het discours van Albert over God sprak mij aan en hij heeft mij getoond hoe het geloof hem had geholpen om enkele zware momenten door te komen. Er bestaan geen slechte gelovigen, maar ik heb behoorlijk wat in te halen. Daarom ga ik regelmatig naar de kerk, lees ik de Bijbel, bid ik thuis op mijn eentje en probeer ik de zaken die Albert mij heeft aangeleerd in het echte leven om te zetten. Met mijn ouders hebben we nog niet gediscussieerd over mijn geloofsovertuiging, maar ik weet dat ze mijn keuze respecteren.’

STRENGE HAND

Jouw parcours en dat van Sambi Lokonga bij Anderlecht zijn haast identiek. Op Neerpede werden jullie aan de kant geschoven en daarna zijn jullie bijna gelijktijdig van de bank bij de U21 naar de Belgische top doorgestoten.

SAELEMAEKERS: ‘Bij de U17 zaten Albert en ik vaak samen op de bank. Van de trainers ( Thierry Verjans en René Peeters, nvdr) kregen we met wat geluk een invalbeurt van vijftien minuten. Toch zeiden we tegen elkaar: ooit staan we samen in het eerste elftal.’

De ommekeer kwam er met de komst van Emilio Ferrera bij de beloften.

SAELEMAEKERS: ‘Ik wil het debat niet verder aanzwengelen – er is in het verleden al genoeg controverse geweest – maar de komst van Emilio Ferrera is heilzaam geweest voor mij. Een paar trainers hadden mij al op rechts getest, maar ze zochten nog naar mijn beste positie. Het is Ferrera die mij als eerste liet blijken dat ik zijn vaste rechtsback zou worden en hij is daar niet meer van afgestapt. Ik had eindelijk een positie in het team waar ik mij op kon concentreren en dat heeft mijn leerproces versneld.’

Alexis Saelemaekers: 'Het is Emilio Ferrera die mij als eerste liet blijken dat ik zijn vaste rechtsback zou worden en hij is daar niet meer van afgestapt.'
Alexis Saelemaekers: ‘Het is Emilio Ferrera die mij als eerste liet blijken dat ik zijn vaste rechtsback zou worden en hij is daar niet meer van afgestapt.’© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Is hij tactisch zo sterk als iedereen zegt?

SAELEMAEKERS: ‘In een uur had ik meer van hem geleerd op tactisch vlak dan na enkele maanden onder een andere trainer. Hij voerde een systeem in dat we nog nooit hadden gezien. Toen we na twee maanden alles tot in de puntjes beheersten, speelden we fantastisch voetbal in de competitie. We staken erbovenuit, we klopten Genk met 5-0 en Standard met 3-0, en werden kampioen.’

Nochtans werden zijn methodes niet door al jouw ploegmaats gesmaakt?

SAELEMAEKERS: ‘Ik kon ertegen… Ik heb een coach nodig die mij vertrouwen geeft, maar niet constant op mij inpraat. Enerzijds moet ik voelen dat de coach in mij gelooft, anderzijds wil ik dat hij ingrijpt wanneer ik iets fout doe. Dat heeft Ferrera wat mij betreft voortreffelijk gedaan. Hij kent zijn vak. Er werd hem vaak verweten dat hij op menselijk vlak tekortschoot, maar bij de jeugd heb je een strenge hand nodig.’

Omdat jeugdspelers op Anderlecht te veel gepamperd worden…

SAELEMAEKERS: ‘Jeugdspelers staan bij Anderlecht te veel in de schijnwerpers. De club maakt het de jongeren iets te gemakkelijk. Elke jeugdspeler zou eerst bepaalde etappes moeten doorlopen voor hij een vorm van erkenning krijgt en dat is niet altijd het geval in Neerpede. Ferrera heeft ons een voor een uit onze comfortzone gehaald waar we ons met de medewerking van de club in genesteld hadden. Hij hield geen rekening met namen – iedereen moest van hem op het veld tonen dat hij het potentieel had om in eerste klasse te spelen. Het is mede door Ferrera dat Amuzu, Sambi Lokonga en nog anderen nu in de A-kern zitten. We moeten hem allemaal erkentelijk zijn.’

