Arthur Theate (KV Oostende): ‘Bij Standard en Genk heb ik nooit echt een uitleg gekregen’

© INGE KINNET
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Bij de jeugd switchte hij vier keer tussen Genk en Standard, maar zijn profdebuut maakte Arthur Theate bij Oostende. Ontmoeting met de revelatie van de seizoensstart bij KVO.

Het kan verkeren. Afgelopen zomer zat Arthur Theate nog in een doodlopend straatje bij de beloften op Sclessin, vandaag schittert hij in het spectaculaire Oostende van Alexander Blessin. De twintigjarige Luikenaar nam in de Oostendse defensie complexloos de plaats in van Wout Faes en dwong en passant zijn eerste selectie af bij het nationale beloftenelftal van Jacky Mathijssen. ‘Het enige wat veranderd is, is dat ik misschien nóg gelukkiger ben dan voorheen’, zegt Theate. Een bewogen avontuur is goed op weg naar een gelukkig einde.

Wanneer we de bal verliezen, wil de trainer hem binnen de drie seconden recupereren.’

Arthur Theate

Herinner je je de eerste keer dat je gescout werd?

Arthur Theate: ‘Ja, dat was in Melen, een club die vandaag in de Luikse eerste provinciale speelt. Daar ben ik beginnen voetballen en ik ben er gebleven tot mijn negende. We moesten tegen Eupen. Zelf herinner ik het me niet zo goed meer, maar volgens mijn grootvader speelde ik een goeie match ( lacht). Ze gaven een klein kaartje aan mijn vader, en zeiden dat ik met plezier mocht tekenen.

Was je destijds al verdediger?

Theate: ‘Helemaal niet, tot de U14 speelde ik in de spits. Het jaar dat Eupen promoveerde naar eerste klasse, maakte ik enorm veel doelpunten. Genk belde naar mijn papa om te vragen of ik wilde komen. Ik tekende en speelde opnieuw een seizoen als nummer negen, met enorm veel doelpunten, maar toen ze op het einde van het seizoen een nieuwe speler transfereerden moest ik plots opschuiven naar de linkerflank. Daar kwam ik veel minder uit de verf en zo schoof ik naar linksachter en vervolgens naar de centrale verdediging.’

ENORME AFSTANDEN

Verbleef je bij Genk in een gastgezin?

Theate: ‘Neen, ik ben altijd thuis blijven wonen, tot ik deze zomer naar Oostende verhuisde. Mijn papa heeft enorme afstanden afgelegd voor mij. Tot op een bepaalde leeftijd bracht hij me naar elke training, tot Genk me kwam halen en terugbrengen. Ik arriveerde daar als de eerste Waal van de ploeg. Elf jaar was ik, en iedereen praatte Nederlands. Al doende leerde ik de taal, woord per woord, zinnetje per zinnetje. Dat komt me vandaag goed van pas.’

Het was ook het begin van een over-en-weertocht tussen Genk en Standard.

Theate: ‘Ik bleef drie jaar bij Genk, daarna speelde ik drie jaar bij Standard. Op dat moment dacht ik dat de club niet echt op me rekende, en Genk contacteerde mijn papa via Koen Daerden om te horen of ik wou terugkomen, zonder contract. Ik accepteerde en na een jaar gaven ze me een contract. Daarna ben ik nog een jaar gebleven, maar ik merkte dat hetgeen ze zeiden niet altijd overeenkwam met wat ze deden. Standard stelde me een contract van drie jaar voor. Ik tekende, maar opnieuw was er een verschil tussen wat ze zeiden en wat er in realiteit gebeurde.’

Arthur Theate: 'Bij Standard heb ik nooit, maar dan ook nooit mijn kans gekregen.'
Arthur Theate: ‘Bij Standard heb ik nooit, maar dan ook nooit mijn kans gekregen.’© INGE KINNET

Wat had men je beloofd?

Theate: ‘In Genk was het doel op lange termijn de eerste ploeg. Uiteindelijk speelde ik naar mijn aanvoelen een heel goede voorbereiding onder Felice Mazzu, maar toen ze op stage vertrokken, zat ik niet in de selectie. Ik heb Mazzu gevraagd of er voor mij nog kansen zouden komen indien ik bij de U21 bleef, maar een echte uitleg heb ik niet gekregen. Bij geen van de twee clubs trouwens. Ik was daar eigenlijk ook niet naar op zoek. Dat is het leven van een voetballer.’

Kijk je met rancune terug op die periode?

Theate: ‘Ik heb Mazzu nooit de schuld gegeven, want hij was een coach die zijn comfortzone in Charleroi had verlaten om een uitdaging aan te gaan bij Genk. Een gastje van zeventien jaar in de A-kern integreren, zou gecompliceerd zijn geweest voor hem. Na de vriendschappelijke match tussen Oostende en Union Saint-Gillis hebben we nog gepraat, maar Genk is zelfs niet ter sprake gekomen. Ik begrijp zijn keuze volledig.’

IN DUEL

En hoe is het afgelopen bij Standard?

Theate: ‘Het idee was om een jaar bij de U21 te spelen, om daarna door te stoten naar de eerste ploeg, zelfs eerder indien mogelijk. Toch heb ik nooit, maar dan ook nooit mijn kans gekregen. Gedurende mijn hele seizoen bij Standard heb ik misschien twee trainingen met de eerste ploeg mogen meedoen.’

Vreemd dat je daar nooit een kans kreeg, gezien de club aankondigde dat ze zich deze zomer op haar eigen Academie zou richten.

