Appeltjes van oranje: leven en werk van de 25 Nederlanders die ooit het Club Brugge-shirt droegen

© BELGAIMAGE
Chris Tetaert Vaste medewerker Sport/Voetbalmagazine

Rob Rensenbrink was de eerste, Kenneth Vermeer de (voorlopig) laatste. Leven en werk van de 25 Nederlanders die ooit het blauw-zwarte shirt droegen.

1969

Eddy Merckx wint zijn eerste Ronde van Vlaanderen én Tour de France. Koning Boudewijn opent de Kennedytunnel. Neil Armstrong zet voet op de maan. Bert en Ernie debuteren in de oorspronkelijke versie van Sesamstraat, The Beatles staan met Abbey Road maanden op nummer één en in Nederland publiceert Jan Wolkers zijn omstreden Turks Fruit.

Nico Rijnders zei altijd dat hij niet langer zou leven dan tot zijn 27e.

Henk Houwaart

In dat tijdskader verwelkomt Club Brugge in de zomer van 1969 Pieter Robert RensenbrinkRob -, de eerste Nederlander in de clubgeschiedenis. Voetbal in België schurkt dan nog tegen de grenzen van de folklore. Tijdens topmatchen op de Klokke, de sfeervolle voetbalburcht, staan achter een witte koord extra rijen stoelen, sommige supporters hangen in de verlichtingsmasten en voor een derby tegen Cercle stappen de spelers te voet naar het Edgard Desmedtstadion.

Dat was even schrikken voor de 22-jarige linksbuiten van DWS Amsterdam, die een paar maanden ervoor na een wedstrijd tegen Feyenoord in De Kuip door Clubmanager Joseph Hutsebaut werd aangeklampt. ‘Ik had nog nooit van Club gehoord, maar als ze mij een goed salaris zouden geven, dan had ik zeker belangstelling.’ Hij kon in Brugge vier keer zoveel verdienen als bij DWS en ging meteen overstag. Aan DWS betaalde Club 345.000 gulden, ongeveer 170.000 euro, toen een recordbedrag voor blauw-zwart.

De Amsterdammer was een jaar ervoor onder George Kessler international geworden, maar bleek tot grote verrassing een schuchtere en introverte jongeman. Om zijn integratie te vergemakkelijken, haalde Hutsebaut voor exact hetzelfde bedrag nóg een speler van Oranje – Henk Houwaart – naar Brugge. Het moest snel gaan. De middenvelder tekende zijn contract op een… bierviltje.

Rensenbrink, die meer dan het dubbele van zijn landgenoot verdiende, huurde in afwachting van de komst van zijn kersverse echtgenote drie maanden een kamertje in het appartement van Houwaart in Knokke en betaalde daar amper 500 frank (12,5 euro) voor, ook al stak hij dagelijks een gigantische steak achter de kiezen. Gierigheid, het zou hem zijn hele leven achtervolgen. ‘Ik deed de contractonderhandelingen ook zelf. Ik vond het zonde om 10 procent van mijn loon aan een makelaar af te staan.’

Toen ze met hun gezin naar Brugge waren verhuisd en buren werden, zonderde Rensenbrink zich dagenlang af in zijn garage, waar hij uren pingpongwedstrijdjes tegen zijn buurman speelde. Brugge was een cultuurshock. Amateuristisch. Een bak bier in de kleedkamer en spelers die hun kledij zelf moesten wassen en poetsen, dat waren ze boven de Moerdijk niet gewend.

En: Rensenbrink knapte af op het voetbal van Club, dat volledig op de snelle benen van Raoul Lambert was afgestemd. Heel af en toe mocht hij zelf schitteren. Zoals in de Europabekerwedstrijd tegen Ujpest Dosza (5-2), waarin hij drie keer scoorde en door de Hongaarse trainer Lajos Baróti in slangenmens werd herdoopt.

Houwaart, karakterieel een tegenpool van zijn landgenoot, voelde zich als een vis in het water bij de volksclub, waar hij – naar eigen zeggen – leerde eten en drinken. Een glaasje champagne om 11 uur ’s morgens, dat was in een Nederlandse kleedkamer niet de gewoonte. En van langoustines hadden ze nog nooit gehoord. ‘Toen we onze ploegmakkers aan de poten van die langoustines zagen lurken, konden Robbie en ik enkel maar denken: ‘Bah, vieze Belgen!’ Maar twee maanden later zaten we ook aan de poten van langoustines te zuigen.’

