Axel Witsel: ‘Dit EK is voor deze generatie niet de laatste kans om iets te winnen’

© GETTY
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Aan de vooravond van het duel tegen Portugal hadden we een lange babbel met de vaste nummer zes van de nationale ploeg. Over zijn revalidatie en zijn inspanningen om klaar te zijn voor het tornooi, maar ook over zijn toekomst, zijn mogelijke reconversie tot centrale verdediger, zijn engagement bij Standard én een carrière als trainer.

Uiteraard was Axel Witsel (32) zondagavond na de wedstrijd een van de drukst gesolliciteerde voetballers door de Portugese media. Van 2011 tot 2013 ging hij Jan Vertonghen voor als voetballer bij Benfica en dat waren de Portugezen niet vergeten. Bewonderend zagen ze hoe hij negentig minuten lang alle gaten probeerde te dichten, rust trachtte te brengen én een schakel wilde zijn naar voor in balbezit. Dat het een moeilijke wedstrijd was geweest, de Luikenaar had geen enkele moeite om dat toe te geven. De eerste helft van de Belgen vond Witsel goed, na de rust was het afzien. Hij trok parallellen met Portugal in 2016: ‘We zagen af, maar dat deed Portugal toen ook. Afzien, maar vervolgens wel winnen. Soms is voetbal ook afzien.’

Vrijdag, de dag voor afreizen naar Sevilla, ging het in een rustig gesprek waarvoor hij ruim de tijd nam, ook over afzien. Maar dan wel om op tijd fit te raken voor dit tornooi. Maandenlang dachten wij, en met ons de hele voetbalwereld, dat hij het EK niet zou halen, maar plots stond hij er zelfs vroeger dan verwacht: een invalbeurt tegen Denemarken, een volledige wedstrijd tegen de Finnen, als aanloop naar de 1/8 finales.

Kan je dat verklaren?

Axel Witsel: ( lacht) ‘Dat laatste was niet de bedoeling. Er was gepland dat ik tegen Finland een uur zou spelen, maar op dat moment voelde ik me nog goed. Een kwartiertje later vroeg de coach opnieuw hoe het ging. Nog altijd goed, deed ik teken. De wedstrijdomstandigheden zaten mee. We hadden vaak de bal en fysiek kende ik geen problemen. Ik heb daarop gezegd dat ik tot het einde mee kon gaan. Dat vond ik belangrijk, om nog meer ritme op te doen, want ik wist wat ons te wachten zou staan. ’s Anderendaags voelde ik geen reactie. Geen pijn, niks.’

Wat mis je nog?

Witsel: ‘Op het veld niks. Ik voel me vrij in het hoofd, voetbal zoals anders, kan inspanningen verteren, sprints trekken, alles is normaal. Ik voel alleen nog iets bij oefeningen in de zaal. De kuit heeft nog niet alle kracht terug. Daarvoor volg ik specifieke oefeningen.’

En de adem in de match?

Witsel: ‘Na een half uurtje had ik het tegen Finland even lastig. Ik had net een paar lange inspanningen gedaan en toen voelde ik me wat buiten adem. Maar even later was ik al hersteld.’

Ik ga er alles aan doen om er op het EK 2024 nog bij te zijn.’

Axel Witsel

Terugslag

Ben je ooit bang geweest om te hervallen in de blessure?

Witsel: ‘Een klein beetje, begin mei, toen ik terugkeerde op het terrein. Ik was bang voor oefeningen waarin ik moest veranderen van richting. Wellicht normaal, want het was bij zo’n beweging dat ik me blesseerde. Die gedachte moest ik overwinnen. Het was een kleine, volgende stap in de hele revalidatie, maar een belangrijke in mijn hoofd. Ik moest me volledig vrij leren voelen.’

Als we je verhaal horen, lijkt het alsof er tijdens de hele revalidatie alleen maar goed nieuws was. Altijd voorsprong op het schema, zelfs nu. Heb je dan nooit tegenslag gekend, nooit momenten gehad waarop je dacht: nu haal ik het EK niet?

Witsel: ‘Niet halen, nooit. Geen enkele keer. Een terugslag wel. Toen ik de eerste keer op het veld stond, verliep alles normaal. Een opluchting. Maar ’s anderendaags had ik een kleine reactie aan de hiel. Telkens als ik op een bepaalde manier liep, voelde ik iets wat leek op een kleine elektrische shock. Toen zei ik: allez, dat is niet mogelijk. Vier maanden werk zonder pijn en nu dit. Die dag heb ik wat gezaagd en me zorgen gemaakt. Daarop hebben de dokters me uitgelegd dat het normaal was. We hebben de intensiteit wat verminderd, ik ben gestopt met oefeningen op het veld en we zijn naar het strand getrokken. Daar was de ondergrond zachter en de pijn is verdwenen.’

