Analyse: het uitzonderlijke ruimtegevoel van Kevin De Bruyne

© BELGAIMAGE
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Kevin De Bruyne is na een seizoen vol blessureleed eindelijk terug om zijn rol als metronoom van de Rode Duivels op te nemen. Sport/Voetbalmagazine analyseert wat de spaceman uit Drongen zo speciaal maakt.

In een voetbal dat geleerd heeft om de ruimtes rond de backlijn dicht te stoppen, zijn de dribbelaars de koningen van de jungle geworden. Wat werkt er beter dan een slalom om één of twee tegenstanders in de wind te zetten en zo de vijandelijke stellingen uit verband te spelen.

De beweging creëert scheuren, ruimte en kansen, alles dus wat nodig is om het verschil te maken. Om te overleven in de lastigste zone van het veld is de schijnbeweging bijna onmisbaar. Het is dáár dat de tactische schema’s verdwijnen, op die plaats waar de overpeinzingen van de trainer veel ruimte laten voor het talent van de spelers.

Kevin De Bruyne is geen dribbelaar. Tijdens het vorige WK, waarop Eden Hazard mocht schitteren als slalomartiest (6,7 dribbels per wedstrijd), schakelde de man uit Drongen nauwelijks tegenstanders uit (0,8 dribbels per wedstrijd). Zo eindigde hij in de Russische zomer zelfs niet bij de beste honderd dribbelaars.

Op de Engelse velden zijn de statistieken amper beter: sinds het begin van het seizoen zit hij aan 1,3 dribbels per match. Dat zijn cijfers die normaal gezien alleen de afwerkers zich kunnen permitteren in de voorste dertig meter van het veld. Voor die instinctieve roofdieren volstaat het vaak om zich los te maken uit de dekking en de bal één keer goed te raken om het publiek te doen opveren. Maar De Bruyne is ook geen diepe spits …

De Belg heeft nochtans reflexen die aan een goalgetter doen denken, aangetrokken als hij is door het vijandelijke doel. Een kwaliteit die hij aanscherpte bij Wolfsburg, waar hij als tweede spits opereerde met de vrijheid om rond Bas Dost te cirkelen. Dat gevoel om op de juiste plaats te staan werd sterk ontwikkeld ter compensatie van zijn gebrek aan wendbaarheid met de bal aan de voet. Omdat hij weet dat hij enkele seconden nodig heeft om beter te zijn dan de anderen, heeft De Bruyne geleerd om die seconden te scheppen. Darwinisme aangepast aan het voetbal.

Erfgenaam van Beckham

‘Kevin heeft een buitengewoon gevoel voor openingen’, zei Dieter Hecking al, zijn coach bij Wolfsburg. ‘Hij geeft de indruk overal te zijn en slaagt er tegelijk in om zich te doen vergeten en dan op het juiste moment op te duiken.’ Een troef die Pep Guardiola benutte door De Bruyne op het middenveld te posteren als een soort rechtsbinnen, met de vrijheid om de centrale as te verlaten richting zijkant. Daar kan hij profiteren van de positie van vleugelspelers die tegen de lijn geplakt zijn om ruimte te vinden tussen de verticale lijnen van het verdedigende blok. Dankzij de raadgevingen van zijn coach, die erg nauwgezet is wat betreft de lichaamshouding bij het controleren van de bal, staat De Bruyne altijd goed om elke bal die hij krijgt in een doelkans om te zetten. Hij verliest nauwelijks tijd tussen het aannemen van de bal en het verzenden van een pass. Op die manier benut hij uitstekend de ruimte die hij voor zichzelf schept in een zone die nochtans even druk is als een stadscentrum tijdens het spitsuur.

‘Hij weet dat hij niet hoeft te dribbelen, want hij zal altijd ruimte vinden om kansen te creëren’, legt Jamie Redknapp uit op de pagina’s van de Daily Mail. De Engelse oud-international waagt zich aan een vergelijking waar ook Gary Neville al eens mee afkwam: ‘Hij doet me denken aan David Beckham.’

De Bruynes haarscherpe rechter, waarmee hij in één baltoets voorzetten kan versturen die onbereikbaar voor de doelman in de loop terechtkomen van Raheem Sterling of Sergio Agüero, doet onvermijdelijk denken aan beruchte voorzetgevers van over het Kanaal. Becks dus, of Steven Gerrard, die ook graag de bal tussen de linies op rechts kreeg om de nodige tijd en ruimte te hebben om een gemillimeterde center te versturen. Een beweging die het midden houdt tussen het instinct van een aanvaller en het oog van een spelmaker. In Het Laatste Nieuws vatte De Bruyne het na zijn twee fenomenale assists tegen Tottenham als volgt samen: ‘Soms zie ik het, soms weet ik het.’

Architect en roofdier

Als het dodelijke wapen van Marc Wilmots bereidde De Bruyne de weg naar Brazilië voor met zijn aanspeelbaarheid op de rechterflank, in de diepte of de breedte. Onder Roberto Martínez kreeg hij andere verantwoordelijkheden. Toen de bondscoach vaststelde dat het België nog ontbrak aan een metronoom op het middenveld bij balbezit, gebruikte hij daarvoor de meest rationele versie van zijn Citizen, degene die Guardiola ontwikkelde van zodra hij KDB in Manchester onder zijn hoede kreeg. Daar ging De Bruyne de bal ophalen uit de voeten van zijn centrale verdedigers, stak er het veld mee over, om hem vervolgens in ideale omstandigheden af te leveren bij zijn aanvallende ploegmaats.

Vervolgens wou Guardiola de kansen creërende machine die de Belg is recupereren. Daartoe paste hij de spelopbouw van de Skyblues aan. In de opbouwende fase plaatste hij een van de flankverdedigers vóór de verdediging, zodat De Bruyne een rij hoger kon blijven, daar waar zijn capaciteit om sneller dan een ander de bressen te spotten, het best vertaald werd naar het scorebord.

Omdat Martínez vindt dat er al voldoende aanvoer komt via de dribbels van Eden Hazard en de diepgang van Dries Mertens, ziet hij De Bruyne liever in een rol als architect van de combinaties. Daarbij heeft die de vrijheid om een één-tweetje op te zetten met zijn kapitein of om de hyperactieve Napolitaan in de diepte te sturen. Maar op de dag dat de Rode Duivels tegen het grote Brazilië stonden, hield De Bruyne op een minutieuze middenvelder te zijn en werd hij een roofdier van de grote ruimte. Samen met Eden Hazard en Romelu Lukaku stichtte hij brandjes in de rug van de Braziliaanse verdedigers. Maar in welke rol ook, zijn gevoel voor ruimte verdwijnt nooit. Op die bewuste dag vond De Bruyne die ruimte in zijn favoriete zone, rechts in de buurt van de grote rechthoek. Hij hoefde Marcelo zelfs niet uit te schakelen op weg naar het net van Alisson Becker. Waarom immers een dribbel wagen als je al de ruimte hebt uitgevonden.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content