‘Als Lukaku geen topper is, wie dan wel?’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

Komend weekend gaat de Jupiler Pro League weer van start met Geert De Vlieger als vaste analist in het programma ‘Sports Late Night’ op Vier. ‘Je moet voetbal zo wetenschappelijk mogelijk benaderen, maar altijd beseffen dat het een spel blijft dat alle kanten op kan.’

De garnaalkroketjes zijn lekker aan de kust, de zon schijnt en terwijl de meeuwen schreeuwen denkt Geert De Vlieger (45) na. De vraag was waar de 45-voudige international, WK-ganger én ooit Beste Belg in het Buitenland het komende seizoen het meest benieuwd naar is.

GEERT DE VLIEGER: ‘Naar hoe het Antwerp vergaat, en of Henry Onyekuru bij Anderlecht de lijn van bij Eupen kan doortrekken en de nieuwe topschutter wordt. Bij Antwerp verbaast het me dat ondanks de vroege promotie het sportieve verhaal zo laat ingevuld werd, terwijl je na zo’n vroege promotie toch verwachtte dat men daar eerder werk zou van maken. Maar je weet dat het in het voetbal snel anders kan gaan dan je vooraf inschat. Had ik hier vorig jaar op dit tijdstip voorspeld dat Frank Boeckx dé revelatie zou worden, dan had je eens flink met me gelachen. Ook zag het er een jaar geleden naar uit dat Club Brugge moeiteloos zijn titel zou verlengen, omdat AA Gent een bouwwerf was na het vertrek van de betere spelers en omdat bij Anderlecht alles vanaf de fundamenten opnieuw moest opgebouwd worden. Uiteindelijk liep het heel anders.’

Een van de opvallende vaststellingen afgelopen seizoen was dat er, om in jouw vakgebied te blijven, geen enkele keeper uitsprong.

DE VLIEGER: ‘De meest bepalende keeper was ook de meest onverwachte. Het mooie aan zo’n verhaal als dat van Boeckx is dat iemand met net zijn mindere technische kwaliteiten maar met zijn mentale sterkte zo’n prestatie neerzette, terwijl hij niets cadeau heeft gekregen.’

Wat leert het verhaal van Roef ons?

DE VLIEGER: ‘Dat het niet allemaal Thibaut Courtois zijn die vanaf het eerste jaar bij een topclub ook op topniveau presteren. Af en toe is het geen schande om een jaar in lager aangeschreven clubs ervaring op te doen. Ik vond het nuttig om op mijn achttiende met Beveren in tweede klasse te keepen. Dat maak je niet goed door een paar jaar als invallersdoelman op de bank bij een grote ploeg te zitten. Dat verwijt ik ook zo’n Sinan Bolat, die nu bij Antwerp aan de slag gaat.Toen we hem bij Standard interviewden, aasde hij er vooral op om zo snel mogelijk bij een grote club te tekenen, om dan eventueel uitgeleend te worden. Dan vraag ik me af in hoeverre zijn financiële ambitie geen rem is geweest op zijn sportieve ontwikkeling. Het verbaasde me ook dat hij het bij Club niet gemaakt heeft, terwijl dat voor alle partijen een win-winsituatie had moeten zijn. Maar ook daar ging het niet alleen om puur technische kwaliteiten, maar ook om de drang om er alles uit te halen. Ik heb niet het gevoel dat Bolat en ook Logan Bailly er alles hebben aan gedaan om er het maximum uit te halen.

‘Het verhaal van Boeckx en Roef leert dat naast puur technisch talent ook mentaliteit een kwaliteit is. Roef heeft ervaren dat het mentale bij een club als Anderlecht zwaar meespeelt. Dat er bij Anderlecht een groot verschil is tussen af en toe mogen invallen en een paar goeie matchen spelen én onder de lat staan in een ploeg die na twee gemiste titels absoluut kampioen moet worden.’

Een paar blunders werden hem zwaar aangerekend.