De kiemen voor zijn blauw-zwarte liefde waren gezaaid, ook al zocht Houwaart vaak de confrontatie. Zowel met bestuursleden, bij wie hij de premies ging onderhandelen, als ploegmaats, die hij tijdens trainingen aanvuurde om scherper te trainen. Hij stelde zich openlijk vragen bij het functioneren van trainer Frans de Munck, die bij de tactische bespreking soms twaalf namen op het bord zette of tijdens de match ín de tribune paradeerde. Indruk maken op vrouwelijk schoon, wat soms tot gênante situaties leidde.

Zoals na de wedstrijd tegen Standard, toen De Munck absoluut wilde terugkeren naar het spelershotel en zijn twee landgenoten verplichtte om mee te gaan. Rensenbrink: ‘We begrepen er niets van. Tot we in het hotel aankwamen. Daar zat een mooie blonde vrouw op De Munck te wachten. Houwaart en ik vonden het te gek dat wij als alibi moesten dienen, dus wij zijn stiekem vertrokken. Ik weet nog goed dat ik om één uur ’s nachts thuiskwam en dat ik op het raam moest kloppen omdat ik mijn sleutel niet bij me had. Mijn vrouw schrok zich rot.’

Houwaart/Happel

Met Rensenbrink won Club zijn tweede beker van België, na zijn tweede seizoen verkaste de Amsterdammer op voorspraak van voorzitter Constant Vanden Stock – ex-bestuurslid van Club – naar Anderlecht. Houwaart drong aan op de komst van Johny Nieuwenburg, zijn… neefje: 17 jaar en jeugdinternational van Oranje, omschreven als het ‘grootste talent dat Den Haag had voortgebracht’.

Hij trok in bij ome Henkie, de broer van zijn moeder, maar voelde zich nooit thuis in België. Hij speelde wekelijks met het tweede elftal, in zijn tweede seizoen leek hij tegen Racing White op weg naar zijn eerste speelminuten. ‘ Leo Canjels, de trainer, zei dat ik me moest opwarmen. Terwijl ik langs het veld liep, zag ik bestuursleden met elkaar smoezen. Bleek dat Brugge 40.000 gulden ( 20.000 euro, nvdr) aan ADO moest betalen als ik er zou inkomen. En dat hadden ze op dat moment niet voor me over. Kon ik weer gaan zitten. De genadeklap.’

In zijn vierde seizoen keerde hij terug naar Den Haag, Houwaart zou zes seizoenen op de Klokke voetballen en wees het Clubbestuur in januari 1974 op de naam van een nieuwe trainer: Ernst Happel. Een jaar na de komst van de Oostenrijker mocht Henkie beschikken…

Het verhaal van Wietse Veenstra, negen interlands op de teller, was snel uitgeschreven. De aanvaller van PSV werd na een seizoen doorgestuurd naar Molenbeek, waar hij met RWDM in 1975 de titel pakte. Nico Rijnders leek wél op weg om op de Klokke geschiedenis te schrijven. De middenvelder uit Breda had in de lente van 1971 aan de zijde van onder anderen van Johan Neeskens, Johan Cruijff, Sjaak Swart en Piet Keizer Europacup I gewonnen. Een verrassende transfer. ‘Ik heb met Ajax alles meegemaakt. Dit brengt een beetje afwisseling in het leven’, legde ‘De Long’ van Ajax op de toenmalige BRT zijn keuze uit. Rijnders buffelde zich in de gratie van de Clubsupporters, maar gaf aan Houwaart toe dat hij geregeld door depressieve buiten werd overvallen. ‘Hij zei altijd dat hij niet langer zou leven dan tot zijn 27e.’

Want: Rijnders had al van in zijn periode bij Go Ahead Eagles, rond zijn 18e, geregeld last van benauwdheid op de borst. In een vertrouwelijk psychologisch rapport van Ajax antwoordt hij op de vraag ‘Hoe lang ben je nog van plan om door te gaan met voetballen?’ verrassend met: ‘Tot ik erbij neerval.’ Dat hij tijdens de rust van de Europacup I-finale opnieuw last kreeg van duizeligheid en vervangen moest worden, zou de Amsterdamse club pas jaren erna toegeven.

