Amateurclub SV Anzegem: ‘Wij kennen onze plaats’

Nogal wat kleinere dorpen hebben een club in de nationale voetbalreeksen. Hoe doen die dat toch? Deze week: SV Anzegem, een West-Vlaamse nieuwkomer uit derde afdeling VV A.

‘Wij vormen eigenlijk een wat apart verhaal, niet alleen door onze kleinschaligheid’, opent Steven Verplancke zijn discours over de club met stamnummer 6122 die werd opgericht in 1959. De directeur van Basisschool De Toekomst in Avelgem (sinds 2003) is officieel al zes jaar gerechtigd correspondent van SV Anzegem. ‘Ik rolde er zelf puur toevallig in’, vertelt hij. ‘Ongeveer 25 jaar geleden begon ik aan mijn eerste lesopdracht in basisschool Het Bollenbos in Anzegem. Ik stond voor het vijfde leerjaar. Mijn leerlingen vroegen me om eens te komen kijken naar hun hobby. Nadien trok ik met de ouders nog naar de kantine, waar ik in gesprek geraakte met de toenmalige coach, Hedwig D’hondt, die ook jeugdcoördinator bleek. Hij zocht nog naar een trainer voor de U7, de duiveltjes. Die avond kreeg hij me warm voor dat project. (lacht) En ik bleef er hangen.

‘De liefde voor de club blijft ook bij mij na 20 jaar door de aderen stromen. Die gezellige sfeer, de ons-kent-onsmentaliteit, iedereen weet elkaars waarden te appreciëren. Nu zitten bij de jeugd bijvoorbeeld spelertjes waarvan ik de papa nog zag spelen in het eerste elftal, toen we nog in provinciale uitkwamen. Ik heb dus al wat generaties zien passeren. Ze keren allemaal terug naar het oude nest en staan graag aan de zijlijn. En alles een beetje volgens de typische West-Vlaamse kenmerken: bescheidenheid, nuchterheid en hard werken. Onze werking wordt gedragen door de helpende handen en inkomsten halen we uit het cafetariaverbruik, de sponsors en wat feestjes als extra. Zo’n zes keer per seizoen organiseren we een etentje, waar we zo’n tachtig tot honderd mensen aantrekken en ook de jeugdwerking levert grote inspanningen met een tornooi, een kalenderverkoop en nog veel meer.’

Onverwacht

In het seizoen 2017/18, toen de club halfweg voorlaatste stond in tweede provinciale, werd de hulp ingeroepen van Franky Dekenne. De ex-verdediger van SV Waregem bracht SV Anzegem naar een achtste plek. Na de eindronde via een tweede plaats volgde het jaar daarop zelfs een promotie richting eerste provinciale. En de gewezen libero loodste de West-Vlamingen zelfs naar een tweede stek na het ongenaakbare KSV Oostkamp, toen het seizoen 2019/20 door het coronavirus vroegtijdig werd afgesloten. Dekenne gaf de sportieve scepter door aan Fanny Schamp, die het succesverhaal verder zette.

Want SV Anzegem werd als beste tweede opgevist en steeg voor het in zijn clubgeschiedenis naar nationaal voetbal. ‘Als je die kans krijgt, moet je die grijpen’, vindt de gerechtigd correspondent. ‘We moesten zelfs met de bestuursploeg hiervoor niet speciaal samenkomen.’ Pas halfweg mei kregen ze telefonisch de bevestiging.

‘Twee opeenvolgende promoties, het gebeurde allemaal wat onverwacht. We hadden dit lang niet voor mogelijk gehouden, want eigenlijk was het onze ambitie een topper te zijn in eerste provinciale’, vervolgt Verplancke. ‘Omdat wij een kleine landelijke gemeente zijn van zo’n veertienduizend inwoners, met een aantal grotere steden in de buurt. Zij beschikken over meer ‘stevige’ voetbalteams, zoals KSV Oudenaarde, SV Zulte Waregem, KV Kortrijk en KRC Harelbeke. Financieel en qua sponsoring vissen we dus wat in dezelfde vijver, wat het allemaal niet zo evident maakt. Maar wij vinden dat je altijd het hoogste haalbare mag en moet nastreven. Als je voetbalt, ga je om te winnen. Ook al kent SV Anzegem goed zijn plaats. Wij kiezen als club heel bewust voor een spelersgroep met jonge talentvolle spelers, die we weghaalden bij Gullegem, Oudenaarde, Oostnieuwkerke, Ronse, Dadizele, Menen maar ook SV Zulte Waregem. Als kleine club zijn die nog betaalbaar voor ons. We moeten daar ook niet flauw over doen en die realiteit durven benoemen.’