DE VLIEGER: ‘Dat kan elke keeper overkomen, maar als het tegenvalt, moet je het heel snel keren, met een paar sterke prestaties die resultaat opleveren. Op een bepaald moment is het niet meer voldoende dat je als keeper van Anderlecht niet echt in de fout gaat. Dan moet je iets speciaals doen, bijvoorbeeld een wereldsave die ook punten oplevert. Je mag twintig goeie ballen pakken, maar als je met één blunder punten verliest, blijft net dat hangen. Een keeper wordt afgerekend op wat verkeerd loopt, een spits op de dingen die goed gaan.

‘Het was vorig jaar overal iets met de keepers, zeker bij de topclubs. LudovicButelle had misschien net iets te weinig topniveau in zich om zijn goeie prestaties langer aan te houden. Jacob Rinne leek me dan weer bij Gent aan te komen met een air van: ik doe dat hier wel even. Lukt dat niet, dan moet je je honderd procent dubbelplooien om dat recht te trekken. Misschien was Gent een grotere club dan hij besefte. Enig lichtpunt bij de keepers was naast Boeckx Hendrik Van Crombrugge. Op zijn leeftijd (24 jaar, nvdr) is het voor een doelman belangrijk om te spelen. Een keeper wordt veel beter door matchen te spelen, niet door twee jaar bij een topclub op de bank te zitten en op een hoger niveau te trainen.’

De goal van Taument

Heeft René Weiler je bij Anderlecht verrast?

DE VLIEGER: ‘Ja. Anderlecht lijkt nu, net als Club vorig jaar, klaar voor een nieuwe titel. Dat heeft Weiler toch wel voor mekaar gekregen, door flink wat keuzes te maken, die hun nut blijken te hebben gehad.

‘Al heeft een trainer op het juiste moment ook wat meeval nodig. Voor ons tv-programma is mijn moment van het jaar de strafschop die Anderlecht tegen kreeg op Qabala, die eerst binnengaat, dan hernomen moet worden en gemist wordt. Gaat die bal binnen, dan ligt Weiler buiten en vinden we vandaag allemaal dat hij slecht gewerkt heeft. Dat is het dramatische voor een trainer, dat je van zulke momenten afhankelijk bent.’

Marc Degryse was heel streng voor het voetbal dat Weiler bracht. Jij hebt ook lang bij Anderlecht gezeten. Heeft Marc een punt?

DE VLIEGER: ‘Marc spreekt dan over zijn periode, toen Anderlecht zowat elk jaar kampioen werd, en dan vaak ook nog eens met mooi voetbal. Ik heb bij Anderlecht ook nog de tijd meegemaakt dat er tot de laatste speeldag moest geknokt worden om een Europees ticket, waarbij Gaston Taument in de laatste minuut op Beveren met een doelpunt dat ticket binnenhaalde. Ik kan je verzekeren: toen was de vereiste ook niet hoe we voetbalden, alleen zorgen dat we ons kwalificeerden, op welke manier dan ook. Als Anderlecht jaren de titel miste, heiligt het doel de middelen. Als ik van andere ploegen hoorde dat ze zo geen kampioen hadden willen worden, vraag ik me af: hebben die dan dit jaar zoveel meer laten zien? Soms deed het wel pijn aan de ogen, maar efficiëntie is in het hedendaagse voetbal wel heel belangrijk.’

Fantastisch beroep toch, analist: elke week een nieuwe kans op een nieuw verhaal. Heb je het daar niet moeilijk mee, dat de realiteit jouw verhaal snel onderuit kan halen?

DE VLIEGER: ‘Ik weet waarom ik daar zit: om mijn eigen ervaring als speler te vertalen voor wie het niet allemaal ziet gebeuren. Ik weet dat je 2-0 kan voorstaan op vijf minuten voor tijd en 2-3 kan verliezen. Met die gedachte in het achterhoofd moet je blijven de dingen zien. Voetbal is geen wetenschap, al moet je het wel wetenschappelijk benaderen. Maar je moet wel beseffen dat dat allemaal niets waard is als die penalty op Qabala er wél ingaat, en Weiler vliegt. Het enige wat je kan doen, is zo veel mogelijk toevalligheden eruit halen.’

Zou jij graag in de schoenen van Ivan Leko staan?