Op 12 november 1972 zakte hij in de thuiswedstrijd tegen Club Luik in elkaar, waarna de jonge Clubdokter Michel D’Hooghe hem in de catacomben reanimeerde. ‘Goede avond, dames en heren. Dit is Studio Sport. Ik ben Nico Rijnders en ik lig in het Sint-Janshospitaal in Brugge. Met mij is alles pico bello’, kondigde hij een reportage op de NOS aan. Maar het was niet goed. Geen vier jaar erna overleed de jonge middenvelder. 28 jaar jong.

Een dubbele hattrick

In de zomer van 1972 brak Club, drie seizoenen na mekaar tweede, nog maar eens zijn transferrecord. Tot drie keer toe zelfs. Ulrik le Fevre kwam voor 8 miljoen frank (200.000 euro) van Borussia Mönchengladbach, voor Johan Devrindt – de 27-jarige spits uit Lommel die al twee seizoenen voor PSV voetbalde – legde Hutsebaut 8,4 miljoen (210.000 euro) op tafel, en Ruud Geels kwam voor hetzelfde bedrag over van Go Ahead. De doelpuntenmachine was bij het bescheiden clubje uit Deventer met 21 goals op weg om topschutter te worden, tot het bestuur besliste om hem in de laatste vijf wedstrijden niet meer op te stellen, uit schrik dat de club bij een eventuele blessure de riante transfersom zou mislopen.

Geels woonde, zoals contractueel vastgelegd, in een villa in ’t Zoute, waar hij met de andere buitenlandse voetballers lid werd van een prominent clubje: De Heren van Knokke. Het bestuur spaarde kosten noch moeite om het de Nederlandse vedetten naar de zin te maken. Een ritje te paard op het strand, bijvoorbeeld. Geels: ‘Als we een café naderden, bogen de paarden af en stopten we. Daar dronken we een pint, een ritueel dat zich nog zeven à acht keer herhaalde. Hoe meer pinten we dronken, hoe gemakkelijker het paardrijden ons afging. Dolle pret.’ Net zoals voor de Europese wedstrijd in Atvidaberg, waar het barkoud was en de fles whisky in de kleedkamer vlot van hand tot hand ging.

Ruud Geels, hier tegen FC Porto, had het moeilijk bij Club Brugge omdat Raoul Lambert altijd in de basis stond.
Ruud Geels, hier tegen FC Porto, had het moeilijk bij Club Brugge omdat Raoul Lambert altijd in de basis stond.© BELGAIMAGE

Maar Geels had het moeilijk. Lambert stond altijd in de basis en was incontournable. ‘Volgens het reglement mochten slechts drie van de vier buitenlanders ( Geels, Houwaart, Le Fevre en Rijnders, nvdr) in de basis staan. Ik speelde meestal in het tweede elftal, tot Nico zijn hartaanval kreeg. Een vreselijke gebeurtenis, die ik mijn hele carrière meegedragen heb. Nico was een goede vriend en woonde met Ans, zijn echtgenote die op dat moment zwanger was, ook in Knokke.’ Maar: de een zijn dood…

Geels werd populair in Brugge en had zelfs een fanclub – De vrienden van Ruud -, waar zijn echtgenote op de kennismakingsavond in een groen-zwarte jurk – de kleuren van stadsrivaal Cercle – verscheen. Not done. Maar ze had haar lesje geleerd: de groen-zwarte jurk bleef in de kast hangen.

Vier speeldagen voor het einde staat Brugge in brand. Op het veld van Anderlecht pakt blauw-zwart, na precies 53 jaar en met dank aan de 16 goals van Geels, zijn tweede landstitel. De premie voor de spelers? Een kleurentelevisie. Maar de euforie sloeg om, toen trainer Leo Canjels in een interview scherp uithaalde naar het bestuur en meteen werd ontslagen. Enkele maanden later werd Geels herenigd met Ernst Happel, zijn trainer van bij Feyenoord. ‘Hij durfde risico’s te nemen, waardoor ik meer zou scoren.’ Dat bleek in een oefenwedstrijd tegen PSV, toen hij voor zes van de zeven goals tekende. Een dubbele hattrick.