Ik wil niet door het leven gaan als iemand die zich beter waant dan een ander. Dat beeld wil ik omkeren.

Alexis Saelemaekers

CLEAN IMAGO

Op Anderlecht horen we dezelfde echo’s: Alexis heeft talent zat, maar het is iemand die snel gaat zweven. Je zit ook met een imago van pretentieus ventje. Waar komt dat vandaan?

SAELEMAEKERS: ‘Sommige noemen mij ook een dikkenek… Het heeft vooral te maken met mijn gestes op het veld. Een probleem dat ik al van jongs af meesleur. Mijn vader wordt er kwaad van, maar ik krijg het niet uit mijn spel gewist. Ik ga zo hard op in een match dat ik niet aan de gevolgen denk. Ik doe het niet bewust – het is een automatisme als ik geënerveerd ben – maar meestal zit ik op mezelf te vitten. Daarom vind ik het jammer dat mensen dat interpreteren als arrogantie.’

Herinner je je dat incident met Adrien Trebel? Met een wegwerpgebaar heb je toen duidelijk gemaakt wat je van zijn opmerking vond. Zoiets blijft hangen bij de mensen.

SAELEMAEKERS: ‘ Adrien is een van de kopmannen van de ploeg en hij heeft het recht om een speler terecht te wijzen. Maar als je voortdurend staat te roepen, dan kan je het zelfvertrouwen bij een speler wegnemen. Achteraf hebben wij het uitgepraat in de kleedkamer en Adri had begrip voor mijn standpunt. Het is een intelligente kerel en ik weet dat hij vooral op mij roept om mij te prikkelen. Maar zoals gezegd: soms gaat hij daar volgens mij iets te ver in. Los daarvan moet ik op een voetbalveld mijn gevoelens leren onderdrukken als het niet loopt zoals gepland. Er zijn mensen die mij helpen om mijn frustraties beter te kanaliseren.’

Je hecht dus veel belang aan je mentale gezondheid?

SAELEMAEKERS: ‘Ik weet dat ik soms kan overreageren. Ellen ( Schouppe, nvdr), de clubpsychologe, begeleidt mij bij het mentale en emotionele aspect van de job. Ik doe dat niet met de intentie om mijn karakter te veranderen. Wat voor mij telt, is dat ik een clean imago heb. Ik wil niet door het leven gaan als iemand die zich beter waant dan een ander. Dat beeld wil ik omkeren.’

Door je band met Anderlecht kan je toch weinig verkeerd doen bij de supporters?

SAELEMAEKERS: ‘Het is zeker een voordeel dat ik Brusselaar ben en sinds mijn twaalfde voor de club speel. Voor veel supporters ben ik het soort speler waar ze van dromen en daarom ben ik graag gezien. Maar ze hebben mij ook al uitgefloten. Er is een periode geweest dat de fans onbewust zaken van mij verwachtten die ik niet kon waarmaken. Het is niet de taak van een 19-jarige om een ploeg recht te houden.’

Het gebrek aan leiders en spelers met persoonlijkheid is al jaren een heikel punt op Anderlecht.

SAELEMAEKERS: ‘Ik zat vroeger in de tribune en ik keek met veel bewondering naar Biglia, Proto, Suárez, … Dat zijn spelers die respect afdwingen en daar zijn er niet genoeg van in deze kern. Ja, we hebben Kums en Trebel. Maar die waren om beurten geblesseerd en dan blijven er niet veel dragende spelers over. Je kan niet verwachten van Didilllon, die nog maar 23 is, dat hij de ploeg dirigeert.’