DE VLIEGER: ‘Sowieso niet. Onlangs haalde ik mijn doos met trainersdiploma’s nog eens boven. Die zal nog een tijdje onaangeroerd blijven staan. Ik heb indertijd Herman Van Holsbeeck vriendelijk bedankt voor het aanbod om keeperstrainer op Anderlecht te worden en daar sta ik meer dan ooit achter. Toen ik stopte als speler was het de bedoeling om het voetbal een jaar of twee van afstand te bekijken, maar zes jaar later stel ik vast dat het niet dichter komt, maar verder van me afdrijft. Ik besef goed dat als je trainer wil zijn, je van ’s morgens zes uur tot ’s avonds acht uur op de club moet zitten en je helemaal kunnen onderdompelen in de structuur van een club, wat ik als speler makkelijk kon opbrengen. Ik heb het losgelaten, winnen of verliezen. In Sint-Truiden op de bus stappen en naar Brugge terugrijden, wetende dat je verloren hebt, dat vond ik als speler heel erg. Precies door die toewijding heb ik het tot mijn 40e uitgehouden. Maar als trainer afhankelijk zijn van externe factoren, van drie spelers die je niet meekrijgt in je verhaal en met wie je toch door moet? Nee, bedankt!

‘Het laatste jaar bij Club gingen eens een paar spelers op stap wanneer het niet mocht waardoor de hele groep op zondagmorgen onvoorzien op afzondering moest, waardoor ik het communiefeest van mijn zoon miste. Gelukkig mocht ik van Adrie Koster in mijn Clubtraining nog naar de mis ’s ochtends, onderweg mijn pak aantrekken en dan weer gauw terug naar het hotel. Op zo’n moment bekijk je die paar spelers wel grimmig.’

Fan van play-offs

Heeft Philippe Clement het profiel om Waasland-Beveren te trainen?

DE VLIEGER: ‘Dat hij naar Beveren ging als hoofdtrainer, verraste me. Als je ziet dat StijnVreven er weg moet, toch een goeie trainer, weet je vooraf dat je daar met de waan van de dag zal moeten rekening houden. Met die afhankelijkheid moet je kunnen leven.’

Je hebt bij Zulte Waregem nog met Francky Dury gewerkt. Verbaast het je dat hij er nog steeds is?

DE VLIEGER: ‘Als Zulte Waregem vandaag nog was geweest zoals het was toen ik er speelde, zou hij er niet meer geweest zijn. De club is met hem meegegroeid.’

We hebben het nog niet over Standard gehad.

DE VLIEGER: ‘Het heeft me erg verbaasd dat die niet voor Peter Maes gegaan zijn.’

Omdat zijn Frans onvoldoende is?

DE VLIEGER: ‘Is het Frans van RicardoSá Pinto dan zoveel beter? Ik heb het gevoel dat bij Standard iemand heel dat sportief verhaal in handen moet nemen. Peter durft keuzes te maken en lijnen uit te stippelen.’

Misschien spelen daar andere belangen.

DE VLIEGER: ‘Als dat al het geval is, is het afgelopen jaar wel gebleken waar dat toe leidt.’

Los van Dury en Bolöni worden de trainers in eerste steeds jonger.

DE VLIEGER: ‘Zelfs Weiler is al een stuk jonger dan ik! Maar leeftijd speelt geen rol in die job. Je moet vooral een duidelijk plan hebben, en veel impact om mensen in je verhaal mee te krijgen. Wat Yves Vanderhaeghe bij Oostende doet, vind ik straf. Waar ik de draad losliet, heeft hij hem strakker aangehaald. Ik ben ook overtuigd dat dat de manier is om succes te hebben. Het is geen toeval dat AA Gent voor het eerst onder Hein Vanhaezebrouck kampioen wordt en dat Club na dertien jaar weer kampioen is geworden onder Michel Preud’homme.’

Stilaan komt er lof voor het eerst zo verguisde play-offsysteem. Wat is jouw mening?