Maar de megalomane aankooppolitiek van Hutsebaut, die ook nog Rinus Israel en Lex Schoenmaker (Feyenoord) naar de Klokke probeerde te halen, hadden diepe gaten in de boeken geslagen. In november 1974 luidden de noodklokken. De duurdere spelers – onder wie Geels – werden op de transfermarkt gegooid. Er kwam een abrupt einde aan de eerste Nederlandse vloedgolf. Het fotoboek, waarin ze hun villa’s in Knokke maar voor het uitkiezen hadden, behoorde definitief tot de verleden tijd. En voortaan zouden er onder Michel Van Maele, de nieuwe sterke man, geen contracten op bierviltjes meer worden gemaakt.

Bourgondiërs

Uit de financiële krochten ontwikkelde zich onder Happel een elftal dat tussen 1975 en 1978 België en Europa verbaasde: drie landstitels, een beker en twee Europabekerfinales. Zonder Nederlanders. Louis Verstraaten was al na een seizoen naar Roosendaal teruggekeerd, Leen Barth stond jaren in de schaduw van Birger Jensen en Peter Houtman – in Groningen goed voor 23 goals – gooide na negen maanden de handdoek. ‘Ach, het was best gezellig in Brugge. Alleen was het na het vertrek van Happel een verwarde tijd, met drie trainers in minder dan een jaar.’

Als ik toeschouwer was en ik zag een type-Eijkelkamp voor de eerste keer voetballen, dan zou ik ook denken: wat moet die vogel nou op een voetbalveld?’ René Eijkelkamp

Ook Patrick Verhoosel bleek niet meer dan een voetnoot. Net als Tjapko Teuben, een onverwachte tegenvaller die aan de zijde van Mario Been, Marco van Basten, Gerald Vanenburg en John van ’t Schip nog het WK voor min-20-jarigen had gespeeld. ’17 jaar, ik was veel te jong naar het buitenland. En: ik moest nog in militaire dienst.’ Amper gespeeld.

Ronald Spelbos, in de zomer van 1982 meegekomen met George Kessler uit Alkmaar, had het wél naar zijn zin in Brugge. ‘In België stonden voetballers veel dichter bij de supporters dan ik gewend was.’ Ook Willy Carbo kwam op voorspraak van Kessler naar het Olympiastadion, maar kon er de verwachtingen nooit inlossen. De goalgetter van Utrecht speelde slechts een handvol wedstrijden, maar gaf later toe dat hij zich in Brugge vooral ‘klein voelde’ naast Jan Ceulemans, Willy Wellens en Marc Degryse. ‘Ik besefte dat ik niet goed genoeg was.’ Maar: ‘De levensstijl in België was prachtig. Veel hartelijker dan in Nederland.’

René Eijkelkamp: een houterige spits maar complementair met Daniel Amokachi.
René Eijkelkamp: een houterige spits maar complementair met Daniel Amokachi.© BELGAIMAGE

Het Bourgondisch leven sprak aan. Soms te veel. Toen Dennis van Wijk na drie Brugse seizoenen aan Ajax werd verhuurd en daar op de training arriveerde, wees Danny Blind naar Van Wijks beginnend bierbuikje. ‘Nou, profspeler zijn en genieten kan blijkbaar wel.’ Drie jaar ervoor, op zijn 23e, was Van Wijk op Olympia beland. Toen de Amsterdammer op een zondagmorgen voor het eerst de kleedkamer binnenstapte, lagen zijn ploegmaats in een deuk. Een voetballer, gekleed in piekfijn kostuum, met das en op lakschoentjes: een Engelse gentleman in Brugge…

De verdediger, gehard in het kick-and-rushvoetbal, won onder Houwaart de titel en liet zich van zijn gevoeligste kant zien toen blauw-zwart op het veld van Espanyol in de slotminuten uit de halve finale werd geknikkerd en hij met dikke tranen op de wangen naar de catacomben slenterde. ‘We hadden een groep die geweldig kon feesten, maar ook hard werkte. Na de wedstrijd, bij winst of verlies, dronken we samen nog een pint op de Platse.’ Met Luc Hinderyckx, Marc Degryse en Kenneth Brylle startte Van Wijk er het café Los Amigos op…

Op zijn 28e, na korte passages bij Ajax en Ionnina (Griekenland), viel het doek over zijn carrière, nadat hij in een wedstrijd met de beloften een beenbreuk had opgelopen. Hij kroop achter de tapkraan van zijn café en begon in de zomer van 1994 in Knokke aan zijn trainerscarrière.’