Alexis Saelemaekers: 'Mijn ouders wilden vermijden dat ik continu met voetbal in mijn hoofd zou zitten en de hele dag omringd zou zijn door voetballers.'
Alexis Saelemaekers: ‘Mijn ouders wilden vermijden dat ik continu met voetbal in mijn hoofd zou zitten en de hele dag omringd zou zijn door voetballers.’© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

DIPLOMA WETENSCHAPPEN-WISKUNDE

Jouw schoolparcours is atypisch. Spelers die meedraaien bij de Purple Talents volgen normaal les op een school in de buurt van Neerpede. Jij liep school in het hoog aangeschreven Frans Lyceum in Ukkel.

SAELEMAEKERS: ‘Mijn ouders werken allebei op het Frans Lyceum, mijn vader is er informaticus, mijn moeder boekhoudster. Om praktische redenen was het voor iedereen gemakkelijker dat ik daar ook schoolliep. Bovendien wilden mijn ouders dat hun kinderen de best mogelijke opleiding kregen. Ik neem het voorbeeld van mijn broer. Hij heeft ook op het Frans Lyceum gezeten, maar hij is moeten vertrekken omdat hij met bepaalde leerkrachten niet overeenkwam. Hij is op een gewone Belgische school les gaan volgen en zijn taalbeheersing van het Frans is veel beter dan bij de andere leerlingen. Het niveau ligt er dus hoog. Ik moest gelukkig niet veel blokken om de leerstof te verwerken. De laatste jaren waren zwaar, maar ik heb mijn bac scientifique, te vergelijken met een diploma wetenschappen-wiskunde, gehaald.’

Vanhaezebrouck heeft mij veel geholpen bij mijn ontwikkeling als voetballer.’ Alexis Saelemaekers

Klopt het dat Anderlecht je op een andere school wilde inschrijven?

SAELEMAEKERS: ( knikt) ‘Voor mijn ouders was dat onbespreekbaar. Ik moest van hen een klassiek schooltraject volgen en daarom wilden ze mij absoluut op het Frans Lyceum houden. Ze wilden ook vermijden dat ik continu met voetbal in mijn hoofd zou zitten en de hele dag omringd zou zijn door voetballers. Bij pubers kan dat een afstompend effect hebben. Ik vond het fijn om te jongleren tussen mijn thuisomgeving en mijn schoolmaten die totaal niet vertrouwd waren met voetbal. Bij deze moet ik mijn papa en mama bedanken. Zij hebben de juiste keuze gemaakt voor mijn carrière.’

Het is niet iedereen gegeven om op een privéschool te zitten. Besefte je dat je geprivilegieerd was?

SAELEMAEKERS: ‘We wisten dat we bevoorrecht waren in vergelijking met andere kinderen. En toch gedroeg iedereen zich normaal. Het is pas na verloop van tijd dat je ontdekt dat jouw maat de zoon is van een prins, de ambassadeur van Marokko of een hooggeplaatst kaderlid van een multinational. De vader van een van mijn beste vrienden is een topman bij BNP Paribas Fortis. Ik kom vaak bij hem over de vloer en ik vind het boeiend om te zien dat zij aan de keukentafel praten over economie, het zakenleven en het beleid van ons land.’

Bij de familie Saelemaekers werd er vroeger zeker niet over voetbal gesproken. Jij komt niet uit een voetbalnest.