DE VLIEGER: ‘Ik was er als speler al fan van, maar ik heb dan ook nooit in play-off 2 gevoetbald. (grijnst) Zo’n intense beleving van een aantal weken is gewoon leuk. Dat onze ploegen het Europees weer beter doen, komt omdat de topclubs voor Nieuwjaar wat punten mogen laten liggen. En het gaat tot het einde voor de meeste clubs om iets. Neem nu KV Mechelen: die strijden altijd mee tot de laatste snik. Zonder het play-offsysteem hadden die al jarenlang zoutloze seizoenen gespeeld.’

Eerste in het krachthonk

Het gonst weer van de geruchten en de recordbedragen in het Engelse topvoetbal. Waar is de tijd dat jij en Nico Vaesen zowat de enige Belgen waren in de Premier League?

DE VLIEGER: ‘Toen ik bij Manchester City zat, sprak ik eens onze scout aan die in het weekend door België reed, van Frankrijk naar Nederland en Duitsland. Behalve voor Anderlecht-Club Brugge stopte die in België alleen maar om te tanken. Ik heb nog de trofee van beste Belg in het buitenland staan. Ik speelde toen bij Willem II. Er waren te weinig talenten om het product Belgisch voetbal aantrekkelijk te maken. Later hebben een paar goeie jonge Belgen dat product Belgisch voetbal wel aantrekkelijk gemaakt. In die mate dat men nu heel veel spelers al heel jong haalt. Zouden CharlyMusonda Jr. en MathiasBossaerts niet al veel verder hebben gestaan als ze nog wat langer bij Anderlecht waren gebleven? Soms is een iets geleidelijker weg niet verkeerd.’

Wat heb jij als speler in Engeland geleerd?

DE VLIEGER: ‘Dat je in hoge mate zelf bepaalt of een carrière slaagt of niet. Als je als eerste wilde aankomen in het krachthonk, moest je al heel vroeg komen, en als je als laatste wilde vertrekken moest je er heel lang blijven. Die fantastische trainingscomplexen met alle beschikbare faciliteiten nodigen spelers ook uit om er heel lang te blijven. Je hoeft ’s middags niet gauw naar de stad om een broodje te halen. Ik bleef met plezier gebruikmaken van alle faciliteiten op het trainingscomplex, maar je moet er zelf voor kiezen, niets was verplicht. Als je om 10.30 uur trainde, en je kwam om 10.25 uur aan, was er niemand die je daar op aansprak, op voorwaarde dat je op tijd op het veld stond. Je werd daarin vrijgelaten, maar ze lieten je wel subtiel aanvoelen dat, als je niet goed voor jezelf zorgde, je verhaal in het Engelse voetbal niet lang zou duren. Ik ben stap voor stap beter geworden als doelman door hard te werken. Zo moet het ook, behalve als je Thibaut Courtois heet.’

Romelu Lukaku wordt er nu een echte topper. Of toch niet?

DE VLIEGER: ‘Wat me in zijn verhaal verbaast, is dat daar nog altijd zo veel twijfel bij bestaat. Als hij geen topper is, wie dan wel? Wie zegt dat hij alleen maar lopend kansen afdwingt of niet kan kaatsen, heeft de laatste jaren wel erg veel wedstrijden van hem gemist. Ik heb er héél veel gezien, en wat ik zag, vond ik heel sterk, zeker gezien zijn leeftijd. Wat ik zo mooi vind aan Lukaku, is zijn focus, zijn doel. Het gaat hem om prijzen winnen. Die mag nog tien keer meer kunnen verdienen in China, hij zal niet gaan. Ik denk niet dat Axel Witsel bij Bayern of Juventus voor een habbekrats had gevoetbald. Dan ben ik toch meer voor het type-Lukaku.’

DOOR GEERT FOUTRÉ – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Als trainer afhankelijk zijn van drie spelers die je niet meekrijgt in je verhaal en met wie je toch door moet? Nee, bedankt!’ Geert De Vlieger

‘Een Engelse scout stopte vroeger alleen maar in België voor Anderlecht-Club Brugge en om te tanken.’ Geert De Vlieger

‘Het verhaal van Boeckx en Roef leert dat naast puur technisch talent ook mentaliteit een kwaliteit is.’ Geert De Vlieger

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content