Booy, ‘patsboemspits’

Tegellegger, een administratieve functie bij de Postbank of om vijf uur ’s morgens opstaan om te labeuren in een fabriek die kachels produceerde: Foeke Booy had het allemaal al achter de rug toen hij in 1989 met coach Georges Leekens en Lorenzo Staelens van KV Kortrijk naar Club overstapte. Dat was even schrikken, zeker toen supporters al in november – na een desastreuze reeks – het ontslag van de nieuwe T1 eisten.

De spits uit Friesland en zijn ploegmaats werden naar een brasserie in Knokke gesommeerd, waar ze verkleed als cowboy of indiaan één voor één binnendruppelden. ‘In het midden stonden de flessen whisky op tafel. En drinken maar. Geen idee hoe ik die nacht ben thuisgekomen, maar we verloren geen wedstrijd meer en werden kampioen.’

Booy voetbalde niet voor de galerij, maar was – zoals ze dat in Nederland noemden – een patsboemspits én bliksemafleider voor topschutter Frank Farina, die Club met 24 goals naar de titel loodste. Feest in Brugge! Een bezoekje aan het champagnehuis Moët & Chandon, een namiddagje vissen op de Noordzee én een oefenwedstrijdje, waarna Booy met een gebroken oogkas op vakantie kon.

Op de wekelijkse supportersavonden op maandag werden spelers overladen met geschenken – het aantal biermanden was amper bij te houden, op vrije dagen gingen alle spelers met vrouw en kinderen naar de speeltuin. Het Friese gezin genoot, gaf Booys echtgenote Wendy later toe. ‘We zijn allebei Bourgondiërs. Uit eten gaan is onze grootste hobby en we houden van een glaasje wijn. De Belgische levensstijl paste bij ons.’ En: kort na de bekerwinst tegen KV Mechelen – met een doelpunt van Booy – werd hun tweede dochter ( Rachelle) geboren.

‘Foeke was, samen met Franky Van der Elst en Staelens, een van de gangmakers. Echte winnaars die door een muur zouden lopen’, zei Hugo Broos in de lente van 1992, toen blauw-zwart zijn 9e titel pakte en Hans Galjé – twee jaar ervoor overgenomen van Waregem – een handvol wedstrijden in het doel mocht staan. De hoogblonde spits had een groter aandeel: 20 goals en derde in de topschutterstand, na Josip Weber en Kjetil Rekdal. Na vier seizoenen nam de Fries afscheid van blauw-zwart, mét een trainersdiploma op zak, waarna Antoine Vanhove bij KV Mechelen René Eijkelkamp wegplukte.

Het prototype van een Houten Klaas die als jonge spits van Go Ahead Eagles begin de jaren tachtig alleen op weg was naar het doel van de tegenstander, maar met zijn lange benen bleef haken aan de middenlijn – door de vorst omhoog gekomen – en plat op de buik ging. De eerste speler uit het Nederlandse profvoetbal die ooit over de middenlijn struikelde, zoals hij daar lang werd herinnerd, kon zichzelf meesterlijk relativeren. ‘Als ik toeschouwer was en ik zag een type-Eijkelkamp voor de eerste keer voetballen, dan zou ik ook denken: wat moet die vogel nou op een voetbalveld?’

Houterig en stijf in de heupen, maar complementair met de snelle en op intuïtie voetballende Daniel Amokachi: bal aannemen, afschermen en in de loop van een ploegmaat schuiven. In zijn tweede seizoen liep het mis, toen Broos hem na 10 goals en 14 assists even op de bank zette. De Nederlander brieste en vertrok naar PSV, waar hij aan de zijde van… Ronaldo een contract bij Schalke 04 versierde.