SAELEMAEKERS: ‘Mijn vader heeft nooit gevoetbald en hij begreep niet waarom een normaal mens gedurende anderhalf uur achter een bal zou willen lopen. Voor hem was dat onbegrijpbaar. Mijn grote broer heeft voetbal geïntroduceerd in ons gezin. Hij begon bij Alsemberg en toen hij een jaar of dertien was werd hij door AZ Alkmaar en andere Nederlandse clubs gevraagd. Aangezien hij het niet zo goed deed op school en mijn vader niets met voetbal had, mocht mijn broer niet gaan. Hij moest zijn focus verleggen naar zijn studies. Na twee kruisbandletsels is hij moeten stoppen. Jaren later, hij was twintig en ik tien jaar, kwam hij doodleuk thuis vertellen dat hij zich met een aantal vrienden had ingeschreven bij Ittre. Ik was al lang aan het zeuren om te mogen voetballen en dankzij mijn broer gaf mijn vader toch toe. Voor hem zou voetbal een manier zijn om Nederlands te leren. Ik wilde naar Rhodienne-De Hoek gaan, maar mijn pa stuurde mij naar Beersel-Drogenbos. Het grappige is: bij Beersel-Drogenbos kwam ik in een overwegend Franstalige groep terecht, terwijl de Nederlandstalige voetballertjes eerder voor Rhodienne-De Hoek kozen.’

Je was al elf jaar toen je officieel in clubverband begon te voetballen. Is dat niet aan de late kant?

SAELEMAEKERS: ‘Er zijn gastjes die op hun zevende lid worden van een club, een jaar later op de bank zitten, en snel een degout krijgen van het voetbal. Ik ben er later bijgekomen en ik had veel honger. Ik moet toegeven dat alle puzzelstukken heel snel in elkaar vielen. In geen tijd werd ik opgeroepen voor de Brabantse selectie en daar heeft Anderlecht mij opgemerkt. Die selectie is héél belangrijk want Anderlecht kan onmogelijk een scout sturen naar alle kleine clubs in Vlaams-Brabant. De Brabantse selectie heeft mijn carrière gelanceerd.’

‘Het onbegrip tussen Vanhaezebrouck en de groep zag je terug op het veld’

Tijdens de winterstage in Spanje hebben jullie kennisgemaakt met Fred Rutten. Wat is er onder hem veranderd?

ALEXIS SAELEMAEKERS: ‘Een nieuwe coach betekent dat iedereen vanaf nul begint en dat was bij Rutten niet anders. Jongens die niet speelden, vliegen er opnieuw stevig in en dat heeft een positieve uitwerking op het niveau tijdens de trainingen. Rutten heeft ons van meet af aan ook een dosis vertrouwen gegeven – iets wat de voorbije maanden ontbrak – en dat uit zich in zijn aanpak. Bij hem draait het om resultaat. Maar het beste voorbeeld is zijn matchvoorbereiding. Hij zegt: we spelen vandaag zo. En hij legt ons uit hoe we de tegenstander moeten verslaan. Maar we voetballen niet meer in functie van de andere ploeg. In het verleden hielden we iets te veel rekening met hoe onze opponent zou spelen.’

Veel spelers hadden moeite met de vele opdrachten die ze van Vanhaezebrouck kregen in aanloop naar een wedstrijd. Legde hij te veel de nadruk op tactiek?

SAELEMAEKERS: ‘Hij had zijn ideeën en stapte er niet van af. Er ontstond verwarring tussen de spelers en de coach en dat zag je op het veld.’

Het was dus op tussen Vanhaezebrouck en de spelersgroep?

SAELEMAEKERS: ‘Een negatieve spiraal doorbreken doe je niet in een vingerknip. Dat lukt nog als het twee of drie matchen tegenzit, maar zeven matchen trek je niet zomaar recht. Je krijgt dan een situatie waarin elke speler begint te piekeren. Over zijn eigen capaciteiten. Over alles eigenlijk.’

Van Vanhaezebrouck wordt gezegd dat hij te weinig communiceerde met de groep.

SAELEMAEKERS: ‘Op dat vlak kan ik hem niets verwijten. Na een match nam hij mij soms apart en we analyseerden samen enkele spelfases. En ik was zeker niet de enige jonge speler met wie hij individuele wedstrijdbesprekingen hield. Voor mij was Vanhaezebrouck dus de ideale trainer om te debuteren in eerste klasse. Hij is een van de mensen die mij het meest heeft geholpen bij mijn ontwikkeling als voetballer.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content