Analyse: België – Japan, het failliet van een systeem

© BELGAIMAGE
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Uiteindelijk liep het nog allemaal goed af dankzij kracht en centimeters en de tactische flexibiliteit van de bondscoach, maar Japan legde maandagavond de kwetsbaarheid van de Duivelse aanpak bloot. Met het oog op een kwartfinale tegen Brazilië is er werk aan de organisatie.

De samoerai blues. Man, wat kwam die counter in de slotseconden hard aan bij Japan. Een mokerslag. Uitgeteld zegen ze neer, de elf die zo hard hadden gevochten voor elke bal. Het (slechts op papier) grotere verschil in talent hadden ze gecompenseerd met hart, strijdkracht en technisch vermogen. Want anders dan de Russen, die tegen de Spanjaarden een ijzeren gordijn optrokken en na een aartslelijke wedstrijd de tweevoudige wereldkampioen uit het toernooi knikkerden, voetbalde Japan leuk en bevrijd, met veel beweging en diepgang.

Elk op voorhand aangehaald pijnpunt van de Belgische aanpak, dat al twee jaar duidelijk is, legden ze bloot, Takashi Inui en Shinji Kagawa op kop. Een Duivel zei het in zijn ontgoocheling maandag nog eens duidelijk: ‘Elke keer blijkt het weer als we tegen een betere ploeg spelen.’ Afhaken, diep gaan, de ruimte op de Belgische flanken opzoekend, steeds een man meer vindend op het middenveld… Alles waarvan wij al de hele tijd dachten dat het de Belgen pijn kon doen, buiten de Japanners perfect uit: het gebrek aan snelheid op de linkerflank, de ruimte in de rug van Thomas Meunier, de overmacht waartegen Axel Witsel en Kevin De Bruyne moeten opboksen in balverlies als EdenHazard en/of Dries Mertens hun verdedigende werk iets verwaarlozen… Wat we schreven in dat stuk over de kansen van de Rode Duivels op dit toernooi, kwam allemaal uit. De Japanse bondscoach had zijn huiswerk goed gemaakt. Helaas voor hem kon hij één ding niet: op een paar weken tijd zijn manschappen een paar centimeters doen groeien en een paar kilo’s zwaarder maken. Hij vreesde er al voor tegen Senegal, maar het werd niet afgestraft. Hij vreesde er opnieuw voor tegen Polen, en toen ging Japan wel onderuit. En maandag gebeurde het opnieuw, toen Roberto Martínez halverwege de tweede helft overschakelde naar wat hij altijd al in zijn hoofd had zitten: plan B. Kracht en lengte. Jan Vertonghen, Marouane Fellaini en Nacer Chadli velden het vonnis. Uiteindelijk wel verdiend, bekeken over een hele wedstrijd. Maar de dromers van een stunt staan weer met beide voeten op de grond. Het wordt wat, vrijdagavond in Kazan. Ga er maar voor zitten. Met hopelijk wat meer Belgen in het stadion, want deze aantrekkelijke ploeg verdient hier in Rusland meer steun.

De Bruyne moest zich wel héél erg wegcijferen in dienst van het elftal.

Test

Toen we hem daags na de 5-2 tegen Tunesië vroegen of dat ‘vriendschappelijk’ duel tegen Engeland geen gemiste kans was, keek Roberto Martínez ons wat glimlachend aan. In een wedstrijd waarin voor geen van beide ploegen iets op het spel stond, had hij tegen een sterke tegenstander eens de deugdelijkheid van zijn aanpak kunnen testen. Daar zijn ze weer, zag je hem denken. Het gebeurde dan maar maandagavond.

Er zijn, in onze ogen, twee grote gebreken aan de 3-4-2-1 van Martínez. Eén, al vaak aangehaald: de ruimte in de rug van de twee flankaanvallers. Als je de bal hebt, is dat niet erg, maar heb je de bal niet of komt er een omschakeling, dan ben je kwetsbaar. Panama legde het één keer bloot, zonder gevolg. Tunesië niet, Engeland evenmin, hun gevaarlijkste prikken kwamen door het centrum. Japan deed het wél.

Uiteraard weet Martínez dat ook. Om het te vermijden, laat hij Yannick Carrasco én Meunier in balverlies vaak terugvallen, tot op de hoogte van de lijn AlderweireldKompany-Vertonghen. Dat deed hij ook al tegen Mexico in de vriendschappelijke interland, en we zagen waar dat toe leidde. ‘In oefenwedstrijden mag je experimenteren’, was het verweer toen. Een paar dagen later gebeurde het opnieuw tegen Japan, wedstrijd die uiteindelijk werd gewonnen dankzij… Nacer Chadli. Die ‘recidiveerde’ maandag.