Ruud, Ruud, Ruud

In 2009, 13 jaar na het vertrek van Eijkelkamp, loodste Adrie Koster met Ryan Donk de 18e Nederlander in de clubgeschiedenis naar Brugge. De meningen waren, na vier seizoenen, onverdeeld: technisch en tactisch sterk, bijzonder snel en vista. Maar, een belangrijke kanttekening: zijn aangeboren nonchalance was nefast voor de jonge spelers in de groep. Toen Kasimpasa na vier seizoenen een riante transfersom wilde betalen, lag Club niet dwars.

De passage van de Amsterdammer effende het pad voor de andere cliënten van Winnie Haatrecht, zijn zaakwaarnemer. Ruud Vormer voetbalde zich in minder dan vier jaar van de dug-out van Feyenoord naar de Gouden Schoen. Ook Stefano Denswil leek, nadat hij Ajax op een dood spoor zat, in Brugge op weg naar eerherstel, maar liet zich na een gemiste transfer naar Hamburg te veel op nonchalance betrappen. Ook Kenneth Vermeer belandde via Ajax, Feyenoord én Haatrecht in het Jan Breydelstadion, waar hij een steeds betere indruk maakt.

De doortocht van twee andere Nederlanders, Ricardo van Rhijn en Lex Immers, was kort. De rechtsback werd na een mindere periode door Michel Preud’homme afgeserveerd en aan AZ verhuurd, de volksjongen uit Den Haag miste zijn geboortestad en verliet Brugge na amper zes maanden.

‘Hét moment na de pauze was echter weggelegd voor nieuwkomer Elton-Ofoi Acolatse. De Nederlander met Ghanese roots liet zien dat hij een snelheidsduivel is en bezorgde zijn Oost-Vlaamse belager een verkoudheid’, schreef voetbalkrant.com na de oefenwedstrijd in Oudenaarde. Een paar weken erna werd de ex-flankaanvaller van Westerlo, die in Brugge voor vier seizoenen had getekend, voor een jaartje aan STVV uitgeleend…

Van alle Nederlanders is Jordy Clasie met lengten voorsprong de duurste die ooit het shirt van Club Brugge droeg. De kleine pitbull uit Haarlem verkaste in de zomer van 2015 van Feyenoord voor 15 miljoen naar Southampton, maar voelde zich na een hoopgevende start ‘niet gelukkig in Engeland’. In Brugge wel (‘een warme club’), maar de toekomst is een groot vraagteken. Terugkeren naar Engeland of naar Feyenoord, het instituut dat zijn hart nog iets sneller laat kloppen.

Dat boek heeft Ruudje Vormer, de middenvelder die door Clasie in De Kuip uit de ploeg werd gevoetbald, definitief dichtgeklapt. ‘Ik heb hier alles. Elke week spelen, mijn gezin heeft het goed en het leven is hier fijn. Wat wil je nog meer?’ Net zoals de Nederlanders in de jaren zeventig en tachtig dat vonden…

Rob Rensenbrink
Rob Rensenbrink© BELGAIMAGE

de 25

Rob Rensenbrink 1969-1971

Geboren: 03/07/1947

Nu: leeft sinds zijn afscheid in Toulouse van zijn rente en vulde zijn dagen met vissen. Lijdt sinds 2013 aan PSMA (progressieve spinale musculaire atrofie), een ziekte die tot verlamming leidt.

Henk Houwaart
Henk Houwaart© BELGAIMAGE

Henk Houwaart 1969-1975

Geboren: 31/08/1945

Nu: debuteerde als trainer in 1977 (SK Roeselare), leidde Club Brugge naar titel en beker, en was tot vorig seizoen aan de slag bij KSKV Zwevezele, de eersteprovincialer waar hij in maart werd ontslagen.

Henk Houwaart
Henk Houwaart© BELGAIMAGE

Nico Rijnders 1971-1973

Geboren: 30/07/1947

Nu: overleed op 28-jarige leeftijd aan een hartaanval, boven zijn sportwinkel in Brugge, nadat hij in november 1972 medisch was afgekeurd. Was even trainer in Harelbeke, maar kreeg ook daar hartklachten.

Henk Houwaart
Henk Houwaart© BELGAIMAGE

Wietse Veenstra 1971-1972

Geboren: 18/02/1946

Nu: kreeg in 2015 een trap naar hem genoemd op De Adelaarshorst, het stadion van zijn ex-club Go Ahead Eagles in de wijk waar hij opgroeide. Woont in Deventer, waar hij tot voor enkele jaren in een blikfabriek werkte.