Amateurclub SV Anzegem: 'Wij kennen onze plaats'
© SV Anzegem. Foto: Jens Vancauwenberghe

Aantrekkelijker

SV Anzegem telt ongeveer 225 jeugdspelers en in totaal zo’n 400 leden. ‘We werden door die opgang wel wat aantrekkelijker’, aldus Verplancke. ‘Zo hebben we een nationale belofteploeg opgericht en het opent natuurlijk wel een aantal deuren. We lieten onlangs een audit afnemen door Voetbal Vlaanderen voor onze jeugdwerking. Er zitten nog te weinig eigen talenten in onze A-kern en daar willen we op langere termijn mee aan de slag. Op één of twee seizoenen kunnen we de achterstand niet inhalen. Maar dat gat moeten we zeker dichtrijden. Van gewestelijk en provinciaal niveau meteen naar nationaal voetbal, het blijft uiteindelijk een flinke kloof.’

Het behoud zo snel mogelijk veiligstellen, is de opzet. ‘Handhaving stond altijd voorop’, beweert Verplancke. ‘Tiende of elfde eindigen, zou al mooi zijn. Echt vechten tegen de degradatie willen we liefst vermijden. Maar we merken dat onze jeugdigheid en de kleinste foutjes op dit hoger podium wel meteen worden afgestraft. In een aantal duels werd ons dit fataal.’

Aangepaste infrastructuur

De reeks waar SV Anzegem in werd ondergebracht, zorgt verder niet onmiddellijk voor grote publiekslokkers. ‘De geringe belangstelling is wel wat teleurstellend, ook al hadden we dit wel wat zien aankomen’, zegt de schooldirecteur. ‘Wij liggen in het zuiden van de provincie. Oostkamp en Torhout liggen als dichtste tegenstanders op een uurtje rijden. En Lochristi, bij Gent, is vermoedelijk de buur het kortste bij. Aangezien we heel wat teams uit Vlaams-Brabant treffen, moeten we een autocar voorzien. Buiten de ouders van de spelers volgen maar weinig fans. Onze vaste kern krijgen we niet snel mee, gezien de duur van de verplaatsingen. Mensen zien daar blijkbaar tegenop en dat is begrijpelijk. Qua betalende toeschouwers zitten we gemiddeld aan zestig personen. Bij uitduels zie ik jammer genoeg ook geen hogere aantallen; een massa volk blijft immers altijd leuk. De tijd van twee- tot driehonderd betalende fans is helaas al lang voorbij.’

In samenwerking met het gemeentebestuur werd sinds een drietal jaar het drie kavenstadion (een verwijzing naar kave, een schorsteen omdat er op het sportcomplex ooit enkele fabrieken stonden) uitgebreid met een aangepaste verlichting en een kunstgrasveld, naast de twee grasterreinen en de drie kleine veldjes voor 5v5-voetbal worden gebruikt. ‘Onze infrastructuur was nog niet echt voorzien op nationaal voetbal’, stelt Verplancke. ‘We hadden onvoldoende kleedkamers, vandaar dat er een aantal containerboxen aan werden toegevoegd. Zo kunnen we ook al onze jeugdteams daarin huisvesten, al blijft het elke week puzzelen en schakelen. Bovendien biedt ons dat de mogelijkheid om thuisduels op zaterdagavond af te werken.’

Op het vlak van infrastructuur staat er echter nog heel wat op ons verlanglijstje: ‘Een EHBO-lokaal, een vergaderruimte en als we op bezoek gaan bij ploegen met veel ervaring op nationaal niveau, dan trekken we grote ogen naar hun uitgebreide complexen (terreinen, zittribunes, ontvangstruimtes, kleedkamers, …). Ons werk is dus nog lang niet af’, besluit Verplancke.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content