Anderlecht heeft dringend geld nodig

© koen bauters
Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Het zakenmodel van Anderlecht, met de focus op spelershandel, is niet zonder risico’s. Dat blijkt uit een verhaal dat deze week in het weekblad Trends verschijnt.

Half september vorig jaar zetten de aandeelhouders van RSC Anderlecht de club te koop. Drie maanden later kregen de geïnteresseerden inzage in de boeken. ‘De club voerde de voorbije jaren een dramatisch beleid, een combinatie van financieel wanbeheer en sportieve ambitie’, zegt een bieder. ‘Anderlecht heeft zijn lot in de handen van spelersmakelaars gelegd. Zij hebben de club sportief gekaapt.’

Marc Coucke liet zich niet afschrikken door die vaststellingen, maar hij heeft werk op de plank. Niet alleen de spelerskern, ook het bedrijfsmodel van Anderlecht mag weleens onder de loep. In vergelijking met bijvoorbeeld Club Brugge en AA Gent voert Anderlecht een wel heel apart beleid.

De balans van Royal Sporting Club Anderlecht oogt op het eerste gezicht als een succesverhaal. In het seizoen 2016-2017 haalde de onderneming een record aan bedrijfsopbrengsten. Maar dat komt dus niet door de eigenlijke voetbalinkomsten. Die adrenalinestoot dankt de onderneming aan de balanspost ‘andere bedrijfsopbrengsten’. Die omvat vooral inkomsten uit de handel in spelers. In het boekjaar 2010-2011 was voetballen nog goed voor 81 procent van de bedrijfsopbrengsten. Nu is dat nog amper 42 procent, de rest komt van spelershandel.

In het boekjaar 2016-2017 stond de spelerswaarde voor circa vier vijfde van het balanstotaal van Anderlecht. Zakelijk leider Jo Van Biesbroeck noemt de spelershandel het groeimodel voor de club. ‘Wij willen een nieuwe inkomstenstroom opbouwen via uitgaande transfers. Maar dat heeft gevolgen: een hogere loonmassa en een groter risico. Je moet een hele werking opzetten voor de ontwikkeling van talenten.’

‘Ik noem dit een speculatief bedrijfsmodel’, zegt een criticus. ‘De balans evolueert zoals een hockeystick. Dit is toch geen management voor de langere termijn?’ Anderlecht wordt in elk geval niet rendabeler met dat beleid. De forse klim in bedrijfsopbrengsten vertaalt zich niet in een even forse bedrijfswinstklim. Wél in een sterke stijging van de bedrijfskosten. Dat komt ook door de sommen die betaald worden aan de makelaars die spelers begeleiden bij transfers. Een duidelijke winnaar van de spelershandel is Mogi Bayat, de belangrijkste voetbalmakelaar voor het Astridpark. Zijn makelaarsvennootschap haalt zelfs een grotere bedrijfswinst dan Anderlecht.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld Club Brugge of AA Gent heeft Anderlecht bijzonder weinig liquide middelen. Aan het einde van het boekjaar 2016-2017 had Anderlecht iets meer dan 390.000 euro in kas. En dat terwijl de club gemiddeld bijna 2 miljoen euro bedrijfskosten per week opsoupeert.

De club kreeg de voorbije jaren ook financiële hulp van de aandeelhouders. Aan het einde van het voorbije boekjaar stond 8,4 miljoen euro aan aandeelhoudersleningen op de balans. Zes miljoen euro gaf Alexandre Van Damme, de rest de familie Vanden Stock.

Hoewel ook andere voetbalclubs grotendeels leven van geld van hun bazen, maken critici zich zorgen over de geringe liquiditeit bij Anderlecht. ‘Deze club heeft dringend geld nodig’, merkte een biedende partij in december. ‘Anderlecht moet investeren, en deze keer niet in spelers die het dan weer wil verkopen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content