Johny Nieuwenburg
Johny Nieuwenburg© BELGAIMAGE

Johny Nieuwenburg 1971-1974

Geboren: 06/02/1954

Nu: keerde na Brugge terug naar zijn amateurclubje (VV Oranjeplein) in Den Haag, waar hij op z’n 44e nog het eerste elftal depanneerde. Volgde vooral de carrières van zijn zonen: Johny junior (Sparta, Ajax) en Michael (Sparta).

Ruud Geels
Ruud Geels© BELGAIMAGE

Ruud Geels 1972-1974

Geboren: 28/07/1948

Nu: werd vijf keer topschutter in de Eredivisie, waarin hij voor de drie grote clubs (Feyenoord, Ajax en PSV) speelde, en begon na zijn afscheid een schildersbedrijf in Velserbroek.

Louis Verstraaten
Louis Verstraaten© BELGAIMAGE

Louis Verstraaten 1973-1974

Geboren: 10/04/1951

Nu: keerde terug naar RBC Roosendaal, zijn ex-club, waar hij verschillende seizoenen topschutter werd, en was een tijdje trainer van VC Vlissingen, een amateurclubje in Zeeland. Werkte tot voor kort in het onderwijs.

Leen Barth
Leen Barth© BELGAIMAGE

Leen Barth 1976-1981

Geboren: 11/01/1952

Nu: voetbalde na zijn blauw-zwarte periode nog voor Cercle Brugge, Knokke en SK Torhout. Werd een fervent fietser die onder andere de Mont Ventoux bedwong en baatte op de Markt in Brugge hotel/restaurant Central uit.

Peter Houtman
Peter Houtman© BELGAIMAGE

Peter Houtman 1978-1979

Geboren: 4 juni 1957

Nu: speelde onder anderen nog in drie verschillende periodes voor Feyenoord, zijn ex-club, waar hij de vaste stadionomroeper is. Geeft lezingen en presentaties en zat voor Onafhankelijk Nieuw Spijkenisse in de gemeenteraad.

Patrick Verhoosel
Patrick Verhoosel© BELGAIMAGE

Patrick Verhoosel 1979-1981

Geboren: 08/05/1954

Nu: voetbalde onder anderen nog voor SK Beveren en baatte in Heffen, een deelgemeente van Mechelen, café-restaurant De Kleine Heide uit. Is sinds 2014 zaakvoerder van B&B De Molenkreek in zijn geboortedorp Westdorpe.

Tjapko Teuben
Tjapko Teuben© BELGAIMAGE

Tjapko Teuben 1981-1985

Geboren: 29/12/1963

Nu: speelde nog bij Volendam en Eindhoven, waar hij manager is bij een galvaniseerbedrijf. Is assistent-coach bij amateurclub VV Gemert, zijn zoon Stan debuteerde vorig jaar als jongste scheidsrechter in het betaalde voetbal.

Ronald Spelbos
Ronald Spelbos© BELGAIMAGE

Ronald Spelbos 1982-1984

Geboren: 08/07/1954

Nu: won na zijn Brugse passage met Ajax nog titel, beker en Beker der Bekerwinnaars en was trainer van onder anderen NAC, Vitesse en FC Utrecht. Geeft trainersopleidingen bij de KNVB, waar hij ook scout is.

Willy Carbo
Willy Carbo© BELGAIMAGE

Willy Carbo 1983-1983

Geboren: 14/08/1959

Nu: won na zijn korte Clubperiode aan de zijde van Johan Cruijff en Ruud Gullit nog titel en beker met Feyenoord. Werkte 20 jaar in een drukkerij en ging vier jaar geleden aan de slag als chauffeur voor kinderen met een beperking.

Dennis van Wijk
Dennis van Wijk© BELGAIMAGE

Dennis van Wijk 1986-1989

Geboren: 16/12/1962

Nu: loodste KSV Roeselare in 2005 naar eerste klasse, waarna een tribune in het Schierveldestadion zijn naam kreeg. Was trainer in binnen-en buitenland, scoutte voor West Bromwich Albion en is nu aan de slag bij KV Mechelen.