Ben je er inmiddels achter hoe de blessure is ontstaan?

Witsel: ‘Neen, ik heb nog steeds geen antwoord. Het gebeurde plots. Zonder pijn vooraf, geen enkel signaal. Wellicht kwam het door sleet na jaren topvoetbal.’

Als we dit tornooi bekijken, krijgen we toch de indruk dat de meeste spelers aan het einde van hun krachten zijn. Voetballen jullie niet te veel?

Witsel: ‘Het is duidelijk dat er dit seizoen zeer veel wedstrijden waren. Door covid-19 werd alles eerst uitgesteld en vervolgens samengebald op een kortere periode. Als je dan altijd speelt, wordt dat hard. Borussia Dortmund kreeg af te rekenen met verscheidene zware blessures. De ene liep een kruisbandletsel op, een ander sukkelde met de knie. Thorgan had twee grote spierscheuren, bij mij scheurde de achillespees. Anderzijds, als ik naar mezelf kijk: ik bedank God dat hij me al heel lang spaarde. Zestien jaar profvoetval en pas de eerste keer een ernstige blessure. Ik heb echt geen reden tot klagen.’

Helpt je geloof om dingen te relativeren?

Witsel: ‘Duidelijk. Ik ben altijd zen onder dit soort toestand. Je kan op twee manieren reageren: de zaak negatief bekijken en dingen in je hoofd steken, of positief reageren en beseffen dat je zestien jaar geluk gehad hebt.’

Toen je in Kopenhagen op het veld kwam, begon je papa te wenen. Wat ging er door jouw hoofd? Ook veel emoties?

Witsel: ‘Op dat moment geen emoties. Ik zat in mijn bubbel en dacht vooral aan de match. We werden onder de voet gelopen, er was werk genoeg om op te focussen. Als ik zelf had kunnen kiezen, was ik liever bij een 2-0 in een rustige match op het veld gekomen. Anderzijds: als het brandt, zoals toen, was dat misschien ook niet slecht. Ik had weinig tijd om bij de dingen stil te staan. ( lacht) De vraag was niet: wat gaat er gebeuren met mij na vijf maanden inactiviteit? De vraag was: hoe help ik hier de situatie omdraaien?’

Axel Witsel, hier op de huid gezeten door Bruno Fernandes: 'Mijn kuit heeft nog niet alle kracht terug. Daarvoor volg ik specifieke oefeningen.'
Axel Witsel, hier op de huid gezeten door Bruno Fernandes: ‘Mijn kuit heeft nog niet alle kracht terug. Daarvoor volg ik specifieke oefeningen.’© GETTY

Bekerwinst

Heeft Dortmund zich nooit vragen gesteld toen Roberto Martínez je in zijn selectie voor dit EK opnam? Stel dat dit fout was afgelopen, dan had dit je seizoen misschien kunnen hypothekeren.

Witsel: ‘Neen, integendeel, ze zijn altijd zeer positief geweest. Ik heb veel berichten gekregen, veel aanmoedigingen, ook van de grote baas en de sportdirecteur. Zij schreven allebei dat ze wensten dat ik naar het EK kon. Nooit had ik de idee dat ze wilden dat ik me wat zou sparen.’

Na je blessure keerde je niet één keer meer terug naar Dortmund. Waarom?

Witsel: ‘Mijn wens was direct dat ik de hele revalidatie in België kon afwerken. Toen het gebeurde, hebben we overlegd met de medische staf van de club, en daar heb ik dat direct gezegd. Niet uit wantrouwen tegenover de staf van Dortmund, maar ik vond het belangrijk dat ik alles kon doen met mensen die ik al jaren goed kende. Mentaal vond ik het ook belangrijk. In mijn ogen is het geen goeie zaak om de hele tijd op de club te zijn als je 24 uur per dag bezig bent met je herstel. Onvermijdelijk kruis je ploegmaats die ‘normaal’ trainen, terwijl jij in de zaal zit. Als je werkt in een omgeving waar anderen ook alle moeite doen om terug te keren, om te revalideren, werkt dat stimulerender. Je praat over andere dingen, discussieert veel, er groeien banden. In het begin kruiste ik Nacer Chadli, maar ook andere sporters: basketters, mensen uit het volleybal. Daarnaast was het feit dat ik opnieuw dicht bij de familie leefde ook iets dat me hielp. Na jaren in het buitenland is dat ook een verademing.’

Opvallend: toen je ploeg de finale van de Duitse beker speelde, ben je niet gaan kijken.

Witsel: ‘Neen. Dat was te ingewikkeld. Als ik het deed, moest ik vier dagen in quarantaine en dat was tijdverlies in de revalidatie. Bovendien is zo’n finale beleven vanuit de tribune niet hetzelfde als op het veld staan. De zege staat wel op mijn palmares, want ik heb in de eerste helft van het seizoen nog wat bekerwedstrijden gespeeld. Ik heb de bekroning en de uitreiking gemist, maar voel me wel co-winnaar. In drie jaar Dortmund een beker en een supercup, daar ben ik tevreden mee.’