De verdedigende lijn stond maandag vrij laag. Jan Vertonghen is niet meer van de snelste, Kompany tastte qua wedstrijdfitheid nog in het duister. Met Thomas Vermaelen kan de lijn hoger, maar die bleef op de bank. Het gevolg: Inui kon een paar keer dreigen in een één tegen één en Meunier had met YutoNagatomo de handen vol, maar uiteindelijk bleef voor de rust het grootste gevaar uit. En zelf hadden de Rode Duivels behoorlijk wat balbezit en toetsen op de helft van de tegenstander.

Waar België wél de slag verloor, zonder veel dreiging, was op het middenveld. In de hitte van Rostov renden Witsel en De Bruyne zich het pleuris, maar Kagawa stond altijd vrij, was altijd aanspeelbaar. In principe moeten Mertens en Hazard dan steun bieden, maar als die hun offensieve loopactie in de diepte maken, is dat ook hollen om terug te zijn. De Bruyne, deze keer links van Witsel, zag af en moest zich wel héél erg wegcijferen in dienst van het elftal. Zonde, gezien zijn offensieve kwaliteiten. Daardoor stond Romelu Lukaku ook te vaak geïsoleerd, of moest hij naar de flank uitwijken, waar hij niet gevaarlijk kon zijn. In balbezit vonden de Belgen dan weer géén ruimte, door de aanpak van Japan. Zoals gezegd: veel baltoetsen op de helft van de tegenstander, maar amper twee schoten op doel.

Pijnlijker werd het verdedigende failliet van het systeem blootgelegd in het openingskwartier na de rust. Op dit toernooi was dat tot nu toe het kwartier van de Rode Duivels, die voor deze wedstrijd drie van hun negen goals scoorden vlak na de pauze. Nu slikten ze er twee. Een eerste goal op een foutje van Vertonghen, toen de Rode Duivels open stonden, opbouwden via rechts, balverlies leden en werden gecounterd. Vertonghen miste zijn interceptie en de 0-1 volgde. Een tweede goal kwam er direct daarna, toen Witsel voor de verdediging werd uitgetikt door Kagawa en Inui. De Bruyne stond even toe te kijken hoe de nieuwe aanwinst van Betis met een afstandsschot Thibaut Courtois klopte. Daarop volgden een paar minuten van complete desorganisatie, de knock-out leek nabij.

Op het moment dat iedereen zich opmaakte voor de verlengingen, bevrijdde Nacer Chadli de Rode Duivels.
Op het moment dat iedereen zich opmaakte voor de verlengingen, bevrijdde Nacer Chadli de Rode Duivels.© BELGAIMAGE

Flexibiliteit

Tactische flexibiliteit, dat vroeg Martínez op dit toernooi. Het kwam er tegen Panama, met vier achterin kwam er meer evenwicht, met Mousa Dembélé meer balvastheid en controle op het middenveld. Er volgden kansen én doelpunten, De Bruyne ging hoger voetballen en kwam daar beter uit de verf, stuwend. Het hoefde niet tegen Tunesië, omdat de Noord-Afrikanen te veel fouten maakten aan de bal. Engeland was een ‘verloren’ match op dat vlak. Tegen Japan moest het wel en zagen we hetzelfde. Na de wissels gingen de Rode Duivels opnieuw met vier achterin spelen en nam Vertonghen de linksachterpositie voor zijn rekening. Naast Witsel kwam er opnieuw een andere man (dit keer Marouane Fellaini) om De Bruyne een rijtje hoger te laten spelen, met meer kracht en rendement.

In balbezit loopt alles nog wel, maar vooral de organisatie in balverlies moet beter.

Meer kracht was het beproefde recept dat Marc Wilmots vier jaar geleden ook al redde tegen Algerije. Gooi er Fellaini in en die doet de boel wel kantelen. Het gebeurde opnieuw. En dat Chadli zijn sterke invalbeurt bekroonde met een scherpe counter – dat kunnen de Belgen als geen ander – was een mooie kers op de taart. Martínez beweerde altijd dat zijn bank belangrijk zou zijn, en dat was ook zo. Adnan Januzaj deed tegen Engeland van zich spreken, Chadli tegen Japan. Tegen een moedig Japan werd een uitschakeling zo vermeden.