Foeke Booy
Foeke Booy© BELGAIMAGE

Foeke Booy 1989-1993

Geboren: 25/04/1962

Nu: debuteerde als trainer bij Utrecht, waar hij twee keer de KNVB Beker won én technisch directeur werd. Is sinds november vorig jaar technisch manager bij SC Cambuur (tweede klasse), waar hij in 1980 als prof debuteerde.

Hans Galjé
Hans Galjé© BELGAIMAGE

Hans Galjé 1990-1993

Geboren: 21/02/1957

Nu: was na zijn voetbalcarrière jeugdcoördinator bij Club, dat hij in 2007 verliet om technisch manager van KSV Roeselare te worden. Werkte onder anderen voor de KBVB (onder Dick Advocaat), Excel Mouscron en Standard.

René Eijkelkamp
René Eijkelkamp© BELGAIMAGE

René Eijkelkamp 1993-1995

Geboren: 06/04/1964

Nu: was assistent van Go Ahead, Twente en PSV, spitsentrainer van Oranje en Vitesse én technisch adviseur van Go Ahead. Heeft met zijn broer Harold Eijkelkamp Pro Soccer, een kantoor dat de belangen van voetballers behartigt.

Ryan Donk
Ryan Donk© BELGAIMAGE

Ryan Donk 2009-2013

Geboren: 30/03/1986

Nu: verkaste naar de Turkse middenmoter Kasimpasa en won na zijn transfer naar Galatasaray de Turkse beker (2016). Speelde dit seizoen, na een uitleenbeurt aan Real Betis (2016-2017), slechts een handvol matchen.

Ruud Vormer
Ruud Vormer© BELGAIMAGE

Ruud Vormer 2014-

Geboren: 11/05/1988

Nu: bezig aan zijn vierde seizoen bij blauw-zwart, onlangs bekroond met een Gouden Schoen. Bepalender dan ooit, met 11 doelpunten en 21 assists. Heeft in Brugge nog een contract tot de zomer van 2020.

Stefano Denswil
Stefano Denswil© BELGAIMAGE

Stefano Denswil 2015-

Geboren: 07/05/1993

Nu: verlengde in oktober 2016, in zijn tweede seizoen, zijn contract tot 2020. Leek vorig jaar op weg naar de Bundesliga (Hamburg), maar bleef in Brugge, waar hij moet knokken voor een plaatsje in de driemansdefensie.

Ricardo van Rhijn
Ricardo van Rhijn© BELGAIMAGE

Ricardo van Rhijn 2016-2017

Geboren: 13/06/1991

Nu: knapte na zijn eerste seizoen af op de concurrentie van (de inmiddels al vertrokken) Helibelton Palacios en Dion Cools, waarna hij voor een seizoen aan AZ werd verhuurd. Is ook daar geen basisspeler.

Lex Immers
Lex Immers© BELGAIMAGE

Lex Immers 2017-2017

Geboren: 08/19/1986

Nu: liet zijn contract, dat nog liep tot de zomer van 2018, na amper zes maanden ontbinden en keerde terug naar ADO Den Haag, zijn eerste voetballiefde in de stad waar hij opgroeide.

Elton Acolatse
Elton Acolatse© BELGAIMAGE

Elton Acolatse 2017-

Geboren: 25/07/1995

Nu: jeugdinternational van Oranje die flitste in de voorbereiding, nadat Club hem na een seizoen bij Westerlo wegplukte. Werd door de grote concurrentie op de flanken verhuurd aan STVV, maar komt er amper aan spelen toe.

Jordy Clasie
Jordy Clasie© BELGAIMAGE

Jordy Clasie 2017-

Geboren: 27/06/1991

Nu: speelde na de winterstop Marvelous Nakamba, een van de revelaties van de eerste seizoenshelft, tijdelijk uit de ploeg. Onduidelijke toekomst bij blauw-zwart, dat hem voor een seizoen huurt van Southampton.

Kenneth Vermeer
Kenneth Vermeer© BELGAIMAGE

Kenneth Vermeer 2018-

Geboren: 10/01/1986

Nu: zat op een dood spoor bij Feyenoord en kwam op huurbasis (met aankoopoptie) naar Brugge. Begon ook in het Jan Breydelstadion op de bank, maar kreeg door het gekwakkel van Vladimir Gaboelov een kans.

Wietse Veenstra
Wietse Veenstra© BELGAIMAGE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content