Deze groep verdient een mooi eigen stadion, verdiende het om nu thuis te spelen. En de fans verdienden dat ook!’

Axel Witsel

Wordt dit je laatste EK? In 2024 ben je 35, in principe kan het nog?

Witsel: ( lacht) ‘Als ik Thomas Vermaelen bezig zie… Die is 35 en staat er nog steeds. Ik denk dat het doenbaar is, ja. Ik ga er ook alles aan doen om er over drie jaar nog bij te zijn. Bon, je weet het niet, het einde kan er snel zijn. Jongens als Cristiano Ronaldo en Pepe zijn er ook nog steeds en zij zijn de 35 voorbij. Dat leeft ook binnen deze groep. We hebben een super generatie, maar die heeft nog niks gewonnen. De derde plaats op het WK was een mooie, maar geen trofee. Daarom denk ik niet dat er nu één Duivel is die de bedoeling heeft om te stoppen met de nationale ploeg. Dit EK is een kans om iets te winnen, maar niet de laatste, naar mijn gevoel. Binnen anderhalf jaar krijgen we nog eentje.’

Reconversie

Vond je het logisch dat jullie na drie groepswedstrijden en drie zeges meteen op Europees kampioen Portugal botsten?

Witsel: ‘Logisch… We wisten al snel dat er een grote kans bestond dat we de derde uit de groep des doods zouden kruisen. Dat moet je accepteren. Wie in dit tornooi ver wil komen, moet voorbij een paar grote landen. Tijdens EURO 2016 zaten wij zogezegd in de makkelijke helft van de tabel, met Hongarije en Wales, en we hebben ons toch laten pakken.

‘In dit tornooi is wel nog iets anders aan de hand: het ene land heeft duizenden kilometers gereisd, terwijl een ander in de groepsfase drie keer thuis kon spelen. Italianen, Duitsers en Engelsen hadden dat voordeel, wij moesten drie keer de baan op. Dacht je dat Hongarije tot hetzelfde in staat was geweest, zonder 65.000 mensen achter zich? Wie een vol stadion achter zich heeft, kan iets meer, zelfs al ben je op papier tien keer zwakker.’

In Lille was dat het geval tegen Wales en toch hielp het niet…

Witsel: ‘Ook waar. Binnen de ploeg hebben we daar wel al een paar keer over gesproken. Deze groep verdient een mooi eigen stadion, verdiende het om nu thuis te spelen. En de fans verdienden dat ook!’

Weegt al dat reizen op jullie lichamen? Noord-Europa drie keer, nu Zuid-Europa, vrijdag München…

Witsel: ‘Niet bij mij, ik had geen zwaar seizoen. Maar ik denk wel dat het een invloed heeft op Kevin of Romelu die wél veel matchen in de benen hebben.’

Axel Witsel: 'Dit EK is voor deze generatie niet de laatste kans om iets te winnen'
© Belga Image

Hoe zwaar weegt de onzekerheid rond De Bruyne in dit tornooi? Wat is zijn impact?

Witsel: ‘Ik ga een open deur intrappen: Kevin ziet dingen die anderen niet zien. Zijn beslissende passes in de laatste dertig meter… Ik geef eerlijk toe dat ik dat niet zie. En anderen evenmin.’

De bondscoach schrok toen hem vorige week werd voorgelegd dat het spel tijdens de groepswedstrijden, waarin jullie negen op negen pakten, niet zo briljant was. Mee eens?

Witsel: ‘Het gebeurt vaak in een tornooi dat de grote landen het een beetje lastig hebben om de machine op gang te trekken. Deden Duitsland, Spanje of Portugal het veel beter dan wij, volgens u? Iedereen zoekt nog een beetje, en soms waren we wat terughoudend. Ik vond dat we de wedstrijden goed controleerden, op die ene helft tegen Denemarken na. Tegen de Russen hebben we een half uurtje gezocht en dan het verschil gemaakt. In Kopenhagen hebben we in drie kwartier de wedstrijd doen kantelen. En Finland… het is nooit makkelijk voetballen tegen een ploeg die de bus parkeert.

‘Misschien verwachten mensen inmiddels te veel van ons, dat we tikitaka spelen en iedere keer winnen met 3-0 of 4-0. Je mag ook niet vergeten dat tal van jongens uit een moeilijk seizoen komen. Eden had zijn problemen, Kevin herstelde van een grote botsing. Ik speelde vijf maanden niet. Het enige negatieve punt van de eerste ronde vond ik niet ons voetbal maar de blessure van Timothy Castagne. Die had ons in deze fase nog kunnen helpen.’

