Filip Antoine De Graeve zal uiteindelijk slechts een kleine voetnoot zijn in de geschiedenis van de oudste voetbalclub van het land.
Filip Antoine De Graeve zal uiteindelijk slechts een kleine voetnoot zijn in de geschiedenis van de oudste voetbalclub van het land.
“Om juridische fouten te vermijden moesten wij wachten tot de deadline van 24 februari, alvorens we met een verklaring naar buiten konden komen”, aldus Jan Michel, niet langer dienstdoend, maar volwaardig voorzitter van Antwerp.
“Zoals we al langer wisten, kon De Graeve alleen maar ‘zeggeld’ voorleggen, een praktijk die blijkbaar eigen is aan het (Belgische) voetbal. Jammer is dat hij Antwerp zolang gegijzeld heeft gehouden.”
Vorige week verscheen De Graeve voor de correctionele rechtbank. Met twee Zwitsers, een Canadees en een Duitser stond hij terecht voor vier daden van oplichting, twintig aanklachten wegens valsheid in geschrifte en witwaspraktijken. Bij de feiten vallen paralellen op met zijn plannen met Antwerp.
Zijn werkwijze oogt eenvoudig: hij brengt een (fictief) bedrijf aan dat geld wil investeren in projecten. Zo ontfutselde hij Sogeti Belgium 2,5 miljoen euro, het Bulgaarse Luv Corporation één miljoen en Telindus 50.000 euro. Frank Marnefffe, advocaat van de burgerlijke partijen: “De zaak sleept al acht jaar aan door de manoevers van mijnheer De Graeve, die zichzelf als slachtoffer voordoet.” De rechtbank doet op 21 maart een uitspraak. De Graeve riskeert een effectieve celstraf van 5 jaar, 10 jaar beroepsverbod en een boete.
Wie Gunther Hofmans afraadde om met De Graeve zaken te doen is Paul Heylen, die naar eigen zeggen vorige week werd gedwongen zijn werkzaamheden bij RAFC te herschikken in een uitdoofscenario. Heylen (65 en eerder actief bij Lommel, Genk en Germinal Beerschot) vindt dat de club ter plaatse blijft trappelen.
“Ik koos anderhalf jaar geleden Antwerp boven Leuven omdat Jos Verhaegen mij absoluut wilde als algemeen directeur. Zes maanden vormde ik een echte tandem met Hofmans maar dan liep het mis. De onkosten van medewerkers, accommodaties en nutsvoorzieningen nemen onaanvaardbare proporties aan. Tot eind dit seizoen neem ik de organisatie van de horeca en catering van de thuiswedstrijden voor mijn rekening. Ik denk dat sommigen me liever kwijt dan rijk zijn.” (EM)