Theate: ‘Ja. Bovendien ben ik opgeleid als linksachter en toch hebben ze Damjan Pavlovic in de ploeg gezet. Hij speelde al eerder bij de profs en deed dat heel goed, maar hij was een centrale middenvelder, hij had eigenlijk niets te zoeken op die positie. Ik heb geen uitleg gekregen. Of toch, via meneer Nicaise die aan mijn manager zei dat ik de bal controleerde op vier meter afstand…’

Los van jouw geval lijkt de club toch anders met zijn Academie om te gaan, niet?

Theate: ‘Coach Montanier slaagt erin om de ploeg te doen draaien zonder altijd dezelfde spelers op het veld te zetten en zo de jongeren te integreren. Daar hou ik van, want ik weet hoe het voelt om geen kans te krijgen. Het deed me enorm plezier dat Nico Raskin en Michel-Ange Balikwisha de twee doelpunten tegen Charleroi maakten. Het lijkt er dus op dat de dingen veranderen en dat is een goede zaak voor de toekomst van de club. Toch was ik er enkele maanden geleden nog en kreeg ik geen kans. Ik heb twee keer bij Montanier getraind, maar dat waren technische sessies. In volle coronaperiode konden we niet in duel gaan, terwijl ik net een speler ben die graag contact maakt.’

Theate: 'ik ben ontzettend tevreden dat ik in dit project ben gestapt'
Theate: ‘ik ben ontzettend tevreden dat ik in dit project ben gestapt’© Belga Image

Liet de club je verstaan dat je iets anders moest zoeken?

Theate: ‘Ze zeiden me dat ze zich konden voorstellen dat ze me zouden laten vertrekken als ik iets anders vond.’

Hoe kwam je ertoe om bij Oostende te gaan testen, aan de andere kant van het land?

Theate: ‘Mijn manager Patrick De Vlamynck had contacten bij de club.’

Niets te verliezen

Als je opgeleid bent in prestigieuze clubs als Genk en Standard, is het niet evident om te gaan testen bij een club die bijna geen spelers meer onder contract heeft.

Theate: ‘Ik heb zelfs niet getwijfeld omdat ik niets te verliezen had. In het begin ging ik ervan uit dat het een club in transitie was, maar als ik zie wat we vandaag doen, ben ik ontzettend tevreden dat ik in dit project gestapt ben.’

Iedereen verwachtte dat Oostende voor het behoud zou spelen, maar al snel werd duidelijk dat de ploeg niet het voetbal speelt van een club in de onderste regionen van de tabel.

Theate: ‘Bij mijn eerste trainingen trok ik al grote ogen. Ongelooflijk. De coach vroeg alleen maar om een offensieve verdediging. Er is nooit gesproken over blijven hangen voor de zestien. Dat beviel ons, want als verdediger is het fijner om hoger te kunnen spelen, en de bus niet te parkeren.’

Jullie tegenstander waren verrast.

Theate: ‘Iedereen verwachtte dat Oostende laag blok zou spelen en in de grote rechthoek zou blijven, maar het was totaal het omgekeerde. Dat heeft in het begin het verschil gemaakt.’

Hoe hebben jullie je voorbereid om zo te spelen? Waren er specifieke oefeningen op training?

Theate: ‘De coach voerde meteen de driesecondenregel in: wanneer we de bal verliezen, wil hij hem binnen de drie seconden recupereren. Elke training doen we oefeningen op balverlies. Als we in de match de bal verliezen, gaan we hem automatisch recupereren. Veel ploegen spelen solo pressing, met één speler die achter de bal jaagt, maar wij lopen in de omschakeling soms met acht naar een man toe. De coach besteedt veel aandacht aan die overgangsmomenten, maar ook aan het voetbal zelf. Als je bij pressing de bal recupereert, maar vervolgens niet weet wat je er mee moet, heb je een probleem.’

Is het met jullie spel van de laatste weken niet wat bescheiden om enkel van het behoud te dromen?

Theate: ‘Momenteel zitten we in een goede flow. Als we dit volhouden, waarom zouden we dan niet proberen om in de linkerkolom te eindigen? Maar de prioriteit is om zo snel mogelijk zeker te zijn van behoud.’

‘Jonge spelers worden soms erg snel opgebrand’

Pas twee maanden geleden maakte je je debuut in de eerste klasse. Wat is het grootste verschil tussen de U21 en de profs?

Arthur Theate: ‘De hardheid, denk ik. Bij de U21 gaan veel spelers erover om te bewijzen dat ze hun plaats in de eerste ploeg verdienen. Ik heb dat misschien ook een beetje gedaan. Terwijl je gewoon je eigen spel moet spelen, en tonen dat je matuur bent.’

Je speelde bij de jeugd van Standard aan de zijde van Nicolas Raskin en Evangelos Patoulidis. De eerste brak later door dan voorzien, de tweede nog niet. Verbaast je dat?

Theate: ‘Jonge spelers worden in het voetbal soms heel snel opgebrand. Rond de leeftijd van zestien jaar spelen ze veel, en vervolgens zitten op hun negentiende of twintigste zonder wedstrijden. Voor Nico is het misschien niet slecht dat hij zo lang op zijn kans moest wachten, want toen hij hem kreeg, brak hij meteen door.’

Stelt men jonge spelers te snel voor als toekomstige sterren?

Theate: ‘Ik denk niet dat het de speler zelf is die zichzelf als een fenomeen ziet. Dat is meer een beeld dat er rond geconstrueerd wordt. Als de dingen dan niet meer vanzelf komen, wordt het natuurlijk moeilijker. Je moet honger hebben om te presteren.

‘Als het vandaag voor mij op rolletjes loopt bij Oostende, is dat misschien ook omdat ik bij Genk en Standaard buiten gegooid ben. Ik heb harde klappen gekregen, maar als je dat te boven komt, ben je er klaar voor.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content