Tegen Club Brugge zagen we jou met Dortmund centraal in de verdediging. Is dat op termijn ook een optie binnen de nationale ploeg?

Witsel: ‘Misschien, maar dan écht wel helemaal op het einde van mijn carrière. Als ik niet meer de motor heb om voortdurend heen en weer te hollen. In Brugge gebeurde dat om de ploeg te depanneren.’

Heeft Roberto Martínez het er met jou al over gehad?

Witsel: ‘Eén keer, al lachend. Het is mijn positie niet. Ik denk dat ik het goed deed in Brugge, maar dat was een one shot. Een functie als verdediger is eenvoudig als je in een team staat dat de bal heeft. Heel het spel ligt voor je. Het wordt pas moeilijk als je de bal niet hebt. Dan moet je aan veel dingen tegelijk denken: de lijn houden, eruit komen, in duel gaan, de ruimte in je rug, …’

Je bent een van de Rode Duivels die de trainerscursussen volgt. Denk je al aan je reconversie, ligt daar je toekomst?

Witsel: ‘Ik weet het nog niet. Ik wilde wel absoluut die cursussen volgen. Ze worden gegeven tijdens de camps met de nationale ploeg, maar ook online, daarbuiten. Vele jongens doen eraan mee. Kevin, Romelu, Youri, Dries, Jan, Thomas Vermaelen. Ik denk dat het altijd goed is om de diploma’s te halen. Ik weet nu al dat ik in het voetbal wil blijven. En dan zijn er geen 36 verschillende mogelijkheden. Coach is er één van, technisch directeur een andere. Of bestuurder.’

Behoort investeren in Standard ook al tot de reconversie?

Witsel: ‘Ik heb niet in Standard geïnvesteerd, maar in de immobiliënmaatschappij die het stadion kocht. Het is alsof ik een huis zou kopen, alleen is het wat groter. En waarom Standard? Het is de club van mijn hart, het project is echt top. Dit doe ik niet om mensen een plezier te doen. Rechtstreeks in de club investeren zou ik nooit hebben gedaan.’

‘Mijn mama lag twee weken op intensieve’

Er was niet alleen de achillespeesblessure die Axel Witsel maanden aan de kant hield, de vaste nummer zes van de nationale ploeg werd ook zwaar besmet met covid-19. ‘Ik vertoonde aanvankelijk weinig symptomen, maar daarna kreeg ik een ontsteking aan de longen. Even voelde ik me absoluut niet goed. De dokter schreef me een paar dagen antibiotica voor, want mijn temperatuur steeg plots van 37 naar 40, zelfs 41. In één nacht moest ik zes à zeven keer van pyjama veranderen, doornat van het zweet was die.

‘Mijn vrouw raakte ook besmet. Mijn papa ook, hij werd zwaarder getroffen. Maar het zwaarste kreeg mijn mama het te verduren. Zij heeft twee weken op intensieve zorgen gelegen. In het begin kreeg ze 25 procent extra zuurstof, daarna 50 procent. De volgende stap was incubatie geweest en een artificiële coma. Het was de periode waarin ik zelf revalideerde, waarin mijn schoonmoeder haar vader verloor en er wat verwikkelingen optraden bij de zwangerschap van mijn vrouw. Nu kan ik er al wat mee lachen, maar toen niet.’

Maï-Li, Evy & Aydji

Er zat een goed kantje aan de blessure en de revalidatie van Axel Witsel: hij kon bij de geboorte van zijn derde kind aanwezig zijn, én in de eerste weken wat meer tijd met de baby spenderen. Helemaal anders dan bij zijn eerste twee kinderen. Witsel: ‘Mijn vrouw is iedere keer in België bevallen. Bij de geboorte van onze eerste dochter kon ik amper twee dagen in België zijn. Daarna moest ik terug naar Sint-Petersburg. Bij de geboorte van de tweede voetbalde ik in China. Die bevalling heb ik zelfs gemist. We hadden een match, en ik sprong direct op het vliegtuig, toen ik het nieuws hoorde dat de bevalling elke seconde kon gebeuren. Alleen, de afstand was te groot en ik kwam te laat.’

De namen die Axel en Rafaella Witsel voor hun kinderen kozen, zijn niet alledaags. Maï-Li vonden ze in een boek. Axel: ‘Er slingerde thuis eentje rond met voornamen en dat zijn we beginnen doorlopen. Van A tot L vond ik niets dat in het oog sprong. Bij de M viel mijn oog op Maï-Li. Evywas de keuze van mijn vrouw. Voor de derde kozen we voor Aydji. Daar zit ook een verhaal achter. Een vriend zei: waarom noem je je zoon niet Axel Junior? Dat leek me wel iets, maar ik vond dat we wel op zoek moesten naar een manier om het te schrijven. Zo kwamen we uit bij Aydji.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content