Het zou zuur hebben gesmaakt voor deze generatie, waarvan jongens als Kompany, Dembélé, Fellaini, Vertonghen, Vermaelen, Mertens en co aan een soort afscheidstournee bezig zijn. Vooral omdat zij allemaal de voorbije weken de lof hebben gezongen van het systeem en de pijnpunten telkens weer bewust verzwegen. Het heeft hen ook geholpen om hier indruk te maken: anders dan op de voorbije twee eindrondes wordt er nu wél gesproken over de Rode Duivels. Voor veel waarnemers werden ze steeds belangrijker als outsider. Allicht is dat beeld nu bijgesteld.

Hazard en Lukaku hebben zichzelf de voorbije weken veel druk opgelegd. Lukaku door te scoren, en in zijn voorgangersrol naast het veld, de trainer-spits, de leider en natuurlijke opvolger van Kompany. Hazard door de aanvoerdersband, de dribbels, de goals, de betrokkenheid. Dit moe(s)t hun toernooi worden. Het was tot maandagavond ook hun toernooi, van de 9 doelpunten die de Rode Duivels voor de aftrap van de match tegen Japan hier in Rusland al hadden gemaakt, kwamen er 7 van de aanvalslijn Mertens-Hazard-Lukaku. Van de 73 goals die voor die match onder het bewind van Martínez al werden gemaakt, kwamen er veertig van hen drie.

Tegen Japan bleef die aanvalslijn op zijn honger. Mertens voetbalde aardig in balbezit voor de rust, maar plooide weinig terug. Lukaku miste een paar kansen. Hazard trof de vuisten van Eiji Kawashima en bracht de goal van Fellaini aan. Maar het is duidelijk: als straks de wedstrijd tegen Brazilië moet worden aangepakt met meer kans op succes, zal een en ander moeten worden doorgepraat. In balbezit loopt alles nog wel, maar vooral de organisatie in balverlies moet beter. En de spelhervattingen, want die lijken voorlopig nergens op. Met allicht De Bruyne in een iets offensievere rol, en Fellaini en Chadli in de basis. Iets meer kracht, iets meer loopvermogen. Zo zat het al de hele tijd in het hoofd van de bondscoach, en zo schikte hij zijn troepen om in een dolle slotfase het tij te keren.

3 goals per match

De verwachte kwartfinale is er, de droomtegenstander ook. Je moet het deze groep spelers wel aangeven. Voor de derde keer op rij staan ze bij de beste acht in een toernooi. In Europa mocht meer worden verwacht, op wereldniveau is dat top. Nu is de volgende uitdaging eens een land uit de top vijf te kloppen. Vrijdag krijgen ze die kans.

Voor het eerst in de geschiedenis van het Belgische voetbal werd de eerste match in deze knock-outfase met rechtstreekse uitschakeling overleefd zonder verlengingen (dat moest nog wel vier jaar geleden tegen de VS, en 32 jaar geleden tegen de USSR). Logisch voor een land dat derde staat op de wereldranking. Niet zo logisch op een toernooi dat de gevestigde waarden op zijn kop zet. Nummer 1 (Duitsland) is eruit, nummer vier (Portugal) ook, net als nummer 5 (Argentinië), 8 (Polen) en 10 (Spanje). Nummer 9 (Chili) is er zelfs niet.

Rusland 2018 zet de gevestigde waarden op zijn kop, de top tien likt zijn wonden. Ei zo na moest België dat ook doen. Aan de andere kant van de tabel bereikt misschien/wellicht een land de finale dat er nog nooit stond, of Engeland zou zijn status van jonge outsider eer moeten aandoen. Lionel Messi, Cristiano Ronaldo, Thomas Müller, Mesut Özil en Andrés Iniesta zijn allemaal van het toneel verdwenen. Het is tijd voor nieuwe namen, nieuwe landen.

Of het nog de tijd is voor Kompany en co weten we vrijdagavond. Het verhaal kan nog mooi worden, het afscheid stijlvol. Spectaculair wordt het alleszins, Martínez reisde met een gemiddelde van 3 goals naar Rusland af en houdt dat pad hier strak aan: twaalf goals in vier wedstrijden. Gaat dat in Kazan ook lukken? Het voordeel van de alarmbel van Japan is: er is geen schade, tenzij wat minder zelfbewustzijn. Tegen Wales was die schade er wel, de kern bleek toen niet diep genoeg, de bank onvoldoende. Een paar goeie gesprekken en een nieuw strijdplan kan van dit WK in Rusland nog een zeer mooi afscheid maken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content